Een transplantatie is pas mogelijk als de ontvanger – de persoon die het orgaan zal krijgen – en het getransplanteerde orgaan (donororgaan) zo compatibel mogelijk zijn.
Naast twee belangrijke factoren, bloedcompatibiliteit en HLA-typering, spelen ook lengte en gewicht een rol.
Orgaandonatie is alleen mogelijk tussen twee personen met een compatibele bloedgroep:
Bloedgroep van de donor |
Bloedgroep van de ontvanger |
O (‘universele donor’) |
O - A - B – AB |
A |
A – AB |
B |
B – AB |
AB |
AB (’universele ontvanger’) |
Humane leukocytenantigenen (HLA) zijn eiwitten die zich op het oppervlak van alle lichaamscellen bevinden. Ze vormen een herkenningssysteem dat eigen is aan het organisme, het zogenaamde ‘major histocompatibiliteitscomplex’. Ze zorgen ervoor dat het immuunsysteem kan nagaan of een cel deel uitmaakt van het organisme, dan wel of het gaat om een vreemd lichaam dat moet worden vernietigd.
Iedereen beschikt over een eigen HLA-typering. Hoe gelijkaardiger de HLA-typeringen van donor en ontvanger, hoe lager het risico op afstoting van het transplantaat (dat door het organisme van de ontvanger beschouwd wordt als een vreemd lichaam).
Een aantal tips kunnen u helpen om uw kansen op het correct volgen van uw immunosuppressieve behandeling na een transplantatie te vergroten. Ontdek hoe u vergeetachtighei...
Lees verderImmunosuppressieve geneesmiddelen innemen zoals voorgeschreven is essentieel na een orgaantransplantatie. De immunosuppressieve therapie helpt het risico op afstoting, en...
Lees verderVincent, 62 jaar
Bruno Desschans, transplantatiecoördinator UZ Leuven
Lucien, 67 jaar
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen