Kinesitherapie
Kinesitherapie is noodzakelijk voor de therapeutische behandeling van psoriatische artritis, naast de medicamenteuze behandeling. Kinesitherapie heeft de volgende doelstellingen:
- Het voorkomen van ankylose, d.w.z. een beperkte mobiliteit, of de verstarring van de gewrichten.
- De gewrichten beweeglijk en soepel houden of maken.
- Spierafbraak voorkomen
- Gewrichtsmisvormingen voorkomen of beperken
- De pijn verzachten
- De algemene fysieke conditie onderhouden
De behandeling moet buiten de ontstekingsaanvallen gebeuren. De kinesitherapiesessies moeten worden aangevuld met oefeningen thuis.
Chirurgie
In geval van een ernstige evolutie, wanneer een gewricht erg beschadigd is, kan een chirurgische ingreep noodzakelijk zijn om:
- Het beschadigde gewricht te vervangen door een prothese (heup, knie ...)
- De gewrichtsaantasting of de vervorming van de wervelkolom (in zeldzame gevallen) te herstellen of te corrigeren.
Dankzij de wetenschappelijke vooruitgang op het gebied van medicatie, wordt minder vaak chirurgisch ingegrepen dan vroeger.
Dit artikel kwam tot stand met de medewerking van prof. Rik Lories, reumatoloog verbonden aan UZ Leuven.
Multidisciplinaire verzorging
In het licht van de talrijke aspecten van de ziekte vereist psoriatische artritis een multidisciplinaire aanpak met meerdere betrokkenen:
- Behandelende arts
- Reumatoloog
- Dermatoloog
- Orthopedisch chirurg
- Gespecialiseerd verpleegkundige
- Sociaal assistent
- Kinesitherapeut
- Patiëntenverenigingen
Medische opvolging
Het medisch team evalueert het evolutieniveau van de ziekte op basis van verschillende criteria:
- Het aantal pijnlijke gewrichten
- Het aantal keer dat de patiënt 's nachts wakker wordt van de pijn
- De duur en de ernst van de ochtendstijfheid
- Aantasting van de huid
- De aanwezigheid en/of het aantal extra-articulaire letsels
- De ontstekingsindicatoren (bloedanalyse)
- De beleving van de patiënt
Dit artikel kwam tot stand met de medewerking van prof. Rik Lories, reumatoloog verbonden aan UZ Leuven.
Doelstellingen van de medicamenteuze behandeling
Medicatie tegen psoriatische artritis heeft verschillende doelstellingen:
- De symptomen verminderen (pijn, stijfheid, opzwelling ...)
- De ontsteking onder controle brengen
- Zoveel mogelijk de aantasting van de gewrichten voorkomen
- De levenskwaliteit van de patiënt verbeteren
- Ziekten die verband houden met psoriatische artritis verzorgen (psoriasis, diabetes, oogaandoeningen, hartproblemen ...)
Medicamenteuze symptoombehandelingen
Een reeks geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van symptomatische reuma kunnen de symptomen verminderen, zonder echter de evolutie van de ziekte af te remmen. Er bestaan meerdere soorten:
- Pijnstillers (bijvoorbeeld paracetamol)
- Niet-steroïde ontstekingsremmers, zoals ibuprofen of diclofenac, bestrijden pijn en verminderen de ontsteking. Ze worden vaak voorgeschreven als de wervelkolom aangetast is (axiale vorm), maar het gebruik ervan moet beperkt worden tot periodes met pijn.
- Medicatie op basis van cortisone (corticoïden) bestrijden de symptomen en voorkomen tegelijk dat de gewrichtsletsels erger worden. Ze kunnen best door infiltratie (lokaal) worden toegediend. Corticoïde-infiltraties kunnen toegediend worden om de pijn te verzachten bij zware ontsteking van een pees of gewricht. Cortisone gebruik met pillen (systemisch) wordt meestal afgeraden omdat het stoppen ervan een ziekteopstoot ter hoogte van de huid kan uitlokken.
