In de neurologie
Bij idiopathische aangezichtsverlamming of multiple sclerose kan de arts een behandeling met cortisone voorschrijven. De voorkeursbehandeling voor idiopathische aangezichtsverlamming omvat de orale inname van prednisolon, een corticosteroïde, gedurende een korte periode. Deze behandeling is erop gericht om de eventuele pijn te verlichten en de kans op volledig motorisch herstel van het aangezicht te vergroten.
In de dermatologie
Topische of lokale glucocorticosteroïden, ook dermocorticosteroïden genoemd, zijn de fundamentele pijlers van dermatologische behandelingen. Ze hebben een anti-inflammatoire en antiproliferatieve werking. Als ze onder strikte controle worden gebruikt, kunnen ze bijzonder nuttig zijn, maar bovenal moet men ongewenste effecten vermijden. De indicaties voor dit type corticosteroïden zijn inflammatoire huidziekten zoals atopische dermatitis, allergisch contacteczeem, dyshidrotisch eczeem, prurigo nodularis, psoriasis, cutane lupus, lichen planus en parapemphigus (bulleuze pemfigoïd). Let wel op dat er een absolute contra-indicatie is voor het gebruik van dermocorticosteroïden bij infectieuze dermatosen (herpes, zona), acne en couperose, want die kunnen ervoor zorgen dat de huidletsels erger worden en consequenties krijgen. Weet dat de topische of lokale glucocorticosteroïden worden onderverdeeld in vier klassen, afhankelijk van hun werking (klasse IV heeft de krachtigste werking), en bijgevolg van hun anti-inflammatoire klinische effectiviteit. Zo is het in het geval van lichte tot matige psoriasis aangewezen om gebruik te maken van cortisone onder de vorm van een crème, die plaatselijk wordt aangebracht op de huidzone met letsels. Zo kan men ten volle profiteren van de gunstige effecten van cortisone en vermijdt men potentiële bijwerkingen, vooral als men de behandeling combineert met topische vitamine D-derivaten. Bij een correct gebruik wordt cortisone in de vorm van crème zeer goed verdragen en is het middel snel effectief. Het vermindert de jeuk en zorgt ervoor dat de roodheid en de schilfers verdwijnen. Vermijd bij voorkeur de orale inname van cortisone, vooral om te voorkomen dat het stopzetten van de medicatie leidt tot opstoten van de psoriasis. De orale toediening van cortisone wordt evenzeer totaal afgeraden in het geval van spontane chronische urticaria, want ook al werkt het middel effectief tegen de symptomen van de urticaria, toch zullen er vrij snel ongewenste bijwerkingen opduiken. Samengevat kan men stellen dat een lokale cortisonebehandeling aanleiding geeft tot een snelle verlichting van inflammatoire dermatosen, maar ze ‘verzorgt’ niet en veroorzaakt bij die vaak chronische aandoeningen een gewenningseffect. Men hoeft niet bang te zijn om ze te gebruiken, maar dan wel op een verstandige manier.
In de oncologie
Corticotherapie is een gevalideerde behandeling bij leukemie, lymfomen, de ziekte van Hodgkin en multipel myeloom. Leukemie wordt behandeld met corticotherapie onder de vorm van prednisolon of dexamethason in een dosis van 40 mg/m²/dag. Bij resistentie kan men die doses opdrijven. Bij kinderen met acute lymfoblastische leukemie leidt corticotherapie in 50 tot 60 % van de gevallen tot volledige remissie. Voor een complete remissie van meer dan 80 % is het nodig om de behandeling te combineren met chemotherapie. Corticotherapie kan eveneens worden toegepast als ondersteunende behandeling, bij palliatieve zorg, maar ook in het geval van metastasen die meer bepaald gepaard gaan met cerebrale druk. Corticotherapie kan ook systematisch worden gecombineerd met taxanen (medicinale moleculen die gebruikt worden bij chemotherapie), enerzijds om bepaalde bijwerkingen te vermijden, zoals misselijkheid en braken, en anderzijds om hun effect te versterken. Tot de gebruikte moleculen behoren prednison, prednisolon, methylprednisolon en ook dexamethason, allemaal voor orale toediening. Methylprednisolon-hemisuccinaat wordt dan weer geïnjecteerd.
In het geval van IBD (chronische inflammatoire darmziekten)
Vijf categorieën geneesmiddelen worden gebruikt voor de basisbehandeling van IBD: salicylaten, corticosteroïden, immunosuppressiva, biotherapieën en antibiotica. Ze hebben een bewezen efficiëntie voor specifieke indicaties, maar die werkzaamheid verschilt sterk van patiënt tot patiënt. Afhankelijk van de noden en de evolutie van de ziekte worden corticosteroïden voorgeschreven onder de vorm van injecties, tabletten of lokale behandelingen (darmspoelingen of schuim voor rectaal gebruik). Wat betreft de behandelingen werd er de voorbije jaren veel vooruitgang geboekt. Er bestaan nu alternatieve behandelingen voor cortisone. De ‘klassieke’ behandeling op basis van cortisone wordt gewoonlijk opgestart met hoge doses, waarna de dosering geleidelijk aan wordt afgebouwd. Wanneer een langdurige behandeling noodzakelijk is, wordt, afhankelijk van het geval, een efficiënte minimumdosis bepaald. De huidige tendens bestaat erin om korte aanvalsbehandelingen te doen. Wegens de bijwerkingen zijn er geen indicaties meer voor langdurige corticotherapie.
Onze speciale dank gaat uit naar professor Patrick Durez, reumatoloog aan de UCL Brussel, en naar dokter Pierre-Dominique Ghislain, dermatoloog aan de UCL Brussel.
Cortisone heeft een krachtige anti-inflammatoire werking bij aandoeningen van de luchtwegen.
Bij chronische allergische rinitis kan de allergoloog corticosteroïden voorschrijven onder de vorm van een neusspray of van tabletten, en dat vaak samen met antihistaminica.
De behandeling van astma is altijd gebaseerd op ontstekingsremmers. Maar de combinatie van geneesmiddelen, hun doseringen en de adviezen om astma-aanvallen te beperken, hangen af van de individuele patiënt. De meeste astmapatiënten inhaleren een tot twee keer per dag corticosteroïden onder de vorm van een puffer. Inhalatiecorticosteroïden hechten zich aan de wanden van de bronchiën, voorkomen dat ze opzwellen en verminderen zo de ontsteking die aan de basis ligt van de hoest en de kortademigheid. Het geneesmiddel heeft een progressieve, blijvende werking.
De toepassing van een inhalator op basis van cortisone kan eveneens voorgeschreven worden bij (chronische of acute) bronchitis, longontsteking (samen met een antibioticatherapie in het geval van een bacteriële pneumonie) en bijzonder hevige, ziekmakende en frequente hoestbuien (laryngitis, enz.).
Onze speciale dank gaat uit naar professor Patrick Durez, reumatoloog aan de UCL Brussel, en naar dokter Pierre-Dominique Ghislain, dermatoloog aan de UCL Brussel.
Bij patiënten met inflammatoire reumatische aandoeningen kan men cortisone op diverse manieren toedienen: oraal, via intramusculaire of intraveneuze injectie, of ook nog lokaal door middel van intra-articulaire infiltratie.
Reumatoïde artritis is een inflammatoire auto-immuunziekte die de gewrichten aantast.
Voor de behandeling van reumatoïde artritis worden gewoonlijk twee types geneesmiddelen gebruikt: symptomatische of verlichtende medicatie (niet-steroïdale ontstekingsremmers – NSAID’s – en corticosteroïden) en DMARD’s (Disease Modifying Anti-Rheumatic Drugs). Het doel van dergelijke reumaremmers is de opstoten voorkomen en de symptomen onder controle houden op lange termijn. Ze omvatten de klassieke behandelingen (zoals immunosuppressiva) en de biologicals of biologische responsmodifiers. Corticosteroïden (prednison, prednisolon) zijn bijzonder effectief om de ontsteking te verminderen en de pijn en de gewrichtsstijfheid te verlichten. Ze kunnen tevens de evolutie van reumatoïde artritis afremmen, vooral als ze worden toegepast in combinatie met een DMARD. Corticosteroïden zijn alleen aangewezen bij beginnende artritis en moeten binnen de zes maanden worden stopgezet. De absolute maximumdosis bedraagt 7,5 mg per dag. Bij een hardnekkige aantasting kan eveneens een intra-articulaire injectie met corticosteroïden worden uitgevoerd.
Reumatische en gewrichtsaandoeningen (verkalking, bursitis, tendinitis, artrose, pijn die het gevolg is van kraakbeenverlies, enz.) vergen soms intra-articulaire injecties of infiltraties met corticosteroïden. Men mag daar geen misbruik van maken, want herhaalde injecties met corticosteroïden kunnen de gewrichten uiteindelijk beschadigen en/of dezelfde bijwerkingen hebben als bij orale toediening. In het algemeen beperken artsen zich tot één tot twee injecties bij acute vormen. Dergelijke injecties/infiltraties worden best niet herhaald bij chronische vormen of terugval.
Onze speciale dank gaat uit naar professor Patrick Durez, reumatoloog aan de UCL Brussel, en naar dokter Pierre-Dominique Ghislain, dermatoloog aan de UCL Brussel.
Ontsteking komt voor bij heel wat ziekten, zoals laryngitis, tendinitis, allergie, aandoeningen van de luchtwegen of in de KNO-sfeer.
In bepaalde gevallen ontwikkelt zich een hardnekkige ontsteking die zelfs chronisch wordt. Bijvoorbeeld bij chronische ontstekingsziekten zoals IBD (inflammatoire darmziekten, bv. de ziekte van Crohn …). Maar daarnaast zien we dat ook gebeuren bij auto-immuunziekten (zoals reumatoïde artritis) of kanker.
Onze speciale dank gaat uit naar professor Patrick Durez, reumatoloog aan de UCL Brussel, en naar dokter Pierre-Dominique Ghislain, dermatoloog aan de UCL Brussel.
Vooral de langdurige inname van cortisone veronderstelt dat u uw levenswijze aanpast om te vermijden dat u last krijgt van gewichtstoename, slaapproblemen, verlies aan sp...
Lees verderWie overweegt om zich te laten vaccineren (tegen griep, hepatitis B, COVID-19, tetanus, enz.), doet er goed aan om de arts op de hoogte te brengen van het feit dat men ee...
Lees verderHet gebruik van cortisone kan aanleiding geven tot angstgevoelens, slapeloosheid, food cravings en stemmingswisselingen, maar gewoonlijk verdwijnen die na verloop van tij...
Lees verderWanneer een prikkel opduikt, activeert het lichaam een soort ‘detectieradar’. Het gevolg daarvan is een massale toestroom van immuuncellen op de plek van de aanval. De bl...
Lees verderCorticotherapieën kan men indelen in stoottherapieën, gespreid over een behandelingsduur van minder dan tien dagen, kortdurende therapieën van minder dan drie maanden en...
Lees verderJohanna De Ridder, 64 jaar, binnenhuisarchitect (Elsene)
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen