Dopamine-agonisten zijn geen dopamine. Toch binden ze zich aan de zenuwcellen van de hersenen alsof ze dopamine zijn. Tegelijk hebben ze langer invloed op de zenuwcellen in de hersenen dan levodopa. Daardoor kan het risico op bepaalde bijwerkingen zoals abnormale, onwillekeurige bewegingen (dyskinesieën) worden verminderd.
Er bestaat geen standaardbehandeling voor de ziekte van Parkinson. De arts beslist voor elke patiënt afzonderlijk over de behandeling en de dosissen die worden toegediend. Dopamine-agonisten worden over het algemeen niet in combinatie met andere geneesmiddelen gebruikt, in het begin van de behandeling. Dat gebeurt vooral bij jonge patiënten voor wie de ziekte nog geen grote handicap vormt en aan wie de artsen liever nog geen levodopa geven, om de bijwerkingen te vermijden die daaraan verbonden zijn. Ze kunnen ook in combinatie met levodopa worden voorgeschreven om de doeltreffendheid van de behandeling te verhogen.
Dopamine-agonisten werken minder snel en minder doeltreffend dan levodopa. Levodopa blijft de hoeksteen in debehandeling van de ziekte van Parkinson.
Enkele druppels traanvocht. Meer is er volgens Marlies Gijs, biochemicus aan het Universitair Medisch Centrum in Maastricht, niet nodig om hersenaandoeningen zoals Alzhei...
Lees verderOnderzoekers van de Russische HSE Universiteit en de Britse Northumbria University hebben ontdekt dat tweetaligheid het verloop van leeftijdsgerelateerde achteruitgang in...
Lees verderDansen heeft een zeer gunstig effect omwille van meerdere redenen:
Geert Rosseel, parkinsonpatiënt en bestuurslid van de Vlaamse Parkinsonliga
Flore Bellefontaine, psychosociale begeleidster bij de Association Parkinson
Jean-Pierre Vandenberk, parkinsonpatiënt en ontwerper van een pillendoosje met timer
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen