'Ik leed aan ernstige controledwang. Ik was bang dat ik iets zou tegenkomen onderweg. Door therapie en medicatie is het enorm verbeterd, maar momenteel zijn er nog dingen die ik niet kan. Met de auto of met de fiets rijden lukt bijvoorbeeld niet meer. Ook moet ik nog controleren als ik van de trein afstap, of op plaatsen waar het heel druk is. Toch tracht ik zoveel mogelijk buiten te komen.'
'Een aantal jaar geleden plaatste ik een oproep op www.hulporganisaties.be voor het vinden van lotgenoten met een obsessief-compulsieve stoornis. We zijn dan beginnen mailen en afspreken. In het begin met twee, drie mensen. Dit aantal nam toe en na verloop van tijd kozen we een naam voor onze zelfhulpgroep: de 'Vlaamse Vereniging Angst en Dwang' of VVAD. 'Angst' is opgenomen in de naamgeving omdat angst onlosmakelijk verbonden is met een OCS.'
'Iemand met een OCS raakt vaak sociaal geïsoleerd. Daarom is lotgenotencontact erg belangrijk. Maar als je naar de dokter gaat, kan die door het beroepsgeheim geen namen van andere OCS-patiënten meedelen. De VVAD kan daar een oplossing bieden.'
'Praten met elkaar. Contact met lotgenoten is erg belangrijk. Weten dat je er niet alleen voor staat, dat er veel mensen zijn die net als jou een strijd voeren tegen de stoornis. Doorgaans is er geen professionele hulpverlener aanwezig op de bijeenkomsten.'
'We zijn nu met een 15-tal leden. Dat lijkt niet zo veel. Maar onze doelgroep is niet de gemakkelijkste. Vele mensen met een OCS kunnen bijvoorbeeld niet naar de bijeenkomsten komen omdat hun situatie te erg is.'
'De aanval ging na enkele minuten over. Ik ben uit de bus gestapt en heb mijn man gebeld die me naar de spoedgevallen heeft gebracht. Ik was uitgeput. Ik begreep niet wat me was overkomen. De dokters hebben mij onderzocht en konden niets abnormaal vinden.
Uit angst dat dergelijke symptomen van paniek zouden terugkomen durfde ik niet meer met het openbaar vervoer reizen. Ik leefde in de angst dat er een nieuwe aanval zou opkomen. Tien dagen later deden dezelfde symptomen zich voor toen ik er bijna niet meer aan dacht.'
'Ik heb dan terug een reeks onderzoeken ondergaan en die gaven normale resultaten. Op dat ogenblik begonnen de artsen te spreken over paniekaanvallen. Ik voelde mij begrepen en er werd naar mij geluisterd. Ik heb altijd tranquilizers in mijn tas voor het geval er een nieuwe aanval zou opkomen. Ik volg ook een gedragstherapie en ik neem nu terug de bus sinds enkele maanden. Ook al zijn de symptomen heftig en zeer beangstigend, toch weet ik dat ik alleen ze uitlok en dat ik binnenkort mijn angsten onder controle zal krijgen en dat mijn angsten mij niet meer zullen beheersen.'
'Inderdaad. Exposure wordt vaak toegepast binnen de cognitieve gedragstherapie. Door de blootstelling ervaren patiënten aan de lijve dat wat ze vrezen, niet gebeurt, of minder erg is dan ze dachten. Een voorbeeld: iemand met een sociale fobie wordt niet uitgelachen zodra ze een café binnenstapt. Bovendien leren patiënten tijdens de behandeling hoe te reageren in angstverwekkende situaties. Ze leren bijvoorbeeld welk gedrag ze moeten stellen tegenover honden, of hoe ze met bepaalde sociale situaties om kunnen gaan.'
'Voor de meeste angststoornissen (specifieke fobie, agorafobie, obsessief-compulsieve dwangstoornis (OCD), posttraumatische stressstoornis, sociale fobie) is exposure een behandeling van voorkeur. Een uitzondering is wellicht de gegeneraliseerde angststoornis (GAS) omdat patiënten bij GAS over allerlei zaken piekeren en het dus moeilijk is om hen bloot te stellen aan het voorwerp van hun angst.'
