Alzheimer

---

NIEUWS

Gepubliceerd op 23/02/2011 à 23:08

De rol van de neuropsycholoog bij de ziekte van Alzheimer

Wanneer een bejaarde last krijgt van geheugenstoornissen, rijst er meteen een heikele vraag: gaat het om de beginfase van de ziekte van Alzheimer? Neuropsychologische tests kunnen antwoord geven op die vraag. Ze gaan de oorzaak en de aard van de stoornissen na en helpen dus de diagnose te bepalen. Tekst en uitleg van Cécile Prairial, neuropsychologe in het Universitair Ziekenhuis Sint-Lucas in Sint-Lambrechts-Woluwe.

In een vergevorderd stadium van de ziekte zijn de stoornissen zo duidelijk dat de diagnose "dementie" vrijwel geen problemen meer stelt. Maar om doeltreffende behandelingen te kunnen opstarten die de patiënt langer zelfredzaam houden, komt het erop aan de ziekte zo vroeg mogelijk op te sporen. "Neuropsychologische tests spelen een centrale rol bij de tijdige diagnose van de ziekte van Alzheimer, omdat ze de ziekte kunnen opsporen in de beginfase", aldus Cécile Prairial. 

Een hele reeks tests

Vorige week hadden we het in deze rubriek over het MMSE-onderzoek, dat een eerste beeld geeft van de cognitieve toestand van de patiënt. "Als dit onderzoek geheugenstoornissen aan het licht brengt of gewoon als de neuroloog een cognitief deficit vermoedt op basis van het relaas van de familie, schakelt hij ons in om nauwkeuriger tests uit te voeren en een betrouwbare diagnose te stellen", vervolgt de neuropsychologe. "We onderwerpen de patiënt aan een hele reeks tests om alle hogere functies te evalueren." Onder meer het geheugen, de instrumentele functies (spraak, lees- en schrijfvermogen) en de uitvoerende functies (reageervermogen, improvisatievermogen, probleemoplossingsvermogen). 

Een differentiële diagnose

Stel dat de neuropsycholoog ontdekt dat iemand inderdaad geheugenstoornissen heeft. Hoe kunnen we dan weten of het om een normaal verouderingsproces gaat, een depressie of echt de ziekte van Alzheimer? Ook hier spelen neuropsychologische tests een essentiële rol. Ze kunnen immers uitmaken of de geheugenstoornissen te wijten zijn aan Alzheimer of aan een andere aandoening. "Op die manier kunnen we nagaan om welk soort dementie het gaat. Alzheimerpatiënten maken immers niet dezelfde fouten als andere demente personen, mensen die een normaal verouderingsproces doormaken of depressiepatiënten", legt Cécile Prairial uit. 

Tijd en geld

Hoe belangrijk die tests ook zijn voor de opsporing van de ziekte, het ziekenfonds betaalt ze niet terug. Cécile Prairial licht toe: "Voor een volledig onderzoek moet je rekenen op 100 à 125 euro, helaas volledig voor rekening van de patiënt". Bovendien moet je er een hele voor- of namiddag voor uittrekken, want de tests nemen twee à drie uur in beslag.