Frank, 35 jaar, heeft de ziekte van Pompe
Frank heeft de ziekte van Pompe en aarzelde lang om voor kinderen te kiezen. Vandaag is hij de gelukkige papa van een dochtertje van twee en een half. Hij heeft maar van één ding spijt: dat hij niet vroeger de stap heeft gezet.
Vroeger woonden mijn vrouw en ik in een bel-etagewoning, met de garage op de benedenverdieping, de woonkamer op de eerste verdieping en de slaapkamers op de tweede. Met al die kronkeltrappen was deze woning niet geschikt voor mensen met de ziekte van Pompe en de bijbehorende problemen. In dergelijk huis waren kinderen gewoon uitgesloten, want ik had me er nooit kunnen verplaatsen met de baby, de luierpakketten, de kinderwagen … Pas toen we verhuisd waren, begonnen we ernstig aan kinderen te denken.
Aangezien de ziekte van Pompe genetisch is, was ik vooral bang om deze door te geven aan ons kind. Vandaar dat mijn vrouw een genetisch onderzoek (een gewone bloedafname) onderging om na te gaan of ze drager was van het defecte gen. Tot onze grote opluchting was ze dat niet. Nu we de zekerheid hadden dat ons kind de ziekte niet kon krijgen, waagden we het erop. Enkele maanden later kwam de kleine Eva in ons leven …
Toch was mijn angst daarmee niet volledig bezworen. Zou ik wel goed voor mijn kind kunnen zorgen? Gelukkig was mijn vrees snel van de baan. Ik ben weliswaar geen ‘gewone’ papa: ik kan mijn dochtertje niet in de armen nemen als ik rechtsta, ik moet gaan zitten om met haar te spelen … Maar ik heb het geluk een buitengewone echtgenote te hebben die zo nodig alle taken van mij overneemt. We hebben ook aangepast kinderverzorgingsmateriaal gekocht, al was dat misschien niet echt nodig, want ik kan mezelf nog vrij goed beredderen. Vandaag probeer ik alles zo normaal mogelijk aan te pakken. Als dat niet lukt, kan ik sowieso op mijn vrouw rekenen. We vinden altijd wel een manier om ons aan de situatie aan te passen.
Eva begrijpt de situatie perfect. We hebben haar op een eenvoudige manier uitgelegd wat mijn probleem is. Ze snapt perfect dat ik ziek ben en daardoor bepaalde dingen niet meer aankan. Nu ze opgroeit, probeert ze me zelfs zo goed mogelijk te helpen. Een voorbeeld? Ik kan moeilijk de trap op, en als ze vóór mij boven is, draait ze zich om, strekt ze haar armpjes uit en ‘helpt’ ze me met een bemoedigend “Komaan papa!” om de laatste treden te nemen.
Kortom, mijn dochtertje is mijn levensvreugde. Op dagen dat ik het echt niet zie zitten en bijvoorbeeld met lood in de schoenen naar mijn dagelijkse kine-sessies ga, hoor ik een stemmetje dat mij toefluistert: Laat de moed niet zakken, want je dochtertje heeft je nodig!. Al mijn angsten zijn gesmolten als sneeuw voor de zon. U kunt zich dan ook niet voorstellen hoe jammer ik het vind dat ik niet vroeger aan kinderen begonnen ben …
Deel en print dit artikel
Dankzij enzymtherapie is de levenskwaliteit van patiënten met de ziekte van Pompe sterk verbeterd. Toch blijven regelmatige kinesitherapiesessies hoe dan ook noodza...
Bij fabrypatiënten uit pijn zich in de vorm van acroparesthesieën: tintelingen en/of branderig gevoel in handen en voeten. S...Acroparesthesieën bij de ziekte van Fabry
Bij de ziekte van Krabbe heeft de patiënt een tekort aan een belangrijk enzym dat myeline aanmaakt. Myeline bedekt...Ziekte van Krabbe: het belang van een vroege diagnose
"Uw kind heeft een lysosomale ziekte." Een dergelijke mededeling slaat bij de meeste ouders in als een bom. Het is gewoonlijk op dat ogenblik dat een psycholoog van h...
"Terzake" ging op de Dag tegen Kanker een kijkje nemen in het Universitair Ziekenhuis van Antwerpen, waar naarstig aan een doorbraak wordt gewerkt: "Het is veelbelovend,...
Lees verderChronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen