Dagelijks leven

De cognitieve stoornissen kenmerkend voor MCI hebben geen sterke invloed op het dagelijks leven. Dat betekent dat de persoon met MCI de Activities of Daily Living (ADL, namelijk zich alleen wassen, kleden, alleen naar het toilet gaan, zich alleen in huis verplaatsen, continent zijn, zich alleen voeden…) alsook de Instrumental Acitivities of Daily Living (IADL, alleen de telefoon hanteren, boodschappen doen, het eten bereiden, het huishouden doen, de was doen, zich buitenshuis verplaatsen, eigen medicatie verzorgen, geld hanteren…) nog grotendeels zelfstandig kan uitvoeren. Het is echter mogelijk dat de patiënt met MCI bij bepaalde IADL-taken (zoals een agenda bijhouden bijvoorbeeld) hulp nodig heeft van een naaste.

Populatiestudies tonen aan dat lichamelijke beweging, cognitieve activiteit, niet roken, matig gebruik van alcohol gepaard gaan met een verlaagd risico op MCI. Of deze maatregelen ook verdere cognitieve achteruitgang bij mensen MCI kunnen voorkomen is nog niet duidelijk gebleken uit onderzoek.