Prof. Alain Maertens de Noordhout, diensthoofd neurologie, CHR de La Citadelle
Er bestaat vandaag een uitgebreid gamma geneesmiddelen voor personen met een remittente vorm van multiple sclerose. Voor een zo aangepast mogelijke behandeling is het essentieel om de baten en de risico’s van elke optie tegen elkaar af te wegen.
Wanneer we een behandeling voorschrijven – ongeacht het type – , moeten we ons daarbij altijd de volgende vragen stellen:
In het geval van multiple sclerose zijn die vragen bijzonder complex, want de ziektesymptomen verschillen zeer sterk van patiënt tot patiënt.
De eerstelijns onderhoudsbehandelingen (interferonen en glatirameeracetaat (Copaxone)) verminderen de opstootfrequentie met iets meer dan 30 %.
Ze kunnen weliswaar ongewenste bijwerkingen veroorzaken, maar die zijn meestal onschuldig.
De baten zijn reëel, het risico bescheiden. De risico-batenverhouding is dus vaak positief.
De situatie is complexer bij de zogenaamde tweedelijnsbehandelingen. Die zijn weliswaar krachtiger … maar mogelijk ook toxischer.
We nemen als voorbeeld Tysabri (natalizumab) en Gilenya (fingolimod). In België worden deze geneesmiddelen momenteel terugbetaald, ofwel bij de van bij het begin ernstige vorm van multiple sclerose, ofwel voor patiënten bij wie de eerstelijnsbehandelingen geen overtuigende resultaten (meer) opleveren (en die ondanks hun behandeling toch opstoten krijgen).
De meeste patiënten klagen niet over dagelijkse bijwerkingen. Tysabri wordt toegediend via een maandelijks infuus, Gilenya moet worden ingenomen in tabletvorm.
Aangezien deze geneesmiddelen agressiever inwerken op de ontstekingscomponent van de ziekte, kunnen er op lange termijn echter problemen ontstaan: verhoogd risico op ernstige virale herseninfecties bij sommige categorieën patiënten voor Tysabri; mogelijke weerslag op de hart- en leverwerking, of risico op oogbijwerkingen en opportunistiche infecties voor Gilenya … De risico’s geassocieerd aan deze geneesmiddelen zijn dus niet verwaarloosbaar en de risico-batenverhouding kan, als deze in het algemeen positief blijft, minder gunstig uitvallen dan voor eerstelijns onderhoudsbehandelingen.
Zeker niet! Wel moeten de patiënten die deze geneesmiddelen nemen, de richtlijnen van hun arts strikt naleven.
Bovendien moeten ze intensief medisch worden gevolgd.
Er bestaan ook strategieën om de bestaande risico’s zo goed mogelijk te beheersen. Dat vereist echter een strikte follow-up en een permanente dialoog tussen arts en patiënt.
De toekomst ziet er veeleer hoopvol uit. 20 jaar geleden waren er nog maar heel weinig geneesmiddelen, vandaag bestaan er een hele reeks. De komende jaren mogen we minder toxische en nog meer doelgerichte producten verwachten.
Deel en print dit artikel
EDSS-schaal en MS
“De meest gebruikte schaal is de EDSS (Expanded Disability Status Scale)”, aldus prof. Valérie Delvaux, kliniekhoofd neurologie in het CHU van Luik...
Lees verderTwee nieuwe vormen van injecteerbare geneesmiddelen doen hun intrede in het therapeutische landschap van multiple sclerose (MS):
Oorspronkelijk werd MS (multiple sclerose) gediagnosticeerd op basis van het optreden van verschillende opstoten of van de geleidelijke verergering van de neurologische...
Lees verderOrale geneesmiddelen voor MS: teriflunomide (Aubagio®)
Teriflunomide (gecommercialiseerd onder de naam Aubagio) is sinds oktober 2014 verkrijgbaar in België. Het gaat o...
Lees verderDe MS Connections-campagne draait om het opbouwen van gemeenschapsconnectie, zelfconnectie en connecties met kwaliteitszorg. De campagnelijn is 'I Connect, We Connect' en...
Lees verderChronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen