Biologische geneesmiddelen behoren op dit moment tot de meest innoverende behandelingen. Ze vallen een specifieke functie van de kankercel aan: zijn groei. Deze stoffen geven minder bijwerkingen dan de klassieke chemotherapie, omdat gezonde cellen gespaard blijven. Meestal worden ze in combinatie met chemotherapie gegeven om hun doeltreffendheid te verhogen. Na falen van chemotherapie kunnen ze ook alleen worden voorgeschreven. Een andere nieuwigheid is dat bepaalde chemotherapeutische stoffen nu beschikbaar zijn in een orale vorm.
Door het combineren van chemotherapie en biologische agentia kan de tumor beter onder controle worden gehouden, in het bijzonder bij leveruitzaaiingen. De grootte ervan kan zelfs worden verminderd. Daarna kunnen ze met een chirurgische ingreep worden verwijderd.
Als darmkanker te ver gevorderd is om operatief te verwijderen, ziet de therapeutische strategie er totaal anders uit. De doelstelling is dubbel: de tumor onder controle houden om de levensduur van de patiënt te verlengen, maar ook een aanvaardbare levenskwaliteit nastreven. Na het bereiken van de eerste doelstelling kunnen we aan de patiënt behandelingsvrije perioden voorstellen, bijvoorbeeld om op vakantie te gaan. We kunnen hem eveneens slechts één, minder schadelijk product voorschrijven, zoals een biologisch geneesmiddel.
Op het gebied van heelkunde zijn de ingrepen om leveruitzaaiingen weg te snijden steeds doeltreffender. Tot twee derde van de lever kan worden weggesneden. Dat verhoogt de overlevingskansen van de patiënt. Andere opmerkelijke technische vooruitgangen zijn radiofrequentie, waarbij niet-verwijderbare levertumoren worden weggebrand, en plaatselijke behandelingen, zoals de rechtstreekse inspuiting van radioactieve deeltjes in de lever.
Ja. Vroeger werd elke dikkedarmkanker op dezelfde manier behandeld, ongeacht het type patiënt en het type tumor. Vandaag gebeurt de behandeling ‘op maat’, ‘à la carte’. Dankzij nieuwe beeldvormingstechnieken kunnen we sneller opsporen of de patiënt op de behandeling reageert en deze indien nodig aanpassen. We maken ook vooruitgang in de profilering van de tumoren. In de toekomst zal het waarschijnlijk mogelijk zijn om subtypes van de tumor te onderscheiden. Elk type zal anders kunnen worden behandeld, volgens een vastgesteld protocol naargelang van het stadium en het moleculaire profiel van de tumor.
Onderzoekers proberen te begrijpen waarom bepaalde patiënten wel reageren op bepaalde biologische geneesmiddelen en anderen niet. En ze trachten nieuwe ‘verantwoordelijke factoren’ voor darmkanker te identificeren om nieuwe gerichte behandelingen te ontwikkelen. Dat onderzoek zal helpen om de profilering van de tumoren en de uitwerking van behandelingsprotocollen te verbeteren.
Patiënten met darmkanker die chemotherapie krijgen op basis van 5-FU (5 Fluorouracil) hebben sinds enkele jaren de mogelijkheid om thuis behandeld te worden. “Concreet wordt er een kleine pomp via een poortkatheter of een PICC-lijn aangesloten die de patiënt voortdurend van de nodige behandeling voorziet”, legt dokter Anne Demols, specialiste digestieve oncologie, uit. In het geval van darmkanker wordt gebruikgemaakt van 5-FU, een geneesmiddel dat dagenlang continu wordt toegediend. Over het algemeen wordt 5-FU tijdens de chemotherapie gecombineerd met andere chemotherapeutische middelen, die wel in het ziekenhuis worden toegediend. Eenmaal alle medicatie in het ziekenhuis is toegediend, sluit de verpleegkundige de pomp met 5-FU aan, waarna de patiënt terug naar huis mag. “Zodra de toediening van 5-FU is beëindigd is (de duur varieert volgens het behandelingsschema), gaat een verpleegkundige bij de patiënt aan huis om de pomp los te koppelen.”
Chemotherapie is vaak zwaar, zowel op praktisch als op sociaal vlak. Door de behandeling thuis te volgen, ervaart de patiënt aanzienlijk meer comfort, zeker als die behandeling dagenlang duurt. “De patiënt is thuis in de vertrouwde omgeving en hoeft niet dagenlang in het ziekenhuis te verblijven. Bovendien, en dat is een economisch argument, komen de hospitalisatiekosten zo lager te liggen.”
In het geval van darmkanker is chemotherapie in eigen huis momenteel beperkt tot behandelingen met 5-FU. Dat is niet de enige voorwaarde. Het moet bovendien gaan om monotherapie, dus chemotherapie die uit slechts één geneesmiddel bestaat. “Het medicijn mag patiënten ook niet blootstellen aan mogelijk gevaarlijke bijwerkingen (bv. een allergische reactie), die medisch toezicht in het ziekenhuis vereisen. Maar de meeste chemotherapieën die vandaag worden toegediend in het kader van darmkanker beantwoorden niet aan die criteria”, verduidelijkt dokter Demols.
Enerzijds is er de medicatie die beperkingen oplegt. Anderzijds is het belangrijk te benadrukken dat lang niet alle patiënten in aanmerking komen voor chemotherapie in eigen huis. “De patiënt moet fysiek en cognitief geschikt zijn en mag geen contra-indicaties vertonen om chemotherapie zonder medisch toezicht te ondergaan. Hij of zij moet bovendien goed omringd zijn en in goede omstandigheden leven.”
Artikel geschreven door Kathleen Mentrop, gezondheidsjournaliste. Gepubliceerd op 05 december 2017.
"Mijn kanker werd negen jaar geleden gediagnosticeerd. Ik was 61 jaar. Ik had meer en meer last van buikkrampen: mijn maag was ontregeld. Ik raadpleegde een gastro-enteroloog maar ik had geen enkel vermoeden dat het om dikkedarmkanker ging. Ik wist niet dat deze aandoening pijn kon veroorzaken. Maar de dokter dacht er onmiddellijk aan omdat ik vreselijk bleek en vermagerd was. Hij deed een bloedonderzoek, dan een coloscopie en hij regelde onmiddellijk een dringende chirurgische ingreep, één week later. Toen ik de diagnose te horen kreeg, ben ik niet in elkaar gestort. Integendeel. Ik zei tegen mezelf dat ik hier wel doorheen kom en zal vechten. Mijn grootste motivatie was om mijn kleinkinderen te zien opgroeien."
"In feite had ik geluk bij een ongeluk. De chirurg moest een deel van het rechtercolon wegnemen, maar hij heeft gelukkig niet moeten raken aan de linkerkant. Anders had ik misschien een stoma nodig gehad. Na de operatie heb ik ook chemotherapie gekregen om de kans op terugval te beperken. De behandeling heeft in totaal zeven maanden geduurd. Ik heb ze vrij goed verdragen, ben niet al te ziek geweest. En vooral, de behandeling tegen dikkedarmkanker geeft geen haaruitval. Dat zou heel zwaar geweest zijn, vrees ik."
"Ik leid vandaag een volledig normaal leven. Ik hoef zelfs geen speciaal dieet te volgen. Maar de arts benadrukte dat je nooit genezen bent van kanker. Om de zes maanden wordt een radiografie en een scan gedaan om na te gaan of de kanker niet terugkomt. Twee jaar geleden werden lymfeknopen ontdekt op de heelkundige snijvlakken. Mijn arts was ongerust. Hij liet me om de drie maanden op controle komen om de evolutie van de lymfeknopen te volgen. Maar ze veranderden niet. Afgelopen februari waren ze verdwenen. Ik moet bekennen dat ik buiten deze controles niet aan mijn kanker denk of aan het risico op terugval. Gelukkig maar, want je moet kunnen vergeten en een zo normaal mogelijk leven kunnen leiden."
Elk jaar worden in ons land bijna 9.000 nieuwe gevallen van darmkanker vastgesteld. Zo’n 3.000 mensen sterven aan deze ziekte. Daarmee is darmkanker (colorectale kanker) de tweede doodsoorzaak bij vrouwen en de derde bij mannen. Sinds oktober 2013 worden mensen tussen 56 en 74 jaar automatisch uitgenodigd voor het Vlaams bevolkingsonderzoek naar darmkanker. In 2015 lieten 539.767 mensen (51,4%) zich preventief testen. Dat kan nog beter. “Het moet de ambitie zijn om tegen 2020 in heel België 60% respons te halen. Maar dan moet er vooral in Wallonië een serieuze inhaalbeweging gebeuren: daar laat amper 10% van de risicogroep zich testen”, zegt dr. Luc Colemont, maagdarmspecialist en managing director bij de vzw Stop Darmkanker (www.stopdarmkanker.be).
“Eerst en vooral gebruikte men in Wallonië jarenlang een wat verouderde en omslachtige guaiac-test. Daarom werd in Vlaanderen vanaf het begin gekozen voor de ‘poepsimpele’ iFOB-test (faecaal occult bloedtest). Ten tweede moet men in Wallonië de test ophalen bij de huisarts. Dat is al een behoorlijke drempel. En ten derde is de problematiek van darmkanker in Wallonië vrijwel onbekend. Al deze factoren leiden ertoe dat zoveel minder Waalse mensen zich preventief laten screenen. Maar ook in Vlaanderen is darmkanker nog altijd een beetje taboe. Daar proberen wij met onze vzw Stop Darmkanker iets aan te doen via lezingen, sociale media, campagnes enz. Want kennis delen, kan levens redden.”
“Darmkanker is een sluipmoordenaar. De kanker evolueert in een eerste fase vaak zonder symptomen. Bij de initiële diagnose is er bij ongeveer 20% van de patiënten al sprake van metastasen (uitzaaiingen). Dus hoe sneller colorectale kanker wordt opgespoord, hoe beter de prognose voor de patiënt. Wanneer de diagnose in stadium I wordt gesteld, heeft de patiënt een kans op genezing van meer dan 90%. Wanneer dat pas in stadium IV gebeurt, heeft men gemiddeld minder dan 10% kans om 5 jaar later nog in leven te zijn. In 2015 had 7,5% (20.478) van de geteste personen een afwijkende test. Helaas liet 1 op 5 zich niet verder opvolgen. Dat is een gemiste kans om 368 darmkankers vroegtijdig te ontdekken.”
Artikel geschreven door Caroline Stevens, medisch journaliste. Gepubliceerd op 12 juni 2017.
Het onderscheid tussen een goedaardige cyste en een kwaadaardige tumor is niet altijd eenvoudig. Op CT-beelden (röntgenstralen) kunnen cysten en tumoren er zeer gelijkaar...
Lees verderEerst hebben ze neoantigenen geïdentificeerd, d.w.z. specifieke eiwitten die verschijnen als normale cellen kwaadaardig worden als gevolg van genetische mutaties. De vors...
Lees verderOncologen hebben het in The Guardian over eenvoudige, uitvoerbare, dagelijkse dingen die ze doen om kanker te voorkomen.
"Laat dat vechten over aan dokters en onderzoekers. Patiënten hebben vooral steun en troost nodig”, aldus de hoofdredacteur op VRT NWS. "Vechten tegen kanker, het is ook...
Lees verder“Onder wetenschappers groeit het inzicht dat een ongezonder leven slechts voor een deel verklaart dat er meer mannelijke dan vrouwelijke kankerpatiënten zijn. Mannen lijk...
Lees verderDr. Anne Demols, gastro-enteroloog en specialiste digestieve oncologie in het Erasmusziekenhuis.
Dr. Luc Colemont, maagdarmspecialist en managing director bij de vzw Stop Darmkanker
Jacqueline, 70 jaar
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen