Doelgerichte therapieën richten zich specifiek op bepaalde kankercellen. Zij herkennen de kankercellen en remmen de processen af die ervoor zorgen dat de tumorcellen zich ongecontroleerd blijven vermenigvuldigen.Doelgerichte therapieën bij melanoom richten zich op melanomen die een bepaalde genetische mutatie vertonen. Deze therapieën kunnen als monotherapie (één soort doelgerichte therapie) of als combinatietherapie (twee soorten doelgerichte therapieën tegelijkertijd) voorgeschreven wordenOngeveer 50% van de patiënten met een melanoom hebben een mutatie in het BRAF-gen. Elke normale cel bevat een BRAF-eiwit dat de celgroei bepaalt. Dit gen wordt alleen geactiveerd bij celschade om de cel te herstellen. Bij sommige mensen is het BRAF-gen gemuteerd. Een verandering in het DNA veroorzaakt ongecontroleerde groei en celdeling, waardoor de tumor snel kan groeien.
Dabrafenib en Trametinib zijn momenteel de enige terugbetaalde BRAF-remmers en MEK-remmers die mogen worden gebruikt voor de behandeling van adjuvant melanoom.
Dabrafenib en Trametinib zijn orale therapieën, dit wil zeggen dat het medicijn in pil- of capsulevorm in te nemen is met water. Het grote voordeel hiervan is dat de patiënt niet naar het ziekenhuis hoeft te komen voor zijn behandeling.
Zoals bij elke behandeling kan men als patiënt nevenwerkingen ervaren. De meest frequente nevenwerkingen van doelgerichte therapieën zijn koorts en gastro-intestinale ongemakken. Die nevenwerkingen zijn reversibel, wat betekent dat ze verdwijnen als de dosis aangepast wordt of de behandeling stopgezet wordt.
Immuuntherapie, ook wel biologische geneesmiddelen (of monoklonale antilichamen) genoemd, stimuleren het immuunsysteem om kanker te helpen bestrijden.Immunotherapie voor de behandeling van adjuvant melanoom is enkel goedgekeurd in monotherapie (één soort immuuntherapie) voor Pembrolizumab en Nivolumab.
Immunotherapie wordt toegediend via een infuus en kan worden gebruikt bij elk soort melanoom, ongeacht of het een genetische mutatie heeft.
Zoals bij elke behandeling kan men als patiënt nevenwerkingen ervaren. De meest frequente nevenwerkingen van immunotherapie zijn een verlaagd aantal witte bloedcellen, die instaan voor de afweer, en gastro-intestinale ongemakken. Aan de andere kant zijn er ook patiënten (een kwart) bij wie het immuunsysteem te extreem reageert op de behandeling. Wanneer dat gebeurt, valt het immuunsysteem de gezonde cellen aan. Nevenwerkingen die gelinkt zijn aan het immuunsysteem zijn irreversibel, wat betekent dat ze niet meer weg zullen gaan.
Het team van prof. Bart Neyns, diensthoofd Medische Oncologie, UZ Brussel, testte een nieuwe experimentele behandeling waarbij lichaamseigen cellen die het immuunsysteem...
Lees verderMaxime Dahan heeft zijn toevlucht genomen tot het schrijven zodra hij de diagnose van lymfoom te horen kreeg. Hij heeft deze beproeving het hoofd geboden met een ‘balpen’...
Lees verderVeertig procent van de kankerpatiënten in België ondervond al discriminatie of afwijzing omwille van zijn of haar ziekte. Dat blijkt woensdag uit een bevraging die het di...
Lees verderWanneer de tumor een zekere omvang heeft en het melanoom wordt verwijderd, wordt ook de dichtstbijzijnde lymfeklier, de schildwachtklier...
Lees verderDoor een specifiek type melanoomcellen in het vizier te nemen, kan de reactie op immunotherapie verbeteren.
Dr. Annemie Rutten, Afdelingshoofd Medische oncologie, GZA
Dr. Nathalie Rooseleer, vrijwillige dermatoloog verbonden aan het taskforce van Euromelanoma België
Jan Gutermuth, diensthoofd Dermatologie UZ Brussel
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen