De mannelijke geslachtsdelen onder de loep
Teelballen, bijballen en zaadleiders
De mannelijke geslachtsorganen zijn rechtstreeks verbonden met de urinewegen. Ze bestaan uit de teelballen, de bijballen, de zaadleiders, de zaadblaasjes, de prostaat en de penis.
- De teelballen scheiden mannelijke (androgene) hormonen af en maken de spermatozoïden of zaadcellen aan.
- De bijbal bestaat uit gekronkelde buisjes en ligt achter de teelbal. Het is hier dat de spermatozoïden samenkomen en dan verder naar de zaadleider worden geleid. De spermatozoïden doen er drie weken over om het traject in de bijbal te doorlopen (in gestrekte toestand zijn de buisjes meer dan zes meter lang!). Het is ook in de bijbal dat ze verder rijpen.
- De zaadleider is een dun, ongeveer 45 cm lang buisje dat de spermatozoïden vanuit de bijbal naar de ductus ejaculatorius of het spuitbuisje vervoert. Dat twee centimeter lange buisje begint bij de prostaatklier.
Zaadblaasjes, prostaat en penis
- De zaadblaasjes zijn twee klieren die achter en enigszins onder de prostaat en de blaas liggen en die de zaadvloeistof produceren. Ze monden uit in de spuitbuisjes. Die stuwen bij de zaadlozing het sperma naar de urethra prostatica, het prostaatgedeelte van de urinebuis.
- De prostaat is een klier die vlak onder de blaasuitgang en om de urinebuis heen zit. Hij produceert de prostaatvloeistof die samen met de zaadvloeistof en de zaadcellen het sperma gaan vormen.
- De penis bestaat uit de urine- of plasbuis, een kanaal dat bij het plassen de urine, en bij de zaadlozing het sperma uit het lichaam drijft. De urinebuis is omgeven door een sponsachtige structuur en door twee zwellichaampjes die voor de erectie dienen. Bij de erectie vullen de zwellichaampjes zich met bloed waardoor de penis stijf wordt.
Gerealiseerd in samenwerking met Dr Esther Hirch, klinisch seksuoloog en sekstherapeut.
Julie Luong