'Blootstellingtherapie neemt een aantal sessies in beslag. Eerst bespreken patiënt en gedragstherapeut duidelijk waaraan en hoe de patiënt precies blootgesteld zal worden. Doorgaans bouwen we de exposure stap per stap op in overleg met de patiënt, bijvoorbeeld eerst via foto’s van een spin en daarna door een spin in een terrarium te bekijken. De patiënt blijft in ieder geval steeds de controle over de blootstelling behouden. Er gebeurt niets onverwachts.'
'Exposure is wellicht de meest effectieve behandeling voor angststoornissen. Maar algemene slaagcijfers zijn heel moeilijk te geven, ze zijn voor elke problematiek anders. De effectiviteit van exposure hangt van verschillende factoren af: hoe lang de angststoornis al aanwezig is, en of de patiënt ook andere psychische problemen heeft, bijvoorbeeld een depressie... Maar om een idee te geven, de Zweedse wetenschapper Lars-Göran Ost ontwierp de One Session Treatment voor specifieke fobieën. Zijn behandeling blijkt een klinische significante verbetering op te leveren van de symptomen bij 82% van de patiënten.'
'Voor zover ik weet, ben ik altijd al bang geweest voor overgeven. Ik vermeed overgeven en deed er alles aan om niet te moeten overgeven. Als ik wel moest overgeven, was de paniek enorm. Ik was ook bang als anderen moesten overgeven, dat ik het ook kon krijgen, dat ik zelf ziek zou worden.'
'Ik kon niet meer functioneren. Ik heb in mijn ergste periode, in 2003, twee weken achtereen bijna niets gegeten. Hele dagen zat ik binnen uit angst voor besmetting. Ik was niet in staat om te werken. Mijn collega's heb ik nooit verteld wat de werkelijke aanleiding was.'
'Na die ergste twee weken heb ik een psychotherapeut gezocht. Cognitieve gedragstherapie samen met EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) heeft me geholpen mijn fobie te erkennen en te aanvaarden. Nu gaat het beter met mij. Ik kan normaal functioneren, ik kan zeggen dat ik geen fobie meer heb. Wel heb ik nog een zekere angst, die vermoedelijk mijn hele leven zal blijven. In totaal heb ik een jaar of drie therapie gevolgd, verdeeld over een aantal periodes. Op momenten dat de fobie opsteekt, volg ik een periode therapie, tot het weer beter gaat.'
'De Stichting Emetofobie heeft er voor gezorgd dat ik me niet meer zo alleen voelde, dat ik me niet meer zo raar voelde. Ik was niet de enige met zijn rare angst! Ik heb heel veel mensen ontmoet die ook deze fobie hebben. Lotgenotencontact heeft me meerdere hechte vriendschappen opgeleverd.'
'Contact met andere patiënten heeft er inderdaad voor gezorgd dat ik tegen mensen die het raar vonden, kon zeggen: 'Zie je wel, het is niet zo raar wat ik heb, er zijn veel meer mensen die dit hebben!'. Ik vind het daarom heel belangrijk wat onze stichting doet en kan doen voor mensen met deze rotfobie! De Stichting Emetofobie is actief in Nederland en in België. We proberen in maart of april 2011 een bijeenkomst in België te organiseren. Waarschijnlijk wordt dit Antwerpen.'
http://emetophobie.forumpro.fr/
'Twee jaar geleden ben ik van werk veranderd. Ik werd aangenomen door een humanitaire organisatie als logistiek coördinator. De eerste weken was de stress intens. Ik at niet meer, ik had buikpijn en spierpijnen. Ik kon moelijk inslapen en werd vaak 's nachts wakker. Maar ik dacht dat dit wel zou overgaan...
