Urinestoornissen bij mannen:
Zijn één van de voortekens van prostaatkanker.
Maken deel uit van het normale verouderingsproces en vereisen meestal geen doktersbezoek.
Kunnen wijzen op een reeks ziekten en vereisen dus een doktersbezoek.
Pas correct.
Correct!
In het beginstadium verloopt prostaatkanker meestal zonder symptomen. Wanneer de ziekte zich verder ontwikkelt, kan ze wel gepaard gaan met urinestoornissen en/of botpijn (met name bij botmetastasen). Bij mannen boven de 60 is de meest voorkomende oorzaak van urinestoornissen goedaardige prostaathypertrofie (GPH), ook wel goedaardige prostaathyperplasie of adenoom genoemd. De abnormale vermenigvuldiging van prostaatcellen veroorzaakt een uitzetting van de prostaat, de klier die rond de urethra (urinebuis) ligt. De vergrote prostaat kan op de urethra drukken en blaasirritatie veroorzaken, met de volgende urinesymptomen tot gevolg: vermindering van het urinedebiet en dus de urinestraal, moeite om de urinestraal op gang te brengen (mictie) en de blaas volledig te ledigen, herhaalde en hevige urineeraandrang, valse aandrang, incontinentie, ’s nachts moeten urineren, … Het is belangrijk om een uroloog te raadplegen zodra u één van deze symptomen voelt, zodat die een nauwkeurige diagnose kan stellen.
Goedaardige prostaathypertrofie:
Kan het PSA-gehalte doen stijgen.
Kan het PSA-gehalte doen dalen.
Heeft geen weerslag op het PSA-gehalte.
Pas correct.
Correct!
Een verhoogde concentratie van het eiwit PSA (prostaatspecifiek antigeen) in het bloed wijst op een prostaatafwijking. De bepaling van dit eiwit is belangrijk om prostaatkanker te diagnosticeren. Toch is PSA niet specifiek voor kanker: ook andere aandoeningen, zoals goedaardige prostaathypertrofie, kunnen een verhoogd PSA-gehalte bevorderen. Met andere woorden: een verhoogde PSA-concentratie kan zowel wijzen op kanker als op een goedaardige prostaataandoening. Een precieze diagnose is alleen mogelijk door regelmatig de PSA-concentratie te meten, in combinatie met andere medische onderzoeken.
Wat is het verband tussen goedaardige prostaathypertrofie en prostaatkanker?
Goedaardige prostaathypertrofie is een voorteken van prostaatkanker.
Goedaardige prostaathypertrofie verhoogt het risico op prostaatkanker.
Er is geen enkel verband: beide ziekten kunnen naast elkaar bestaan, maar de ene leidt niet automatisch tot de andere.
Pas correct.
Correct!
Zoals de benaming al duidelijk maakt, is GPH een goedaardige tumor die nooit ontaardt in kanker, beperkt blijft tot de prostaat en niet levensbedreigend is. Prostaatkanker daarentegen kan uitzaaien naar andere lichaamsdelen (metastasen) en levensbedreigend zijn. Beide prostaataandoeningen hebben wel een aantal gemeenschappelijke risicofactoren (invloed van het testosterongehalte, erfelijke belasting, het feit dat de prevalentie beïnvloed wordt door etnische afkomst …), maar vertonen geen oorzakelijk verband. Een GPH vergroot dus niet het risico op prostaatkanker. GPH en prostaatkanker kunnen wel samen voorkomen.
Moet goedaardige prostaathypertrofie worden behandeld?
Nee, want het gaat om een goedaardige ziekte.
Ja, maar alleen als er symptomen zijn.
Ja, zelfs als er geen symptomen zijn.
Pas correct.
Correct!
GPH behandelen is zinloos als er geen symptomen zijn. De beslissing om te behandelen, hangt namelijk af van de intensiteit van de symptomen (zeer vaak moeten urineren …) en hun impact op de levenskwaliteit van de patiënt. De intensiteit van de symptomen staat trouwens niet in verhouding tot het volume van de prostaat, hoe onlogisch dat ook lijkt. Geneesmiddelenbehandelingen hebben als doel de klachten te verminderen door in te werken op de spiervezels van de prostaat en de blaashals (alfablokkers of fosfodiësteraseremmers), of op het intraprostatische testosterongehalte (5-alfareductaseremmers). Deze geneesmiddelenklassen kunnen worden gecombineerd om de doeltreffendheid van de behandeling te verhogen. Het prostaatvolume kan ook worden verkleind door een endoscopische resectie of een chirurgische ingreep. Vandaag beschikken urologen over een veel uitgebreider therapeutisch gamma dan pakweg dertig jaar geleden en kunnen de meeste patiënten die worden behandeld voor GPH een normaal leven leiden.