Wat weet u over myelodysplasie?

Gepubliceerd op 23/02/2018 à 09:35

Myelodysplasieën zijn weinig bekend bij het grote publiek. Test uw kennis over deze ziekten en hun behandelingen.

Myelodysplasieën zijn erfelijke aandoeningen.

Juist.

Fout.

Pas correct.

Correct!

Bij myelodysplasieën spelen bepaalde genetische factoren een rol, in het bijzonder de mogelijkheid om beschadigde cellen te herstellen. Maar myelodysplasieën zijn niet erfelijk.

Om een compatibele donor voor beenmergtransplantatie te vinden in de familie, moeten we op zoek gaan bij:

Broers en zussen.

Kinderen of ouders.

De donor kan nooit een verwant zijn.

Pas correct.

Correct!

De donor moet een broer of zus zijn van de ontvanger. De transplantatie kan ook gebeuren met beenmerg van een niet verwante donor die bepaalde identieke HLA-kenmerken vertoont (Human Leucocytes Antigens). Het HLA-systeem is een groep van proteïnen op het celoppervlak, waardoor andere cellen herkend worden als vreemd of niet vreemd. Dit systeem is bij iedereen verschillend.

Erytropoëtine is een geneesmiddel dat wordt gebruikt bij myelodysplasie. Om welk soort product gaat het?

Erytropoëtine onderdrukt het immuunsysteem.

Erytropoëtine is een hormoon.

Pas correct.

Correct!

Erytropoëtine is een hormoon dat de aanmaak van rode bloedcellen stimuleert. Het wordt van nature geproduceerd door de nieren, maar kan vandaag door middel van gentechnologie gefabriceerd worden. Het kan anemie behandelen bij patiënten met myelodysplasie.

Wat is het effect van een overmaat aan blasten (onrijpe cellen) in het beenmerg?

Het verhoogt het risico op leukemie.

Het vermindert het risico op leukemie.

Er is geen verband met het risico op leukemie.

Pas correct.

Correct!

Blasten zijn bloedcellen die niet tot rijping gekomen zijn. Wanneer ze zich in grote aantallen ophopen in het beenmerg, kan het beenmerg geen rijpe bloedcellen meer aanmaken, zoals rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes. Hoe meer blasten, hoe hoger het risico dat myelodysplasie evolueert totleukemie.