Gepubliceerd op 23/02/2011 à 23:08
Incontinentie en alzheimer
Incontinentie is een frequent probleem bij de ziekte van Alzheimer. Maar zijn beide aandoeningen onlosmakelijk met elkaar verbonden? En bestaan er oplossingen voor?
We vroegen het aan dr. Anne-Geneviève Herbaut, neuro-urologe in de Multidisciplinaire Bekkenbodemkliniek van het Erasmusziekenhuis (Brussel).
Geen onoverkomelijk probleem!
Dr. Herbaut laat er geen twijfel over bestaan: incontinentie is GEEN onoverkomelijk probleem bij alzheimerpatiënten. Zeker niet in het beginstadium van de ziekte.Incontinentie en alzheimer zijn twee typische bejaardenziekten, maar we mogen er absoluut niet van uitgaan dat een alzheimerpatiënt automatisch ook incontinent wordt.
Verschillende factoren spelen een rol Incontinentie is vaak te wijten aan verschillende factoren die volledig losstaan van de ziekte van Alzheimer:
- verloskundige en chirurgische antecedenten (bevallingen, hysterectomie,
) bij vrouwen,
- prostaatproblemen bij mannen,
- slecht beheerste diabetes,
- medicatie,
- bedplassen tijdens de kindertijd (een teken dat de persoon in kwestie een overprikkelbare of kleine blaas heeft, waardoor hij of zij incontinent dreigt te worden zodra er sprake is van intellectuele achteruitgang),
-
Vandaar dat de precieze oorzaak moet worden achterhaald en behandeld. Dat kan alleen door een arts te raadplegen, benadrukt dr. Herbaut.
Geneesmiddelen- en andere oplossingen
In de vroege stadia van alzheimer kunnen kineoefeningen de bekkenbodemspieren versterken en de urineeraandrang beter helpen te beheersen. Uiteraard vereist dit de nodige medewerking van de patiënt, wat niet langer mogelijk is in een matig stadium van de ziekte.Anticholinergica gaan niet door de bloed-hersenbarrière en kunnen de hevige urineeraandrang en frequent urineren verminderen zonder de geneesmiddelen tegen alzheimer tegen te werken. Ook sommige antidepressiva van het type SSRI’s kunnen nuttig zijn bij inspanningsincontinentie.
Praktische maatregelen voor de verzorger
Er bestaan een reeks eenvoudige maatregelen om het risico op urineverlies te verminderen:
- De verzorger kan de patiënt aanmoedigen om minstens om de twee uur naar het toilet te gaan.
-
Urinebevorderende dranken vermijden: koffie en dranken van het type cola (cafeïne), thee (theïne) en alcohol, die de blaas overprikkelbaar maakt.
-
Diuretica (vochtdrijvende geneesmiddelen) zo veel mogelijk beperken.
Dagincontinentie en nachtincontinentie
Incontinentie kan in sommige gevallen alleen overdag of ‘s nachts optreden, maar ook permanent zijn. Nachtelijke incontinentie komt vaak voor bij mensen die slaapmiddelen nemen. Vandaar dat de dosis verlaagd moet worden en de patiënt er zo mogelijk zelfs moet mee stoppen.
Ernstig stadium en fecale incontinentie
In een ernstig stadium van de ziekte heeft de patiënt het soms moeilijk om zijn sluitspieren te beheersen. Daardoor moet hij plots dringend urineren of defeceren en kan hij zich niet langer inhouden, met min of meer frequente ongevallen tot gevolg.Fecale incontinentie doet zich in een later stadium van de ziekte voor dan urine-incontinentie, omdat de patiënt zich ondanks zijn stoelgangbehoefte niet meer bewust is van het nut van naar het toilet gaan.Vanaf een bepaald moment wordt het dragen van een bescherming noodzakelijk (in dat geval is het opletten voor eventuele huidproblemen of doorligwonden).Daarvoor zullen in een bejaardentehuis wellicht luiers gebruikt worden. Thuis hangt alles af van de mantelzorger. Een luier is een “laatste redmiddel”, maar vanaf het beginstadium van de ziekte moeten er andere maatregelen genomen worden (zie boven).