Als de epileptische activiteit de volledige hersenen treft, is er sprake van een gegeneraliseerde aanval.
Een gegeneraliseerde aanval leidt tot bewustzijnsverlies. Dat kan zeer kort zijn bij 'absences', maar langer duren bij aanvallen met stuipen.
Naast de tonisch-clonische, gegeneraliseerde aanvallen met stuipen, bestaan er dus ook primair gegeneraliseerde aanvallen zonder stuipen. Die gaan gepaard met kort bewustzijnsverlies, waarna de patiënt meteen weer normaal functioneert. Deze 'absences' doen zich voor in de kindertijd of de adolescentie.
Belangrijk: een patiënt kan op verschillende momenten verschillende soorten aanvallen krijgen. Zo blijven bij een patiënt met focale epilepsie niet alle aanvallen beperkt tot de zone van de epilepsiehaard en kunnen ze zich verspreiden naar de volledige hersenen. Het gaat hier om secundair gegeneraliseerde focale aanvallen.
De patiënt zal dus altijd dezelfde focale aanvallen krijgen, want ze hangen samen met de plaats van de epilepsiehaard. Soms krijgt hij ook stuipen met bewustzijnsverlies, wanneer de elektrische activiteit zich secundair heeft uitgebreid naar de volledige hersenen.
Bij een focale epilepsieaanval verspreidt het abnormale elektrische signaal zich vanuit zijn ontstaanszone, de zogenaamde epilepsiehaard. Die abnormale activiteit verspreidt zich langs de connecties in de hersenen en tast de neuronen aan die bepaalde functies sturen, zoals de bewegingen van een lidmaat, de zintuiglijke waarneming, de spraak of een specifieke gemoedstoestand.
De symptomen van een focale aanval hangen dan ook af van de functie van de neuronen:
Een focale epilepsieaanval kan zich voordoen met of zonder bewustzijnsverlies. Wanneer de patiënt bij bewustzijn blijft, is er sprake van een eenvoudige focale aanval of van een eenvoudig partiële aanval, want ze treft slechts een deel van de hersenen.
Als de abnormale elektrische signalen zich uitbreiden tot de structuren van het bewustzijnscentrum in de hersenen, kunnen er bewustzijnsstoornissen ontstaan. In dat geval is er sprake van een complexe partiële of complexe focale aanval. Het adjectief 'complex' betekent hier dat er sprake is van een bewustzijnsverandering: de patiënt is zich niet bewust van zijn aanval en herinnert zich achteraf niets meer.
Epilepsieaanvallen zijn het gevolg van een abnormaal elektrisch verschijnsel in de hersenen. Veel mensen krijgen één keer in hun leven een epilepsieaanval, maar hervallen nadien niet meer (in België ongeveer 60.000 personen). Een dergelijke, geïsoleerde epilepsieaanval is geen chronische ziekte die een langetermijnbehandeling vereist. We spreken pas van 'epilepsie' als iemand verschillende aanvallen krijgt.
De hersencellen, ook neuronen genoemd, wisselen chemische signalen uit via moleculen, de zogenaamde neurotransmitters. In eenzelfde neuron circuleert de informatie voortdurend via een elektrische impuls. Een abnormale en overmatige productie van elektrische signalen binnen een groep neuronen brengt een epilepsieaanval op gang.
Een epilepsieaanval is dan ook de (klinische) uiting van een overmatige, abnormale en synchrone elektrische ontlading in een reeks neuronen. De oorzaken van die elektrische stoornis in sommige neuronen, en dus de oorzaken van epilepsieaanvallen, lopen uiteen.
Als die elektrische stoornis ontstaat in een beperkte zone van de hersenschors (de neuronenlaag aan het hersenoppervlak), spreken we van partiële of focale epilepsieaanvallen. Doet de stoornis zich daarentegen van bij het begin voor in de volledige schors, dan spreken we van primair gegeneraliseerde epilepsieaanvallen.
De geneesmiddelenbehandeling heeft als doel de aanvallen volledig te onderdrukken met zo weinig mogelijk of zelfs gee...
Lees verderDe omgeving van de patiënt moet bij een epilepsieaanval koelbloedig optreden, om de risico's op lichamelijke letsels zoveel mogelijk te beperken.
Een aanval tijdens het autorijden is gevaarlijk. Vandaar dat er een wettelijk rijverbod geldt voor alle epilepsiepatiënten. Deze maatregel wordt in bepaa...
Lees verderAl zijn anti-epileptica in de meeste gevallen doeltreffend, sommige factoren bevorderen een aanval en moeten dan ook in de mate van het mogelijke vermeden worden.
Katrien, 26 jaar
Kwinten, 13 jaar
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen