Bij ernstige hemofilie wordt de diagnose meestal vroegtijdig gesteld.
Een pasgeborene zonder hemofilie heeft 100% van de stollingsfactor FVIII. Bij hemofilie is de stollingsfactor FVIII beperkt. In geval van ernstige hemofilie kan de stollingsfactor FVIII niet worden bepaald (minder dan 1%). De diagnose hemofilie A kan dus worden gesteld bij de geboorte. Als de aandoening niet op dat moment wordt gediagnosticeerd, zal het kind daarna zonder reden of bij een licht trauma ecchymosen krijgen (blauwe plekken) en hematomen (bloeding in de weefsels). Bij matige (FVIII tussen 1 en 5%) en/of lichte (FVIII tussen 5 en 50%) hemofilie blijkt pas als het kind wat ouder is, bij een chirurgische ingreep of tandheelkundige zorg, dat er sprake is van abnormale bloedingen.
In de meeste gevallen wordt de diagnose hemofilie gesteld bij kinderen uit een familie waarin de ziekte al voorkomt. Een familiale voorgeschiedenis helpt bij het stellen van de diagnose, als er een stamboom van de bloedingen wordt opgesteld want daaruit zal blijken of er nog jongens in de familie last hadden van hemorragie. Vooral mannen worden getroffen door hemofilie. De voorgeschiedenis van de patiënt zelf – langdurige bloedingen zonder duidelijke redenen of niet in verhouding met de oorzaken - in combinatie met de voorgeschiedenis van de familieleden wijst op de aanwezigheid van hemofilie.
Vervolgens moet met een bloedtest de cefalinetijd worden gemeten om de diagnose hemofilie te kunnen stellen. Bij deze test wordt gemeten hoe lang het duurt voordat het bloed stolt. Deze tijd wordt afgezet tegen de normale stollingstijd bij een gezonde mens. De stollingstijd is langer naarmate er minder stollingsfactor in het bloed zit.
Er wordt ook een specifieke bepaling van de stollingsfactoren uitgevoerd. Om de juiste diagnose te kunnen stellen is het belangrijk dat deze bepaling wordt gedaan in een laboratorium dat hiermee ervaring heeft en dat samenwerkt met een centrum dat gespecialiseerd is in de behandeling van hemofilie. Het is van groot belang dat bepaald wordt of de concentratie van de betreffende factor meer of minder dan 1% bedraagt. Dit percentage bepaalt de ernst van de aandoening en de toekomstige behandeling van de patiënt. Daarna volgt een genetische analyse om de fout in het DNA op te sporen die de hemofilie in de betrokken familie veroorzaakt.
Op reis gaan als je hemofilie hebt? Het kan echt en Bruno is daar het bewijs van. Voor zijn werk reist hij de hele wereld rond en duikt hij in warme zeeën om vissen te ku...
Lees verderAls hemofilie is het erg belangrijk om uw tandarts regelmatig te zien.
Lees verderPatrick heeft ernstige hemofilie A en is medewerker van de Vereniging voor Hemofilie. Hij en zijn vrouw Katja delen hun verhaal over de weg die ze hebben afgelegd om een...
Lees verderWat is de impact van hemofilie op uw zoektocht naar werk? Een goed aangepaste en correct opgevolgde behandeling is de eerste voorwaarde voor een bevredigend beroepsleven....
Lees verderJohan 50 jaar
Miguel, 12 jaar
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen