Anatomie de l‘œil

Het oog is een gevoelig orgaan met een bijzonder complexe opbouw.

Oogproblemen, zoals droge ogen, irritatie of infectie, komen gewoonlijk voor in het ‘voorste’ deel van het oog, waar het licht naar binnen komt. Dit deel speelt de rol van ‘venster’ en ‘lens’: hier wordt de hoeveelheid binnenvallend licht bijgesteld, wordt gefocust op de waargenomen voorwerpen en worden de lichtstralen doorgestuurd naar de kern van het oog.

• het bindvlies: een rijkelijk van bloedvaten voorzien slijmvlies dat aan de binnenzijde van het ooglid zit en het witte gedeelte van het oog (de sclera) bedekt;
• het hoornvlies: het gebogen, doorzichtige deel van het oog vóór de iris (het gekleurde deel van het oog) en de pupil;
• de traanfilm: hij reinigt en beschermt het oog, en voorziet het van vocht. De traanfilm telt drie lagen:
• de lipidenlaag (afgescheiden door de klieren van Meibom, gelegen in het kraakbeen van de oogleden), die ervoor zorgt dat het oog voldoende vochtig blijft en die vroegtijdige evaporatie van het traanvocht voorkomt;
• de waterige laag (geproduceerd door de traanklieren), die het oog nat maakt en de nodige voedingstoffen aanvoert naar het hoornvlies;
• de slijmachtige laag (afgescheiden door de slijmklieren in het bindvlies), die eiwitten bevat en het oog ook beschermt tegen invloeden van buitenaf;
• de oogleden: ze reinigen en beschermen de oogbol; door te knipperen, houden de oogleden het oog vochtig en verspreiden ze een dun laagje traanvocht over het bindvlies;
• de tranen: tranen verschijnen niet alleen bij emoties, ze spelen eveneens een belangrijke rol voor een goede gezondheid van het oog: telkens wanneer we knipperen, reinigen, beschermen en bevochtigen de tranen het oog. Als de hoeveelheid tranen ontoereikend is en/of bij een abnormale samenstelling kan er uitdroging van de ogen optreden, waardoor ze gevoeliger worden voor irritaties en infecties.