Diagnose

Diarree en braken zijn de klassieke symptomen van gastro-enteritis. Maar ze kunnen ook andere oorzaken hebben, zoals een infectie van het type pneumonie (longontsteking) of een bloedvergiftiging, gebruik van antibiotica, glutenintolerantie, inflammatoire darmziekten (ziekte van Crohn, colitis ulcerosa)...

De arts moet de patiënt grondig bevragen om deze oorzaken uit te sluiten.

Coprocultuur

Coprocultuur heeft als doel ziekteverwekkende bacteriën op te sporen, door de stoelgang in kweek te brengen. Dit onderzoek kan aangewezen zijn wanneer de diarree gepaard gaat met hoge koorts of bloederige en/of kleverige stoelgang. Na het in kweek brengen van een staal stoelgang doen de pathogene bacteriën er gemiddeld drie dagen over om zich te manifesteren. Dat komt overeen met de gemiddelde genezingsduur van gastro-enteritis. Bij een virale infectie - en buikgriep is meestal viraal - levert coprocultuur trouwens geen enkel resultaat op.

Microscopisch onderzoek

Dit onderzoek moet nagaan of een stoelgangstaal parasieten of hun eitjes bevat. Het is vooral aangewezen bij personen die terugkeren van een buitenlandse reis.

Bloedonderzoek

Bloedonderzoek is alleen geïndiceerd wanneer de symptomen bijzonder hevig zijn (ernstig klinisch beeld), bijvoorbeeld wanneer buikgriep uitdroging veroorzaakt.

In de regel gaat buikgriep vanzelf over. Toch moet u in de volgende gevallen een arts raadplegen:

• Symptomen of vermoeden van uitdroging;
• Gedurende meer dan 12 uur niet kunnen urineren;
• Aanwezigheid van bloed in het braaksel en/of de stoelgang;
• Als er na vijf dagen geen duidelijke verbetering van de symptomen is.