Gepubliceerd op 22/09/2015 à 16:16
Vandaag bestaat er nog altijd geen enkele sluitende test of onderzoek om MS op te sporen. Toch is er al heel wat vooruitgang geboekt in dit domein. Zo zijn er de afgelopen decennia verschillende betrouwbare tests ontwikkeld. Hoe zijn de diagnosetechnieken ondertussen geëvolueerd? Een terugblik.
Oorspronkelijk werd MS (multiple sclerose) gediagnosticeerd op basis van het optreden van verschillende opstoten of van de geleidelijke verergering van de neurologische symptomen. Toch kunnen opstoten onopgemerkt blijven, terwijl de ziekte ondertussen wel degelijk voortwoedt. Daarbij vernietigt ze niet alleen de myeline schede - die de neuronen (hersencellen) beschermt - maar ook de neuronen zelf. Vandaag weten we trouwens dat er gemiddeld 5 tot 10 keer meer hersenletsels opgespoord worden via magnetische resonantie (MRI) dan er opstoten zijn. Bovendien kan MS dezelfde symptomen vertonen als andere neurologische aandoeningen, en omgekeerd.
Bij geëvoceerde potentialen (EP’s) wordt bestudeerd hoeveel tijd een visuele, auditieve of gevoelsprikkel nodig heeft om de hersenen te bereiken. Is de myelineschede aangetast, dan zal dit langer duren dan normaal. Deze techniek heeft een belangrijke rol gespeeld bij de diagnose van MS vóór de lancering van MRI, maar wordt vandaag nog zelden toegepast.
Een lumbale punctie kan dan weer de overmatige aanwezigheid opsporen van antilichamen die uitgescheiden worden in het cerebrospinaal vocht. Een teveel aan ‘klonen’ van antilichamen is daarbij een sterk argument voor de diagnose MS.
Tot in 2001 werd MS gediagnosticeerd op basis van een combinatie van deze beide tests en van klinische onderzoeken.
Tot nog toe bestond er nog geen enkel onderzoek om een typisch MS-hersenletsel op te sporen. MRI (magnetische resonantie) was het eerste onderzoek dat dergelijke letsels kan blootleggen en hun verloop kan volgen, en vormde dan ook een zeer krachtig nieuw diagnose-instrument.
Naast de lancering van MRI werden ook de zogenaamde ‘criteria van McDonald’ gepubliceerd. Hun doel? De interpretatie van de resultaten van MRI en klinische onderzoeken sturen.
Het volstaat niet om een typerend MS-letsel vast te stellen via MRI om de diagnose te stellen.
Neurologen wereldwijd gebruiken vandaag deze criteria in hun dagelijkse praktijk. Ze leveren niet alleen een vroegere diagnose op, maar ook een snellere behandeling. Zo’n tijdige behandeling is des te zinvoller omdat de huidige behandelingen allemaal preventief zijn en elke opstoot blijvende letsels kan veroorzaken.
Dankzij de criteria van McDonald is er ook niet langer systematisch een lumbale punctie nodig, wat niet bepaald een aangenaam onderzoek is voor de patiënt.
Elise Dubuisson
Deel en print dit artikel
Daarvoor worden verschillende verklaringen naar voren geschoven:
Multiple sclerose is een complexe en multifactoriële aandoening. De precieze oorzaak is nog altijd niet bekend, maar het onderzoek gaat erop vooruit en het plaatje wordt...
Lees verderMultiple sclerose (MS) hangt niet samen met één enkel gen. De ziekte ontwikkelt zich door een combinatie van genetische kenmerken....
Lees verderDe huidige MS-behandelingen werken in op de myelinebeschadiging, door de ontstekingsverschijnselen te verminderen. Daarnaast zijn onderzoekers momenteel een aanvullende m...
Lees verderDe MS Connections-campagne draait om het opbouwen van gemeenschapsconnectie, zelfconnectie en connecties met kwaliteitszorg. De campagnelijn is 'I Connect, We Connect' en...
Lees verderInterview met dr. Tatjana Reynders, neuroloog aan het UZA.
Neuroloog Dr. Danny Decoo, AZ Alma
Joyce, 44 jaar
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen