Bij hemodialyse wordt het bloed van de patiënt via een slangetje naar de kunstnier geleid, waar zich de membranen voor zuivering en de spoelvloeistof (of dialysaat) bevinden. De kunstnier bestaat uit een filter, de dialysator, die een membraan bevat dat beide compartimenten scheidt. Het eerste bevat het bij de patiënt afgetapte bloed, het tweede de dialysevloeistof. De uitwisseling tussen het bloed en de dialysevloeistof gebeurt via dit membraan, zodat de bloedsamenstelling weer in evenwicht raakt en afvalstoffen zoals creatinine en het overtollige water geëlimineerd worden.
Om het aftappen van het bloed te vergemakkelijken, moet een chirurg eerst een fistel aanleggen ter hoogte van de onderarm, als verbinding tussen een slagader en een ader. De ader zet uit door de verhoogde druk van het slagaderlijke bloed. Daardoor is de uitgezette ader aanprikbaar, zodat het bloed met voldoende druk tot in het dialyseapparaat kan worden geleid. Nadat het door de kunstnier is gepasseerd, wordt het teruggestuurd naar de patiënt via een andere punctie in de fistel. Uiteraard moet die fistel zorgvuldig verzorgd worden om zolang mogelijk functioneel te blijven. Ongeveer 50 tot 60% van de fistels is na drie jaar nog altijd bruikbaar. Omdat de gemiddelde leeftijd van patiënten die starten met dialyse steeds hoger ligt, wordt het steeds moeilijker om bruikbare fistels te vervaardigen. De reden hiervoor is de kwetsbaarheid van de bovendien vaak vernauwde bloedvaten. Een permanente toegang tot een grote ader in de hals (catheter in de halsader of in de ondersleutelbeenader) kan een alternatief bieden. Deze oplossing is eerder makkelijk aan te brengen en biedt goede resultaten inzake afvoering van toxines. Het nadeel ervan is dan weer dat het risico op infecties groter is en dat de oplossing niet altijd functioneel is (trombose van de catheter).
Hemodialyse gebeurt twee tot drie keer per week. Een sessie duurt tussen drie en vijf uur.
Hemodialyse gebeurt meestal in het ziekenhuis, maar onder bepaalde voorwaarden kan ze ook thuis of in een zogenaamd autodialysecentrum plaatsvinden. Die oplossing is een mooi compromis: de patiënt monteert zelf zijn toestel, maar wordt geholpen door een medisch team, dat minder talrijk is dan in het ziekenhuis.
De patiënt wordt vóór elke hemodialysesessie gewogen, om na te gaan hoeveel hij sinds de vorige sessie is bijgekomen. Na het aanprikken van de fistel, kan de hemodialyse beginnen. Tijdens de sessie kan de patiënt lezen, slapen, muziek beluisteren of tv-kijken. Na de dialyse wordt hij opnieuw gewogen, om zijn "droog gewicht" te kennen, d.w.z. het gewicht na eliminatie van het overtollige water.
Wie een nier wil schenken aan een naaste, verkeert het best in uitstekende gezondheid. "Aangezien het om een operatie gaat waarbij de donor niets...De nierfunctie evalueren
Om de donor zo weinig mogelijk risico's te laten lopen na de transp...Moeten kandidaat-nierdonoren aan bepaalde criteria voldoen om een goede levenskwaliteit te behouden?
"De meeste patiënten met nierinsufficiëntie krijgen bloedarmoede doordat hun nieren minder erytropoëtine afscheiden, een hormoon dat rode bloedcellen...In de predialysefase
Er zijn drie soorten vaccins op de markt: inactieve moleculen, moleculen die niet-pathogeen zijn gemaakt via genetische...Personen met verminderde afweer: opgelet, gevaar!
Jan Donck, nefroloog in het AZ Sint-Lucas Gent
Bruno Woitrin, voorzitter van AIRG België
Tatiana Diakun is verpleegster en gespecialiseerd in peritoneale dialyse
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen