Personen die al aan nierfalen lijden, moeten bepaalde geneesmiddelen vermijden. Sommige antibiotica en ontstekingsremmers kunnen namelijk een bestaande nierinsufficiëntie verergeren. Uit een Britse studie blijkt echter dat die basisregel nog al te vaak overtreden wordt. Zo zou 12,5% van alle nierpatiënten nog altijd ontstekingsremmers nemen, de zogenaamde NSAID's (niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen). Die hebben een nefast effect op de nierfunctie. Dat geldt zowel voor de klassieke NSAID's als voor de nieuwe moleculen (coxibs). Zelfs NSAID's in zalf- of crèmevorm kunnen deze schadelijke werking hebben.
Bij een verminderde nierfunctie moet zeer voorzichtig worden omgesprongen met het toedienen van jodiumbevattende contraststoffen bij radiologisch onderzoek. Deze stoffen kunnen immers de nierwerking plots sterk doen verslechteren. Sommige maatregelen (zoals veel drinken) kunnen dit risico weliswaar verminderen, maar niet uitschakelen.
De directe kosten van de dialysebehandeling worden terugbetaald door het ziekenfonds van de patiënt. Eventueel kan hij een aanvullende verzekering nemen bij zijn ziekenfonds of een privéverzekering, die volledig of gedeeltelijk de kosten dekt die hij zelf moet betalen (remgeld op geneesmiddelen en bloedanalyses).
Kandidaten voor een niertransplantatie krijgen een deel van het inschrijvingsgeld om op de wachtlijst van EUROTRANSPLANT (instelling voor orgaantoewijzing) te worden gezet, gedeeltelijk terug van het RIZIV.
Als de nierinsufficiënt geen of een laag inkomen heeft, kan hij een erkenningsaanvraag of een aanvraag voor een invaliditeitsuitkering indienen bij de sociale dienst van zijn gemeente (hij krijgt dan een formulier dat hij ingevuld moet versturen naar de Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid.
De arts van de Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid zal hem eventueel voor een bepaald percentage gehandicapt verklaren en hem een aantal punten toekennen. Afhankelijk van het aantal punten, zijn inkomen en zijn gezinssituatie, komt hij in aanmerking voor een inkomensvervangende tegemoetkoming, een integratietegemoetkoming, sociale voordelen, een bijkomende belastingvrijstelling op inkomsten, een korting inzake onroerende voorheffing, een parkeerkaart, het sociaal telefoontarief, vrijstellingen en kortingen op gas en elektriciteit, openbaar vervoer, autobelasting... Er bestaan dus heel wat steunmaatregelen die aanzienlijk kunnen verschillen naargelang de gehanteerde criteria: inkomen, percentage handicap en gezinssituatie. Nierinsufficiënten doen er dan ook goed aan informatie in te winnen bij hun sociale dienst.
Sinds 1 juni 2009 komen de chronische nierpatiënten met een glomerulaire filtratie van minder dan 45 ml/min. of een proteïnurie van meer dan 1 g/dag in aanmerking voor een zorgtrajectcontract. Door dit contract te ondertekenen, verbindt de patiënt zich ertoe om minstens twee keer per jaar op bezoek te gaan bij zijn huisarts en minstens één keer per jaar bij zijn specialist (beiden moeten het contract eveneens ondertekenen). Een andere voorwaarde: zijn globaal medisch dossier (dat een aantal gegevens bevat over zijn ziekte, de huidige behandeling(en)...) laten beheren door zijn huisarts. Dankzij dit systeem krijgen chronisch zieken een betere terugbetaling van hun consulten bij hun huisarts en hun specialist. Ze hebben ook toegang tot materiaal en diensten: terugbetaling van een bloeddrukmeter (op voorschrift van de huisarts) en van dieetconsulten in het geval van chronische nierpatiënten.
De zieke nieren zijn niet meer in staat om een teveel aan zout (natrium) te verwerken. De dagelijkse portie keukenzout in de voeding bedraagt daarom best niet meer dan 4 tot 6 gram per dag. Een "normaal" dieet bevat doorgaans 12 tot 15 gram per dag. Bij nierinsufficiëntie kan een te hoge zout- en waterinname tot waterretentie leiden, die op haar beurt hoge bloeddruk, oedeem en zelfs een hartcompensatie kan veroorzaken.
De uitscheiding van kalium is bij nierpatiënten verminderd, wat tot een te hoog kaliumgehalte in het bloed en eventueel tot hartritmestoornissen kan leiden. Soms moet dus ook de kaliuminname worden beperkt. Wees in dat geval vooral matig met kaliumrijke eetwaren zoals rauwe groenten, peulvruchten, aardappelen, chips, chocolade, noten en fruit.
Onder meer gedroogd en gekonfijt fruit, banaan, abrikoos, avocado en meloen bevatten veel kalium.
Bij een beginnende nierinsufficiëntie is het aan te raden om slechts eenmaal per dag vis, vlees of eieren te eten. Zo worden de nieren niet te zwaar belast door de afvalstoffen van deze eiwitrijke voedingsmiddelen. Bij gevorderde nierinsufficiëntie is een grotere beperking van de eiwitinname nodig. Zo mogelijk moet de dagelijkse eiwitinname beperkt worden tot 0,8-1,0 gram per kg ideaal lichaamsgewicht. Eiwitbeperking mag echter in geen geval tot ondervoeding leiden. De voeding van dialysepatiënten moet voldoende eiwitten bevatten. Bij het dialyseproces gaan immers aminozuren verloren, de bouwstenen van eiwitten. De dagelijkse eiwitinname bedraagt in de dialysefase 1,2 gram per kg ideaal lichaamsgewicht.
In de predialysefase, is het aan te raden om normaal te drinken volgens de dorst. In de dialysefase, mag men tot 500 ml meer drinken dan het volume dat men urineert. Patiënten met anurie (die niet meer urineren) moeten dan ook hun vochtinname sterk beperken. Vergeet niet dat soep, roomijs en veel fruit- en groentesoorten (meloen, druiven, appelen, sinaasappelen, tomaten, sla) al flink wat water bevatten.
Olijfolie, zonnebloemolie, maïsolie en sojaolie bevatten onverzadigde vetten, die goed zijn voor hart en bloedvaten. Ook vette vis beschermt tegen atherosclerose (vernauwing) van de bloedvaten.
Fosfor zit in veel voedingsmiddelen: melk, kaas, noten, gedroogde bonen en erwten, maar ook in limonade, cola en bier. Te veel fosfor in het bloed onttrekt calcium aan de botten, waardoor ze poreus en dus brozer worden. Daarnaast kan ook gewrichts- en slagaderverkalking optreden. Een aangepaste voeding alsook een zuivering via dialyse in geval van nierinsufficiëntie kunnen onvoldoende blijken om het fosforgehalte te doen dalen. In dat geval krijgen patiënten medicatie om het teveel aan fosfor af te voeren. Deze medicijnen noemt men fosfaatchelatoren. Calciumvrije chelatoren genieten daarbij de voorkeur om zo het risico op verkalking van de aders en de weke delen te vermijden.
Bij een behandeling met erytropoëtine moet de ijzerreserve in het lichaam aangevuld worden met een oraal of intraveneus ijzersupplement. Calcium- en vitamine D-supplementen kunnen eveneens noodzakelijk zijn om skeletproblemen te beperken. Ook geneesmiddelen die de fosforopname door de darmen verhinderen, kunnen helpen.
Het advies van een diëtist(e) is nuttig om al die dieetmaatregelen in de praktijk om te zetten. Vandaar dat elk dieetprogramma op maat moet worden opgesteld. Iedere patiënt heeft immers een ander dieet nodig, afhankelijk van de ernst van het nierfunctieverlies, zijn leeftijd, de nierfunctievervangende behandeling en zijn motivatie om het dieetadvies op te volgen.
Chronische nierinsufficiëntie is geen contra-indicatie voor een beroepsactiviteit, sport en ontspanning. Integendeel: die activiteiten zijn aan te raden om het moreel hoog te houden. Het is altijd goed om te werken, niet alleen voor het zelfwaardegevoel, maar ook voor een betere levenskwaliteit of om financiële redenen. Soms kan de patiënt zijn beroepsactiviteit hervatten. Wel moet er geval per geval overwogen worden om minder te gaan werken of te stoppen met bepaalde fysiek belastende taken. Opnieuw aan de slag gaan, is voor sommige nierinsufficiënten een eerste stap om zich opnieuw te integreren in de samenleving. Diensten zoals de gewestelijke fondsen voor sociale en professionele integratie kunnen de nierpatiënt helpen bij zijn professionele re-integratie of omschakeling. Een transplantatie en in mindere mate de technieken voor thuisdialyse, met name autodialyse, peritoneale dialyse en dialyse ’s nachts, houden voordelen in voor een professionele re-integratie.
De nieren filteren niet alleen het bloed, maar vervullen ook een reeks andere taken. Zo zetten ze niet-actieve vitamine D (die niet alleen geleverd wordt door sommige eet...
Hemoglobine is een eiwit in de rode bloedcellen dat zorgt voor het zuurstoftransport naar het bloed. Bij bloedarmoede daalt het aantal rode bloedcellen, waardoor het bloe...
Een getransplanteerd orgaan wordt door het organisme gezien als een lichaamsvreemd object, dat net zoals een microbe of een virus betreden moet worden. Daarom wordt het o...
Aalst: Collectief Kunstniercentrum, Low Care Aalst: OLV Ziekenhuis - Dienst Nefrologie-Dialyse-Hypertensie Aalst: Stedelijk Ziekenhuis Aalst, Low Care Di...Oost-Vlaanderen
Jan Donck, nefroloog in het AZ Sint-Lucas Gent
Bruno Woitrin, voorzitter van AIRG België
Tatiana Diakun is verpleegster en gespecialiseerd in peritoneale dialyse
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen