Gepubliceerd op 27/05/2021 à 12:55
Perifere neuropathie of perifere zenuwpijn treedt vaak op tijdens of na behandeling van kankers, zoals lymfomen. Bij een snelle herkenning van de symptomen kan de arts de nodige stappen ondernemen om de zenuwen te herstellen, pijnklachten te beperken of onomkeerbare schade te vermijden.
Perifere neuropathie ontstaat door een beschadiging van de gevoelszenuwen door onder meer het gebruik van bepaalde medicatie bij chemo- of immuuntherapie. Daarnaast zijn er extra risicofactoren, zoals diabetes of vitaminentekort, die de kans vergroten. De onvoorspelbaarheid van de ziekte zorgt ervoor dat het moeilijk is om vooraf te weten of, wanneer en in welke mate iemand met neuropathie te maken zal krijgen. De pijn kan vanaf de start of pas enkele weken of maanden na de therapie opduiken. Dit verschilt van individu tot individu. Niet iedereen krijgt ermee te maken. Ook het type therapie, de dosis en de duur beïnvloeden het risico.
Perifere neuropathie: symptomen herkennen
Vaak zijn er tijdens de behandeling al subtiele symptomen aanwezig. Voorbeelden zijn trillingen of een doof of slapend gevoel aan de vingers of voeten. De fijne motoriek raakt verstoord, waardoor mensen de knopen van hun kleding niet meer kunnen sluiten of ze struikelen over een mat omdat ze gevoelloze teentoppen hebben.
De symptomen kunnen zich ook op andere manieren uiten. Een lage bloeddruk, stoelgangproblemen of erectiestoornissen door een verstoring van het autonome zenuwstelsel, kunnen eveneens een vroegtijdig signaal zijn. In een latere fase kunnen er pijnscheuten of overgevoeligheid ontstaan.
Perifere neuropathie: preventieve maatregelen
De arts kan preventieve maatregelen nemen om het risico op perifere neuropathie te verminderen of onomkeerbare schade te vermijden. Extra vitaminen of mineralen kunnen een rol spelen in de preventie. Optimalisatie van calcium en magnesium kan de beschadigde zenuwen minder prikkelbaar maken. Tijdens de behandeling kan de arts beslissen om de dosis van het verdachte medicament stapsgewijs te verminderen of zelfs te staken en eventueel over te stappen op een andere therapievorm.
Het is belangrijk om tijdig symptomen te herkennen. Perifere neuropathie is onzichtbaar en moeilijk op te sporen. Personen die bijwerkingen ervaren tijdens de therapie, melden dit best zo snel mogelijk aan hun arts zodat er samen naar een oplossing kan worden gezocht. Hoe sneller de perifere neuropathie wordt ontdekt, hoe groter de kans op herstel.
Perifere neuropathie en multidisciplinaire aanpak
Genezen van neuropathie is moeilijk. In sommige gevallen verdwijnt de pijn na een tijd, in andere gevallen gaat ze nooit meer weg. Wanneer genezing niet meer mogelijk is, kan een multidisciplinaire aanpak helpen om de zenuwpijnen te verlichten. De neuroloog, de hematoloog en de kinesist werken een programma op maat uit om de pijnklachten zo draaglijk mogelijk te maken.
De neuroloog schrijft medicatie voor. Pijnstillers, ontstekingsremmers of morfinepreparaten onderdrukken de pijn onvoldoende. Sommige anti-epileptica of antidepressiva leverden wel al goede resultaten op. De kinesist stelt een oefenprogramma op om onder meer spieren en drukpunten van het lichaam te ontlasten en probeert via elektrische simulatie het herstel van de zenuwen te stimuleren of de gevoeligheid te verminderen. De arts doet er alles aan om de therapie zo efficiënt mogelijk en met zo weinig mogelijk neveneffecten te laten verlopen.
Deel en print dit artikel
De Covid-19 epidemie die we nu meemaken, brengt veel vragen met zich mee, vooral voor patiënten die lijden aan bloedkanker. Experts in hematologie kwamen overeen om live antwoord t...
Lees verderDe dag van de lymfeklierkankerpatiënten, georganiseerd door enkele Franstalige hematologische diensten, was een gedenkwaardig evenement, dat wel eens belangrijk zou kunnen zijn voo...
Lees verderWaarom zou je naar een coach stappen om vermoeidheid te bestrijden? Wel, omdat die vermoeidheid je doet vergeten wat je allemaal kunt. Patiënten merken dat het onmogelijk is geword...
Lees verder“In de vroege ziektestadia is 90 tot 95% van de hodgkinpatiënten na vijf jaar nog in leven. Als de ziekte meer gevorderd is, ligt die overleving nog steeds rond de 85 à 90%. Dat zi...
Lees verderBij een non-hodgkinlymfoom is soms een transplantatie van stamcellen van het bloed aangewezen. Bijvoorbeeld als de patiënt onvoldoende reageert op de klas...
Lees verderDe behandeling van non-hodgkinlymfomen verschilt zeer sterk van het ene lymfoom tot het andere. Bij een oudere patiënt met een vorm die...
Lees verderChemotherapie geeft vandaag zeer goede resultaten bij hodgkinlymfoom. Haaruitval en vermoeidheid zijn altijd bijwerkingen hiervan, maar misselijkheid en braken...
Lees verderDe prognose van de ziekte van Hodgkin of het hodgkinlymfoom is vandaag goed tot zeer goed. Van de plaatselijke vormen (stadia I en II van An...
Lees verderMet de classificatie van Ann Arbor kan de omvang van hodgkin- en non-hodgkinlymfomen aangeduid worden.
Een bloedonderzoek is vaak de eerste stap bij gezwollen klieren of andere onverklaarde symptomen. Een bloedonderzoek volstaat niet om de diagnose van lymfoom te...
Lees verderProfessor Virginie De Wilde, hoofd van de dienst Hematologie in het Erasmusziekenhuis/Universitair Ziekenhuis van Brussel, heeft deelgenomen aan de oprichting van de vereniging Action Lymphome Wallonie-Bruxelles (ALWB).
Mariangela Fiorente, medeoprichtster van de vereniging Action Lymphome Wallonie-Bruxelles, verduidelijkt het concept van het partnership patiënt-verzorger.
Ontmoeting met professor Marc André, hoofd van de dienst Hematologie in het CHU-UCL in Namen, tijdens de dag van de “Action Lymphome Wallonie-Bruxelles”.
Angst voor het vaccin
Artrose
Buikgriep
Chronische bronchitis
Covid-19
Covid-19 en fake news
Diabetes
Hemofilie
Hoge bloeddruk
Lactose-intolerantie
Longkanker
Lysosomaal zure lipase deficiëntie
Melanoom
Multipel myeloom
Prostaatkanker
Transplantatie van organen