Multiple sclerose

---

NIEUWS

Gepubliceerd op 25/06/2012 à 10:01

Kan evolutie MS voorspeld worden?

Sommige aanwijzingen voorspellen een gunstig verloop van multiple sclerose. U vindt hieronder enkele van de meest betrouwbare indicaties, maar 100% zeker zijn ze niet.

“En nu?” Na de diagnose ‘multiple sclerose’ voelt iedereen zich onzeker. Toch kunnen een aantal factoren wijzen op een gunstig ziekteverloop. Op basis van deze aanwijzingen kunnen artsen voorspellen, naargelang het geval en op basis van wetenschappelijke studies, of u op korte en middellange termijn minder opstoten krijgt. Dus ook of u minder blijvende gevolgen ondervindt.

Op welke leeftijd kreeg u MS?

De leeftijd waarop MS ontstaat, vormt de eerste prognosefactor voor het verdere verloop van de ziekte. Volgens de Internationale Multiple Sclerose Federatie schommelt de gemiddelde leeftijd tussen 29 en 33 jaar. Hoe vroeger de ziekte ontstaat, hoe trager en gunstiger het verloop wordt voor de patiënt. Zo duurt de periode van fysieke onafhankelijkheid gemiddeld langer (24 jaar) dan bij een late diagnose (12 jaar), aldus de Charcot Stichting. “De term ‘vroeg’ slaat op de groep patiënten jonger dan 21 jaar”, verduidelijkt neuroloog Daniel Guillaume.

De eerste symptomen van MS

Sommige eerste symptomen van MS kunnen wijzen op een gunstig verloop. Bijvoorbeeld een eerste opstoot die gepaard gaat met gevoelsstoornissen, of die de motorische functies niet aantast. “Als de patiënt gevoeligheidsverlies, prikkelingen of kriebelingen in een lidmaat vaststelt”, vervolgt Daniel Guillaume. “Wanneer de gezichtszenuw is aangetast en de gezichtsscherpte daardoor vermindert – een van de meest voorkomende symptomen – is de prognose vrij gunstig.” Het uitblijven van opstoten tijdens het eerste jaar en slechts één enkele terugval tijdens de eerste vijf jaar, wijzen eveneens op een positief verloop.

Letselschade bij MS

Ook de letselschade, die bepaald wordt via magnetische resonantie (MRI), kan een prognosefactor vormen. Daniel Guillaume:“MRI brengt de ernst, het aantal en de omvang van de letsels in beeld. Bij weinig letselschade stijgen de kansen op een gunstig verloop”.

Ter verduidelijking: al deze factoren bepalen niet automatisch het verdere ziekteverloop. In uitzonderlijke gevallen kent de ziekte een positieve evolutie, zelfs na eerdere ongunstige aanwijzingen.

Brex PA, Cicarelli O, O’Riordan JI et al, « A longitudinal study of abnormalities on MRI and disability from multiple sclerosis », N Engl J Med, 2002.Runmaker B, Andersson C, Oden A, Andersen O, « Prediction of outcome in multiple sclerosis based on multivariate models ». J Neurol, 1994.Runmaker B, Andersen O, « Prognostic factors in a multiple sclerosis incidence cohort with twenty five years of follow-up ». Brain, 1993.