Medicamenteuze basisbehandelingen
Basisbehandelingen hebben tot doel om de evolutie van de ziekte en dus de gewrichtserosie te beperken. Ze werken specifiek in op de biologische mechanismen die verantwoordelijk zijn voor de ontsteking en worden vaak gebruikt als aanvulling bij de symptomatische behandeling, met name wanneer die niet doeltreffend genoeg is of als de ziekte meerdere gewrichten aantast. Er kunnen verschillende geneesmiddelen gebruikt worden voor achtergrondbehandeling.
- Disease-modifying antirheumatic drugs (ziekteverloop beïnvloedende geneesmiddelen tegen reuma) (DMARD): deze immunosuppressiva (methotrexaat, lefunomide, sulfalazine) zijn erop gericht om de ontsteking onder controle te houden door in te werken op het immuunsysteem. We worden oraal toegediend of ingespoten. DMARD's beginnen geleidelijk te werken na 6 tot 8 weken en moeten vervolgens op lange termijn worden ingenomen. Er moet een klinisch onderzoek en een bloedafname uitgevoerd worden alvorens de behandeling te beginnen. Aangezien er bijwerkingen kunnen optreden, moet de patiënt van nabij opgevolgd worden bij de inname van deze medicatie.
- Doelgerichte therapie op basis van apremilast: apremilast is een inhibitor van het enzym fosfodiësterase 4 (PDE4), dat specifiek inwerkt op de binnenkant van cellen door de hoeveelheid stoffen die de ontsteking verzachten (ontstekingsremmende mediatoren) te vergroten en de hoeveelheid stoffen die de ontsteking versterken (ontstekingsbevorderende mediatoren) te verminderen. Deze medicatie, die oraal wordt toegediend, wordt voorgeschreven wanneer DMARD's niet doeltreffend genoeg zijn of slecht verdragen worden. Aangezien apremilast over het algemeen goed verdragen wordt, moet de specifieke medische balans niet worden opgemaakt vóór het begin van de behandeling en moeten er tijdens de behandeling geen regelmatige bloedafnames gedaan worden.
- Biologische behandelingen: biologische behandelingen, ook wel biotherapieën genoemd, doen een beroep op antilichamen die lijken op degene die aangemaakt worden door ons eigen organisme en die verkregen worden door zogenaamde 'genetische recombinatietechnieken'. Deze biologische geneesmiddelen vallen zeer actieve moleculen aan in het ontstekingsproces. Ze worden toegediend in geval van actieve en evolutieve psoriatische artritis en wanneer voorgaande achtergrondbehandelingen onvoldoende doeltreffend waren. Er zijn verschillende biotherapieën:
- TNF-remmers: deze geneesmiddelen blokkeren de werking van de TNF (Tumor Necrosis Factor), een proteïne dat een centrale rol speelt in het ontstekingsmechanisme en waarvan het immuunsysteem te veel produceert bij psoriatische artritis. De behandeling met TNF-alfa-remmers bindt en neutraliseert TNF en vermindert op die manier het ontstekingsproces. Deze behandeling wordt subcutaan toegediend.
- Anti-interleukines, in het bijzonder anti-interleukine 17 of anti-interleukine 12/23 remmen de activiteit van deze interleukines af. Dat zijn eiwitten die geproduceerd worden door het immuunsysteem en een rol spelen bij de ontsteking. Het principe van de behandeling is hetzelfde als bij TNF-remmers.
Voordat biologische therapieën voorgeschreven worden is een pre-therapeutische balans nodig, die de afwezigheid moet bevestigen van een ernstige infectie (met name tuberculose), maar ook van een antecedent van kanker of multiple sclerose, een hartafwijking of een zwangerschap.Tijdens de behandeling moet de patiënt medisch worden opgevolgd.
Dit artikel kwam tot stand met de medewerking van prof. Rik Lories, reumatoloog verbonden aan UZ Leuven.