Na enkele maanden was ik nog altijd even gestresseerd als de eerste dag. Ik was ervan overtuigd dat ik niet geschikt was voor die job, dat ik te oud en versleten was. Ik had al angst alleen al als ik eraan dacht dat ik moest gaan werken. Ik zocht constant naar redenen om weg te gaan. Ik had geheugengaten tijdens belangrijke vergaderingen. Ik kon mij niet meer concentreren op de kleinste taak. Terug thuis was ik prikkelbaar. Er was meer en meer ruzie zowel met mijn vrouw, die ermee dreigde mij te verlaten, als met mijn kinderen. Ik werd vaak wakker in het midden van de nacht en herbeleefde dan de gebeurtenissen van de voorbije dag."
"Het heeft meer dan een jaar geduurd alvorens ik mij er rekenschap van gaf dat ik een probleem had. Volledig uitgeput heb ik uiteindelijk een psychiater geraadpleegd. Hij heeft mij uitgelegd dat mijn angsten en mijn stress helemaal niet 'normaal' waren en dat ik tekens had van een echte ziekte die gegeneralsierde angststoornis wordt genoemd. Ik heb dan een behandeling gekregen met antidepressiva in combinatie met een cognitieve gedragstherapie. Nu voel ik mij terug sereen. Ik krijg geleidelijk aan terug vertrouwen in mezelf."
CGT gebeurt grotendeels tussen twee sessies door, en de patiënt heeft er een belangrijk aandeel in. Het gaat concreet om oefeningen en simulaties om zijn angst te leren overwinnen. Een voorbeeld: iemand met agorafobie (pleinvrees) wordt gestimuleerd om buiten te komen en te noteren hoelang hij buitenshuis is gebleven, op welke afstand enz. Bij traditionele therapie bezoekt de patiënt af en toe zijn therapeut om de resultaten te bespreken. Bij afstandstherapie gebeurt die supervisie per e-mail of per chat, of zelfs via een specifiek computerprogramma waarin de patiënt zijn resultaten registreert. Uit een Zweedse studie* blijkt trouwens dat afstandstherapie en vooral cognitieve gedragstherapie doeltreffend zijn tegen paniekstoornissen.
Af en toe werk ik wel eens met afstandstherapie. Dat doe ik vooral bij patiënten die ik opvolg en die om verschillende redenen niet naar mijn praktijk kunnen komen, bijvoorbeeld omdat ze in het buitenland zitten, of omdat ze hun woning of hun werk niet kunnen verlaten enz. In dat geval is telefonisch contact of e-mail nuttig om de therapie toch voort te kunnen zetten.
Ik vind van niet. Om welk soort psychotherapie het ook gaat, de menselijke dimensie blijft onmisbaar. De patiënt moet immers vrijuit zijn gedachten en emoties kwijt kunnen, over zijn gedrag kunnen praten en daarbij een luisterend oor vinden. Vandaar dat reële gesprekken – individueel of in groep – volgens mij essentieel blijven.
*Jan Bergström et al., BMC Psychiatry, augustus 2010.
Anouk Vanden Bogaerde is psychologe aan de Universiteit Gent. Ze rondt er een doctoraatsonderzoek af over de werkingsmechanismen van vliegangst. Zij levert de wetenscha...
Iemand met een sociale angststoornis of fobie voelt zich erg onzeker en zelfs angstig in alledaagse sociale situaties. Dat kan op een feestje zijn b...Vermijdingsgedrag
Een op vier krijgt in zijn leven ooit te maken met een paniekaanval. Van een aanval ga je zeker niet dood, al denkt het slachtoffer daar op dat moment wel anders over....
Het is bekend dat zowel cognitieve gedragstherapie (CGT) als het nemen van specifieke antidepressiva helpen bij het onderdrukken en voorgoed verdrijven van primaire a...
Wereldwijd hebben miljoenen mensen te kampen met angststoornissen. Vaak worden die behandeld met antidepressiva zoals selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s). Die...
Lees verderSociale angststoornis, of sociale fobie, lijkt verband te houden met alcoholisme, terwijl dat niet het geval is voor andere angststoornissen, zoals gegeneraliseerde angst...
Lees verderDr. Serge Gozlan, psychiater en specialist cognitieve gedragstherapie in het UVC Brugmann
Professor Dirk Hermans (KU Leuven)
Ingeborg Prins, voorzitster van de Nederlandse Stichting Emetofobie
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen