Parkinson

---

NIEUWS

Gepubliceerd op 15/01/2014 à 13:07

Heeft parkinson te maken met een daling van het testosterongehalte?

Volgens onderzoekers zou een plotse daling van het testosterongehalte symptomen kunnen veroorzaken van de ziekte van Parkinson. Een ontdekking die op termijn misschien nieuwe behandelingen kan opleveren.

Vertraagde bewegingen, beven, loopproblemen … In België zouden ongeveer 30.000 personen de ziekte van Parkinson hebben. Daarbij zouden er meer mannen zijn dan vrouwen. Toeval? Misschien toch niet. Vandaag staat vast dat de ziekte van Parkinson verband houdt met een tekort aan dopamine, een neurotransmitter die essentieel is voor de motorische functies. Toch zijn de precieze oorzaken nog altijd niet gekend.
Onderzoekers van het Rush University Medical Center in Chicago hebben evenwel een nieuwe, veelbelovende piste ontdekt: een daling van de hoeveelheid testosteron, het mannelijke hormoon.

Testosterondaling: oorzaak van de symptomen?

Deze onderzoekers zijn erin geslaagd om bij muizen symptomen uit te lokken die goed lijken op die van parkinson. Hoe? Door ze te castreren, wat bij deze knaagdieren een plotse daling van de testosteronconcentratie veroorzaakt. Het was immers al eerder bewezen dat testosterontekorten vaker voorkomen bij senioren en in het bijzonder bij parkinsonpatiënten.
De onderzoekers hebben ook aangetoond dat de toediening van supplementen van dit hormoon (in de vorm van dihydrotestosteron) vervolgens de ziektesymptomen bij muizen kon doen verdwijnen.

Nieuwe geneesmiddelen uittesten

Het belang van dergelijke ontdekking? Ze kan de symptomen van de ziekte van Parkinson duurzaam reproduceren bij muizen, wat voordien niet het geval was. De ziekte kunnen uitlokken bij deze dieren, is bijzonder nuttig om nieuwe geneesmiddelen te bestuderen of uit te testen. Zo kan men nagaan of ze doeltreffend en veilig zijn alvorens ze uit te testen op de mens.

De ziekte van Parkinson voorkomen

Deze ontdekking biedt ook perspectieven op het vlak van preventie. Het testosterongehalte is het hoogst bij mannen rond 35 jaar, maar begint nadien langzaam te dalen. Het kan ook abrupter afnemen door stress of een bepaalde levensgebeurtenis, waardoor de persoon kwetsbaarder zou kunnen worden voor de ziekte van Parkinson. Dat zou dus de mogelijkheid bieden om risicogroepen op te sporen en misschien ook te proberen om hen te beschermen. “Het behoud van een bepaalde testosteronconcentratie bij mannen zou een belangrijke stap kunnen zijn om de ziekte van Parkinson te bestrijden”, aldus Kalipada Pahan, hoofdauteur van de studie.

Nieuwe doelwitten voor een behandeling

Maar dat is nog niet alles! De onderzoekers stelden namelijk ook vast dat de concentraties aan nitraatoxide, een molecule die een rol speelt bij verschillende biologische processen, aanzienlijk toenamen na castratie. “Wanneer deze molecule in te hoge mate geproduceerd wordt, raken de hersenen beschadigd en beginnen de neuronen af te sterven”, vervolgt Kalipada Pahan. Bevestiging: bij muizen die geen gen bezitten dat een indirecte rol speelt bij de productie van nitraatoxide, veroorzaakt de plotse daling van het testosterongehalte geen symptomen van de ziekte van Parkinson. Wat laat vermoeden dat nitraatoxide een belangrijke rol speelt bij dit proces en op die manier een mogelijk nieuw therapeutisch perspectief biedt.
Toch zijn er nog uitgebreidere studies nodig om na te gaan of de beïnvloeding van de testosteron- of de nitraatoxideconcentratie tot nieuwe behandelingen kan leiden.

Thomas Coucq