Tussenwervelschijven en gewrichten

Tussenwervelschijven

De tussenwervelschijven (of discussen) bevinden zich tussen elke hals-, borst- en lendenwervel. De bindweefselachtige kussentjes kunnen worden vergeleken met zeer robuuste, elastische verbindingen. Op die manier zorgen ze voor de samenhang tussen elke wervel. Naast het opvangen van schokken en trillingen verdelen zij de druk op de wervelkolom bij elke beweging. Als de tussenwervelschijven dunner worden, scheuren of fissuren (kleine scheurtjes) vertonen, of een microtrauma ondergaan, kan daardoor die essentiële functie in het gedrang komen. Deze tussenwervelschijven maken bovendien de wervels beweeglijk waardoor we ons kunnen bukken bijvoorbeeld.

Gewrichten

Ook enkele kleine gewrichten aan de achterkant van de wervels zorgen voor de stabiliteit van de wervelkolom: de inter-apofysaire. gewrichten.

Ligamenten en spieren

De banden (ligamenten) houden het geheel samen. Om de wervelmachine goed te laten functioneren en bewegen is er ook een motor nodig: dat zijn de talrijke spieren van de rug, die vasthangen aan de wervels. De brede, krachtige spieren geven steun aan de wervelkolom. De korte meer kwetsbare spieren zorgen voor de bewegingen en de houdingen.