Gepubliceerd op 23/02/2011 à 23:14
Kinderen van ouders met een angststoornis hebben een grotere kans om zelf ook een angststoornis te ontwikkelen. Preventieve, cognitieve gedragstherapie zou die kans kunnen verkleinen.
Dat kinderen van ouders met een angststoornis (sociale fobie, gegeneraliseerde angststoornis, obsessief-compulsieve stoornis, ...) een groter risico lopen, is ondertussen door heel wat onderzoek aangetoond. Volgens professor Golda Ginsburg van het Amerikaanse Johns Hopkins Children's Center hebben kinderen met angstige ouders een 2 tot 7 keer grotere kans om ook een angststoornis te krijgen, dan kinderen van gezonde ouders.
Hoe komt dat' Kinderen erven uiteraard een zekere genetische aanleg voor angststoornissen. Maar daarnaast speelt ook de opvoeding en het gedrag van de ouders een rol. Angstige ouders kunnen hun kind te veel beschermen, of ze waarschuwen voor een bedreiging die er nog geen is. Op die manier leren ouders hun kinderen aan om bepaalde gedachten of situaties te vermijden. Denk bijvoorbeeld maar aan een kind dat een angst voor honden overneemt van zijn vader.
Professor Golda Ginsburg onderzoekt momenteel of die angststoornissen bij kinderen van angstige ouders te voorkomen zijn. De resultaten van een eerste, kleinschalige studie bij 40 families zijn alvast positief.
De helft van de 40 families volgden het CAPS-programma (Coping and promoting Strength). Het programma bestond uit een wekelijks uur cognitieve gedragstherapie gedurende acht weken. Daarin werden de ouders en hun kinderen vaardigheden aangeleerd om hun angsten te reduceren. Daarna volgde er nog drie maandelijkse sessies waarin die vaardigheden werden geëvalueerd en opgefrist.
Van de 20 families die het CAPS-programma volgden, bleek na een jaar geen enkel kind een angststoornis te hebben. Bij de controlegroep had 30% van de kinderen na een jaar een angststoornis ontwikkeld.
Verder onderzoek is nodig om deze resultaten te bevestigen. Maar volgens professor Ginsburg zouden artsen die een angststoornis vaststellen bij een volwassen patiënt, alvast ook de gezondheid van de kinderen van de patiënt moeten nagaan. Op die manier zouden heel wat angststoornissen kunnen vermeden worden.
Met dank aan dr. Hannelore Tandt (UZ Gent)
Deel en print dit artikel
Activering van het gedrag stoelt op een progressieve hervatting van leuke activiteiten, aandacht voor de persoonlijke zorg en de...
Lees verderDe studie heeft zes weken achterwaarts stappen vergeleken met gewoon stappen en kinesitherapie. Bij de proefpersonen met knieartrose die regelmatig achterwaarts stapten,...
Lees verderDe patiëntenvereniging Action Lymphome Wallonie Bruxelles (ALWB) is niet aan haar proefstuk toe: de vorige Patiëntendagen, net zoals de komende Patiëntendag, worden tot...
Lees verderVolgens Marie-Eve Piché, cardiologe en hoogleraar, is een sedentaire levenswijze een grote risicofactor voor hart- en vaataandoeningen. “Als je lang blijft stilzitten, ve...
Lees verderProfessor Tim Vanuytsel (UZ Leuven)
Dr. Ann Van De Velde, diensthoofd Hematologie en hemostase in het UZ Antwerpen.
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen