Na een transplantatie bestaat er altijd een kans dat het lichaam van de ontvanger het donororgaan afstoot (want er bestaat niet zoiets als een perfecte compatibiliteit tussen donor en ontvanger, tenzij tussen identieke tweelingen). Het menselijk lichaam beschikt over een immuunsysteem dat het beschermt tegen alle mogelijke indringers, door ze te vernietigen via de lymfocyten (een type van witte bloedcellen). Tot die indringers behoren onder meer bacteriën, virussen, schimmels en kankercellen, maar ook het donorgaan.
Bij afstoting zijn de klinische tekens weinig specifiek of zelfs helemaal afwezig. Het kan gaan om:
Om afstoting van een donororgaan te bevestigen, worden veel medische onderzoeken uitgevoerd (biochemische analyses van bloedstalen, biopsieën …).
Het risico op afstoting is groter tijdens de eerste drie maanden na de transplantatie. Nadien daalt het, maar het blijft altijd aanwezig. Vandaar dat een antiafstotingsbehandeling levenslang gevolgd moet worden.
Immunosuppressiva (afweeronderdrukkers) zijn geneesmiddelen die afstoting voorkomen. Een antiafstotingsbehandeling combineert één of meer geneesmiddelenklassen, afhankelijk van het getransplanteerde orgaan:
Bepaalde geneesmiddelen moeten levenslang genomen worden, in dosissen die variëren in de tijd en die verschillen van persoon tot persoon.
Orgaanafstoting blijft altijd mogelijk, ondanks inname van immunosuppressiva:
Naast de verhoging van het risico op (mycotische, virale of bacteriële) infecties en bepaalde huidkankers, zijn de meest voorkomende bijwerkingen van bepaalde immunosuppressiva: verhoging van de hartslag, verhoogde cholesterol, diabetes, bevingen, diarree en andere spijsverteringsproblemen, maar ook beharingsproblemen (hirsutisme) en tandvleeshypertrofie.
Die bijwerkingen kunnen onder controle gehouden worden dankzij het aanpassen van de medicatie, maar ook door het bijsturen van de voeding en/of de levensstijl.
https://fr.medipedia.be : هذا إختبارهذا إختبارهذا إختبارهذا إختبارهذا إختبار
https://fr.medipedia.be : هذا إختبارهذا إختبارهذا إختبارهذا إختبارهذا إختبار
https://...
Het is raadzaam om ook na een transplantatie waakzaam te blijven bij blootstelling aan de zon. Ontdek waarom en hoe u van zonnig weer kunt genieten en tegelijkertijd zorg...
Lees verderNa een transplantatie neemt het risico op infectie toe omwille van de immunosuppressieve behandelingen. Een paar tips kunnen helpen voorkomen dat u ziek wordt.
Lees verderOm het risico op infectie na een transplantatie te beperken, is het van essentieel belang om zorg te dragen voor hygiëne. Een paar eenvoudige tips kunnen u daarbij helpen...
Lees verderHet is raadzaam om ook na een transplantatie waakzaam te blijven bij blootstelling aan de zon. Ontdek waarom en hoe u van zonnig weer kunt genieten en tegelijkertijd zorg...
Lees verderNa een transplantatie neemt het risico op infectie toe omwille van de immunosuppressieve behandelingen. Een paar tips kunnen helpen voorkomen dat u ziek wordt.
Lees verderVincent, 62 jaar
Bruno Desschans, transplantatiecoördinator UZ Leuven
Lucien, 67 jaar
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen