Wat is de verklaring voor die snel verslechterende situatie ondanks het grote aantal gevaccineerde personen? “Op dit moment stelt men vast dat de concentratie antilichamen als gevolg van de eerste twee vaccinaties na verloop van tijd daalt”, verklaart Sophie Lucas, professor immunologie en manager van het de Duve Institute aan de UCL. “Vandaar het belang van de derde dosis, die de immuniteit tegen het virus een boost geeft en opnieuw veel efficiënter moet werken tegen een mogelijke infectie met het SARS-CoV 2-virus. Die boosterprik zorgt ervoor dat de door de eerste twee dosissen geïnduceerde immuniteit beter wordt en langer duurt. Een snelle aanpak is echt wat we nu nodig hebben. Anderzijds is de huidige gezondheidssituatie niet alleen het gevolg van die geleidelijke daling van de immuniteit. Ze houdt tevens verband met een combinatie van factoren, waaronder het niet te verwaarlozen deel van de bevolking dat nog niet gevaccineerd is, evenals de capaciteit van de deltavariant, die blijkbaar veel besmettelijker is dan zijn voorgangers.”
Wanneer is de tijd rijp voor een nieuwe versie van de vaccins? “Net als bij griep houden we de mutaties voortdurend in het oog”, antwoordt de wetenschapster. “Maar weinig mensen beseffen dat het griepvaccin elk jaar enorm veel werk vergt, waar wereldwijd ruim 200 laboratoria bij betrokken zijn. Daarbij analyseren ze de mutaties en onderzoeken ze hoe efficiënt het vaccin tegen het influenzavirus is. Dat vaccin wordt dus elk jaar aangepast. Voor het SARS-CoV 2-virus, de varianten en de werkzaamheid van de vaccins tegen die varianten is dat net hetzelfde, want talloze internationale experts nemen ze continu onder de loep. Dankzij die waakzaamheid werd trouwens de nieuwe omikronvariant ontdekt. Als de immuniteit en de antilichamen die gegenereerd worden door de vaccins en hun boosters niet langer volstaan om de circulerende varianten te bestrijden, is het tijd om de vaccins aan te passen. Het is mogelijk dat zoiets nodig wordt voor omikron, maar vandaag weten we dat nog niet en er is meer onderzoek nodig om dat te bepalen. In het ideale geval zouden we uiteraard liefst een vaccin ontwikkelen dat ons immuunsysteem leert hoe het moet optreden tegen een stabiel deel dat gemeenschappelijk is voor alle varianten van het SARS-CoV 2-virus. Kortom, een universeel vaccin.”
Bron: UCL.
Belangrijk is te praten over prikangst met bekenden of met je huisarts, je zult merken dat je zeker niet te enige bent. Vertel degene die je prikt over je angst, zodat ze daar rekening mee kunnen houden. Denk tijdens het prikken aan iets leuks of bedenk waarom het belangrijk is dat je de vaccinatie krijgt. Ontspan. Adem rustig in door je neus en uit door je mond. Blijf focussen op je ademhaling. Beloon jezelf na het prik.
Volgens de Wereldgezondheids- organisatie is het verminderen van pijn tijdens het prikken een belangrijke manier om naaldangst en de weerstand tegen vaccinatie te verminderen(1)(2). Dat kan eenvoudig door de huid op de prikplaats te verdoven met lidocaïne/prilocaïne. Pleisters met dit verdovende stofje zijn op artsenvoorschrift verkrijgbaar en moeten ten minste één uur voor de prik op de injectieplaats geplakt worden Als je opziet tegen de prikpijn, kun je aan je huisarts dus een recept voor een verdovingspleister vragen.
Niet minder dan 30 % van de bevolking in Nederland en België krijgt te kampen met angst voor naalden, hetgeen een impact heeft op de gezondheidszorg: mensen stellen een bezoek aan de tandarts uit of deinzen terug voor een bloedafname of – een bijzonder actueel thema – een vaccinatie.
Dr. Elisabeth Huis in ’t Veld (Dept. Cognitieve Wetenschappen en Artificiële Intelligentie, UniversityTilburg) kon allicht niet vermoeden dat haar onderzoek een beslissende wending zou nemen, toen ze iemand, die in de wachtkamer zijn beurt afwachtte voor een bloedafname, zag flauwvallen. Het was haar opgevallen dat de man even daarvooor nog een praatje had gemaakt en zich geenszins bewust leek van wat er stond te gebeuren. Uit daaropvolgende gesprekken met bloeddonoren, patiënten, artsen en zorgpersoneel zou duidelijk worden dat een dergelijk patroon veeleer de norm dan de uitzondering blijkt te zijn: vele mensen met naaldangst kunnen lang niet onder woorden brengen wat er in hen omgaat, tot ze plots sterke symptomen vertonen. Daarop besloot Dr. Huis in ’t Veld onderzoek uit te voeren naar de onderliggende neurologische mechanismen van naaldangst en op welke manier de fysieke en emotionele reacties die ermee gepaard gaan onder controle kunnen gebracht worden.
Op basis van haar hypothese dat onbewuste processen in de hersenen en het autonome zenuwstelsel een rol spelen bij angst voor naalden, werd – binnen het FAINT (FAcial Infrared Thermal imaging in the prevention of needle induced fainting) research project – een algoritme ontwikkeld dat in staat is om de vroegste symptomen van naaldangst te detecteren. Door middel van een warmtecamera wordt namelijk de temperatuur van elk domein in het aangezicht gemeten en wordt de stress status van een individu in kaart gebracht. Patronen die corresponderen met bepaalde emoties (bvb. bloedtoevoer, bleekheid, hartslag, ademhaling) worden herkend en zodoende kunnen vroege symptomen van naaldangst opgespoord worden. Het algoritme is m.a.w. in staat om het risico in te schatten of iemand met naaldangst al dan niet onwel gaat worden – en mogelijks zal flauwvallen – alvorens de persoon in kwestie zichzelf daarvan bewust is.
Dit algoritme werd vervolgens aangewend om de game App AINAR (Artificial Intelligence for Needle Anxiety Reduction) te ontwikkelen: een spelletje dat personen toelaat om hun naaldangst te visualiseren en te beheersen, en zodoende een bloedafname of een vaccinatie met vertrouwen tegemoet te zien (www.ainar.io). Het komt erop neer dat figuren, waarvan de kleuren een afspiegeling zijn van iemands stress-status, via visualisaties ingekleurd worden, waarbij rood (stress) dient vervangen te worden door blauw. Terwijl de camera het gezicht ononderbroken scant voor stress symptomen en naaldangst, wordt via een neurologisch terugkoppelingsmechanisme (bio-feedback) aangegeven of de gebruiker al dan niet gekalmeerd is (rood wordt blauw of vice versa). Zodoende leert iemand op een speelse manier zijn naaldangst via visualisties en/of gedachten onder controle te brengen, op een wijze die voor hem of haar het beste functioneert.
Als de persoon in kwestie het toelaat, worden zijn data gebruikt om het algoritme aan te passen en te verbeteren.
Bronnen (1)Reducing pain at the time of vaccination: WHO position paper, September 2015, 39, 2015, 90, 505-516 https://www.who.int/wer/2015/wer9039.pdf?ua=1 (2)Report to SAGE on reducing pain and distress at the time of vaccination [Internet]. Geneva: SAGE Technical Consultation Group on Reducing Pain and Distress at the Time of Vaccination; 2015 [updated 2015 Mar 31; cited 2015 May 19]. Available from: http://www.who.int/immunization/sage/meetings/2015/april/1_SAGE_latest_pain_guidelines_March_24_Final.pdf?ua=1 (accessed August 2015).
De twee belangrijkste soorten vaccins tegen SARS-COV2 zijn geïnactiveerde vaccins, gemaakt op basis van passieve moleculen. Met die vaccins heb je geen enkel risico om de ziekte te krijgen.
Boodschapper-RNA-vaccins (mRNA-vaccins) zoals Pfizer/BioNTech en Moderna bevatten een boodschapper-molecule (mRNA) met de welbepaalde genetische code om het oppervlakte-eiwit van COVID-19 (spike) aan te maken.
Adenovirusvaccins (AstraZeneca en Johnson&Johnson) bevatten een levend, maar onschuldig gemaakt virus (een adenovirus), dat een welbepaald deel van het DNA van het SARS-COV2-virus transporteert.
De kennis over de vaccins en hun bescherming tegen varianten van COVID-19 evolueert snel. Op dit moment ziet het ernaar uit dat steeds meer mensen zullen worden gevaccineerd met mRNA-vaccins, die verschillende voordelen bieden. Zo bezitten ze een grotere efficiëntie (ruim 90% bescherming tegen het coronavirus), hebben ze de minste bijwerkingen en reageren ze het best op de diverse varianten (terwijl het AstraZeneca-vaccin minder dan 10% werkzaam is tegen bijvoorbeeld de Zuid-Afrikaanse variant). Voorts zijn het de enige vaccins die mogen worden toegediend aan zwangere vrouwen in het tweede trimester van de zwangerschap.
Oudere mensen die zich moeilijk kunnen verplaatsen, zal men thuis vaccineren met het Johnson&Johnson-vaccin, waarvan slechts één dosis vereist is.
Weetje: mRNA-vaccins hebben de grootste toekomstperspectieven. Men kan ze snel en eenvoudig produceren, en ze bieden betere resultaten zonder toevoeging van adjuvantia om de immuunrespons van het lichaam te verbeteren. Het enige probleem is de manier van bewaring: die kan namelijk nog beter.
Het is niet nodig om bang te zijn voor pijn als gevolg van de injectie van het vaccin. Daar bestaan namelijk handige middeltjes voor. Zo kun je vragen aan je arts om je verdovende EMLA-patches (lidocaïne en prilocaïne) voor te schrijven. Als de pleister minstens één uur op voorhand op de prikplek wordt aangebracht, is de prik zo goed als pijnloos. Om ongewenste plaatselijke bijwerkingen (blauwe plek, gezwollen, pijnlijke arm) te voorkomen, is het belangrijk dat je de geïnjecteerde arm in de juiste positie houdt. Span de schouder niet op, maar ontspan en laat de schouder zakken. Plaats vervolgens je elleboog op je knie.
Weet dat ernstige bijwerkingen als gevolg van de injectie met een adenovirusvaccin zoals AstraZeneca en Johnson&Johnson (trombose en trombocytopenie) uiterst zeldzaam zijn. Een grieperig gevoel (koorts, spierpijn, rillingen …) kan voorkomen bij alle vaccins en houdt verband met de immuunreactie. Dergelijke bijwerkingen duren maximaal 24 uur; men kan ze makkelijk bestrijden met paracetamol. Neem geen paracetamol vóór de injectie (dat helpt niet), maar alleen erna als je symptomen hebt.
Onze dank gaat uit naar dr. Patrick de Moor, Medisch Directeur van de Vivio-Vivactis Group
Sinds 2019 combineert Sciensano via het online ‘Health Status Report de resultaten van verschillende studies en bronnen om in te schatten hoe gezond de Belgische inwoners zijn. Algemeen genomen zijn we eerder gezond, maar op sommige vlakken, zoals de mentale gezondheid, scoren we niet echt goed. De covid-19-crisis had ook een duidelijke impact op de gezondheid. Daarnaast blijven er op gezondheidsvlak belangrijke ongelijkheden, zowel op regionaal als op socio-economisch vlak.
“We werken het onlinerapport constant bij met de meest recente gegevens om te antwoorden op de vraag: hoe gezond zijn de Belgische inwoners?”, aldus Brecht Devleesschauwer, epidemioloog bij Sciensano. “Met deze tool kunnen beleidsmakers een gezondheidsbeleid ontwikkelen en op continue basis bijsturen op maat van de huidige noden.”
Op basis van de beschikbare gegevens tot eind 2021, stellen we vast dat de Belgische inwoners in het algemeen in goede gezondheid verkeren, al zijn er belangrijke aandachtspunten. Een aantal bevindingen: “Wat betreft de subjectieve gezondheid, dus hoe we onze eigen gezondheid inschatten, scoren we beter dan het EU-15-gemiddelde (i.e. onze buurlanden). 77% van de Belgische inwoners beoordeelde zijn gezondheid in 2018 als goed of zeer goed.”
Voor levensverwachting, situeren we ons lager dan het EU-15-gemiddelde. Ten gevolge van het hoge sterftecijfer in het eerste jaar van de covid-19-pandemie, daalde onze levensverwachting met één jaar tot 80,8 jaar in 2020. In 2018 waren de 3 belangrijkste doodsoorzaken bij mannen coronaire hartziekten, longkanker en cerebrovasculaire aandoeningen (incl. hoge bloeddruk). Bij vrouwen waren dat dementie, cerebrovasculaire aandoeningen en coronaire hartziekten.
De mentale gezondheid van de bevolking ging erop achteruit sinds het begin van de covid-19-crisis. In vergelijking met 2018 observeren we meer angst- en depressieve stoornissen (vooral bij jongeren), zorgwekkende cijfers wat betreft zelfmoordgedachten en -pogingen, beperkte sociale ondersteuning en een lage levenstevredenheid. Dit lijkt gepaard te gaan met perioden waarin het aantal COVID-19-gevallen toeneemt en waarin dus strengere maatregelen gelden ter bestrijding van de pandemie.
Meer dan 1 op de 4 inwoners geeft aan te leven met ten minste 1 chronische ziekte. De 6 meest gerapporteerde chronische ziekten zijn lage rugaandoeningen, hoog cholesterolgehalte, hoge bloeddruk, allergie, artrose en nekaandoeningen.
De socio-economische ongelijkheden in gezondheid houden aan. Personen met een hoog opleidingsniveau verkeren in het algemeen in een betere gezondheid en leven ook langer in goede gezondheid dan personen met een lager opleidingsniveau.
Bron: https://www.sciensano.be/nl/pershoek/hoe-het-gesteld-met-de-gezondheid-van-de-belgen
De vaccinatiecampagne voor kinderen draait op volle toeren. Voor vaccinatiecentra betekende dit een heuse ommezwaai naar een kindvriendelijke aanpak, een kind is immers geen kleine volwassene. Dat vertaalde zich in aparte vaccinatielijnen, vaccinatie op specifiek voorziene momenten tot heuse make-overs, clowns en geschenkjes voor de dapperste kinderen. In verschillende vaccinatiecentra anti COVID-19 is kindvriendelijkheid echter meer dan een hoedje op het hoofd van de vaccinator, een leuke locatie of het uitreiken van een prikdiploma.
Vele vaccinatiecentra gaan daarom een stap verder en maken gebruik van Buzzy, een klein medisch vibrerend hulpmiddel in de vorm van een lieveheersbeestje of een bijtje met koude gelpads in de vorm van vleugels. Door zijn vibrerend en huidkoelend effect zorgt Buzzy enerzijds voor afleiding en anderzijds voor een bewezen pijnstillend effect tijdens de vaccinatie. Buzzy wordt kort op de bovenarm geplaatst, tussen de injectieplaats en de hersenen (‘between the pain and the brain’). Het trillen van Buzzy brengt de zenuwen in de war, zodat er geen scherpe pijn wordt gevoeld. Buzzy doet drie dingen: het koelt de prikplek, het leidt af en het toestelletje trilt. Wanneer zenuwen niet-pijnlijke signalen zoals koude en trillingen ontvangen, sluiten de hersenen de poort voor pijnsignalen. Het trillen van Buzzy en de koude van de ijsvleugeltjes krijgen voorrang en zijn dominant over de pijn. Het kind ervaart nog wel een zogenaamde tastsensatie, maar niet meer de pijn van de prik.
Met het verminderen van prikangst draagt dit toestelletje bij aan de bestrijding van de COVID-19- pandemie. Buzzy is een evidence based hulpmiddel, ontwikkeld door een kinderarts en wordt gebruikt in verschillende ziekenhuizen zoals UZ Leuven, UZ Gent, UZA, AZ Sint Jan Brugge Oostende en vele andere. In deze ziekenhuizen maakt Buzzy al geruime tijd onderdeel uit van de integrale pijnbehandeling binnen kindergeneeskunde.
Bron: Belga.
Belangrijk is te praten over prikangst met bekenden of met je huisarts, je zult merken dat je zeker niet te enige bent. Vertel degene die je prikt over je angst, zodat ze...
Lees verderDe twee belangrijkste soorten vaccins tegen SARS-COV2 zijn geïnactiveerde vaccins, gemaakt op basis van passieve moleculen. Met die vaccins heb je geen enkel risico om de...
Lees verderVerschillende middelen en technieken kunnen je helpen, afhankelijk van de ernst van je angst voor naalden. Of het nou gaat om angst tijdens een vaccinatie, een bloedafnam...
Lees verderAngst voor naalden, ook wel belonefobie, naaldenangst of prikangst genoemd, komt veel vaker voor dan men denkt. Volgens een meta-analyse is 20 tot 30% van de volwassen po...
Lees verderEen gesprek met Dr. Elisabeth Huis in´t Veld, assistent professor Cognitieve Wetenschappen en Artificiele Intelligentie aan de Universiteit van Tilburg.
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen