Chirurgie komt alleen in aanmerking als alle andere behandelingen niet helpen en wordt alleen toegepast bij zware gevallen van hyperhidrosis.
Er zijn twee mogelijke operaties:
De effecten van beide ingrepen zijn onomkeerbaar.
Naast de eventuele operatieve complicaties die eigen zijn aan elke chirurgische ingreep, kan een sympathectomie ook specifieke bijwerkingen veroorzaken.
10 tot 40% van de mensen(1) die deze ingreep ondergaan, hebben last van zogenaamde compensatoire hyperhidrosis. Het probleem van hyperhidrosis is op de behandelde plaats dan wel verdwenen (in de oksels bijvoorbeeld), maar treedt nu op andere plaatsen op plaats zoals de rug, de borst, de armen en benen of het gezicht.
Het stilleggen van de zweetproductie in bepaalde lichaamszones kan trouwens ook een droge huid veroorzaken.
Als de zweetklieren worden weggenomen, kan het gevormde litteken soms onesthetisch zijn en in bepaalde gevallen het bewegen belemmeren.
(1) Eisenach J.H., Atkinson J.L., Fealey R.D. Hyperhidrosis: evolving therapies for a well-established phenomenon. Mayo Clin Proceedings. 2005 May; 80 (5): 657-66.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met dr. Dominique Tennstedt, dermatoloog in de Cliniques universitaires Saint-Luc in Brussel, en dr. Thomas Maselis, dermatoloog in Tienen.
Om gegeneraliseerde hyperhidrosis te verhelpen, kunnen in sommige gevallen orale anticholinergica worden voorgeschreven, zoals oxybutynine. Dat laatste middel wordt ook gebruikt tegen bedplassen. Deze geneesmiddelen hebben soms wel bijwerkingen zoals plasproblemen, een droge mond, versneld hartritme, gezichtsstoornissen enz.
Ook bepaalde antidepressiva kunnen nuttig zijn. Mensen met een depressie als gevolg van heel zware hyperhidrosis worden soms behandeld met een type van antidepressiva die een droge huid veroorzaken, waardoor met de depressie ook het overmatig zweten wordt aangepakt.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met dr. Dominique Tennstedt, dermatoloog in de Cliniques universitaires Saint-Luc in Brussel, en dr. Thomas Maselis, dermatoloog in Tienen.
Deodorants zijn niet te verwarren met antitranspiranten. De eerste zorgen ervoor dat we ook als we zweten, goed ruiken dankzij microbedodende stoffen of parfums die de slechte geurtjes maskeren.
Antitranspiranten van hun kant proberen de zweetproductie af te remmen.
De eerste remedie bij lichte of matige hyperhidrosis zijn lokale antitranspiranten op basis van aluminiumzouten. Ze zijn rechtstreeks en alleen op die plaatsen aan te brengen waar het zweten overdadig is. De aluminiumzouten verstoppen de huidporiën en/of remmen de werking van de zweetklieren af, waardoor het zweten vermindert. Deze middelen zijn gebruiksvriendelijk en efficiënt. Antitranspiranten werken alleen in de zones waar ze worden aangebracht. Ze hebben dus geen impact op de duizenden klieren elders in het lichaam. Zweten blijft immers noodzakelijk om onze lichaamstemperatuur te regelen.
Antitranspiratiemiddelen op basis van aluminiumzouten bestaan in diverse vormen (gel, crème, lotion of spray) en zijn te krijgen in de grootwarenhuizen (de traditionele deodorants met antitranspirante werking). Voor meer specifieke oplossingen kunt u in de apotheek terecht. Sommige antitranspiranten werken meerdere dagen. Ze kunnen zonder probleem worden gecombineerd met een deodorant of parfum. Breng ze aan op een gezonde en droge huid en gebruik ze best niet 24 uur voor en 48 uur na het epileren.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met dr. Dominique Tennstedt, dermatoloog in de Cliniques universitaires Saint-Luc in Brussel, en dr. Thomas Maselis, dermatoloog in Tienen.
Botulinetoxine, beter bekend onder de merknaam Botox, is een natuurlijk gif dat geproduceerd wordt door de bacterie Clostridium botulinum (verantwoordelijk voor botulisme of voedselvergiftiging). Bij gebruik in lage dosissen ‘verlamt’ dit gif de spieren waarmee het in contact komt. Het middel kan ook worden gebruikt bij andere aandoeningen en gezondheidsproblemen, zoals een hyperactieve blaas of spasticiteit. Het wordt ook gebruikt in de esthetische geneeskunde om gezichtsspieren te ontspannen en zo de vorming van bepaalde rimpels tegen te gaan.
Lokale injecties met botulinetoxine type A kunnen het transport van signalen blokkeren tussen de zenuw en de zweetklier die zweet produceert en afvoert. De techniek wordt vooral toegepast bij hyperhidrosis axillaris (overmatige zweetproductie in de oksels).
Deze aanpak is relatief efficiënt, maar er is een minpuntje aan. De effecten zijn tijdelijk, zodat de injecties herhaald moeten worden om het effect te behouden (elke 7 tot 12 maanden voor de oksels en om de 4 tot 6 maanden voor de handen(1)). De behandeling is helaas relatief duur en wordt niet terugbetaald door het ziekenfonds.
(1) Anargyros Kouris, Kalliopi Armyra, Christos Christodoulou, Polixeni Karimali, Dimitrios Karypidis, and George Kontochristopoulos. Clinical Study - Quality of Life in Patients with Focal Hyperhidrosis before and after Treatment with Botulinum Toxin A. ISRN Dermatology. Volume 2014, Article ID 308650, 4 pages.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met dr. Dominique Tennstedt, dermatoloog in de Cliniques universitaires Saint-Luc in Brussel, en dr. Thomas Maselis, dermatoloog in Tienen.
Bij gelokaliseerde hyperhidrosis kan iontoforese de zweetproductie in de problematische zones verminderen. Hiervoor wordt lokaal een zwak elektrisch stroompje over de huid gestuurd. Tijdens de behandeling zit de patiënt 15 tot 20 minuten met zijn handen en/of voeten - afhankelijk van de zone waar de hyperhidrosis voorkomt - in een bad met kraantjeswater waar een zwakke elektrische stroom doorheen wordt gestuurd. De stroomsterkte wordt geregeld door een speciaal toestel.
Ook hyperhidrosis axillaris kan met iontoforese worden behandeld. De behandeling verloopt precies volgens hetzelfde principe: de patiënt krijgt dan sponsjes onder de oksels die in water zijn gedrenkt en waar een zwakke elektrische stroom doorheen loopt. Deze techniek is wel minder nauwkeurig en efficiënt. Iontoforese is volledig pijnloos. De patiënt voelt hooguit een lichte tinteling.
Er zijn verschillende behandelingen nodig om de therapie op te starten én daarna om de werking op termijn in stand te houden. In het begin zijn drie tot zes behandelingen per week nodig. Voor de onderhoudsbehandeling is dat één tot twee sessies per week.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met dr. Dominique Tennstedt, dermatoloog in de Cliniques universitaires Saint-Luc in Brussel, en dr. Thomas Maselis, dermatoloog in Tienen.
Chirurgie komt alleen in aanmerking als alle andere behandelingen niet helpen en wordt alleen toegepast bij zware gevallen van hyp...
Lees verderDr. Dominique Tennstedt, dermatoloog in de Cliniques universitaires Saint-Luc.
Didier, 32 jaar, handelsvertegenwoordiger
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen