Gepubliceerd op 10/11/2016 à 11:18
Patiënten met borstkanker die een heelkundige ingreep ondergaan, moeten daarna meestal nog een adjuvante of aanvullende behandeling volgen. Wat houdt deze therapie in? Wat wil ze bereiken? We praten erover met prof. François Duhoux, oncoloog in de Cliniques universitaires Saint-Luc.
Het is een behandeling aanvullend op de heelkundige ingreep (gedeeltelijke of volledige borstamputatie) bij een patiënt met borstkanker zonder uitzaaiingen. Het doel hiervan is om het risico op herval zo veel mogelijk te beperken en het ontstaan van uitzaaiingen te voorkomen. De adjuvante behandeling wil met andere woorden de genezingskansen van de patiënt vergroten.
Voor borstkanker bestaan er vier soorten adjuvante therapieën: radiotherapie, chemotherapie, hormoontherapie en HER2-gerichte therapie (trastuzumab). De keuze van de behandeling(en) hangt af van het type kanker, de omvang van de kanker, de tumorkenmerken en de algemene gezondheidstoestand van de patiënt. Bijna alle patiënten moeten na de ingreep een adjuvante behandeling volgen, maar het aantal ervan verschilt van de ene patiënt tot de andere. Sommige patiënten krijgen er maar één, andere krijgen een combinatie van meerdere therapieën of zelfs allemaal.
De keuze gebeurt aan de hand van diverse criteria. Voor de hormoontherapie moeten er in de tumor hormoonreceptoren aanwezig zijn. Voor de toediening van trastuzumab (Herceptin) moet de tumor een HER2-amplficatie vertonen. Voor radiotherapie moet de patiënt een borstsparende behandeling (een slechts gedeeltelijke verwijdering van het borstklierweefsel) hebben ondergaan en/of moet de tumor de okselklieren hebben aangetast. De keuze om chemotherapie toe te passen ten slotte hangt af van meerdere onderling op elkaar inwerkende factoren. Al wordt deze behandeling eerder voorbehouden voor grotere en tumoren met een hoge graad (tumoren die snel groeien) met ernstige aantasting van de klieren die een HER2-amplificatie vertonen en/of geen hormoonreceptoren bevatten.
Alle adjuvante therapieën - en de behandelingen met medicijnen in het algemeen - hebben onaangename neveneffecten. Van de vermelde behandelingen heeft chemotherapie er het meest: haaruitval, misselijkheid, kans op infecties, vermoeidheid, psychosociale impact door het stoppen met werken, enz. Daarom wordt deze kuur enkel gegeven als het risico op herval groot is en als de genezingskansen erdoor significant vergroten. Algemeen gesproken wordt er voor elk type van adjuvante behandeling een soort afweging gemaakt. Gelukkig bestaan er vaak remedies om deze bijwerkingen te verzachten.
Ja. Al is het wel zo dat enkele van deze behandelingen (chemotherapie, hormoontherapie en trastuzumab) ook vóór de operatie kunnen gegeven worden. We spreken dan van neoadjuvante therapieën. Het doel van zo’n behandeling is tweevoudig. Ten eerste moet ze de omvang van de tumor verkleinen om hem te kunnen opereren of om tijdens de ingreep minder weefsel te moeten vernietigen. En ten tweede biedt zo’n neoadjuvante behandeling de kans om vóór de operatie, dus als de ziekte nog zichtbaar is, te kijken welk effect de therapie op de tumor heeft en hoe de patiënt erop reageert.
Kathleen Mentrop
Deel en print dit artikel
In werkelijkheid is dat cijfer helaas niet juist. Borstkanker treft ook hun familie, hun vrienden, hun naasten, hun collega’s, ... Ter gelegenheid van Pink October lancee...
Lees verderDuizenden vrouwen met 's werelds meest voorkomende vorm van borstkanker zouden kunnen profiteren van een blockbuster medicijn dat hen helpt langer te leven en het risico...
Lees verderPink Ribbon, de nationale organisatie die zich inzet voor de strijd tegen borstkanker, pakt uit met de verrassende resultaten van een grote landelijke studie over borstbe...
Lees verderHet is een behandeling aanvullend op de heelkundige ingreep (gedeeltelijke of volledige borstamputatie) bij een...
Lees verderProf. Hans Wildiers, medisch oncoloog gespecialiseerd in borstkanker in UZ Leuven
Sabine Ortmans, projectcoördinator van Rekanto
Marika Csergo en Viviane Martin, diëtisten in het Jules Bordet Instituut.
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen