Bij een non-hodgkinlymfoom is soms een transplantatie van stamcellen van het bloed aangewezen. Bijvoorbeeld als de patiënt onvoldoende reageert op de klassieke behandelingen, of in het geval van terugval (snel optredend recidief na een eerste geslaagde behandeling). Als de chemotherapiedosissen moeten worden opgedreven bij een resistent lymfoom of bij terugval, moet geprobeerd worden de toxiciteit van deze hoge dosissen op de gezonde beenmergcellen te beperken. Om de bloedcellen te herstellen wordt dan een transplantatie uitgevoerd van stamcellen die afkomstig zijn van het beenmerg van de patiënt, of van dat van een geschikte donor.
Voor de behandeling met chemotherapie en/of radiotherapie start, worden dus stamcellen afgenomen en bewaard, om nadien opnieuw bij de patiënt te worden ingespoten. De stamcellen kunnen uit het beenmerg of uit het bloed worden afgenomen. In het eerste geval wordt een punctie uitgevoerd ter hoogte van het bekken. In het tweede geval moet de patiënt een groeifactor innemen, een geneesmiddel waardoor de stamcellen worden afgegeven in de bloedsomloop. Vervolgens worden ze vanuit het bloed afgenomen, met een techniek die momenteel goed ontwikkeld is.
Op het einde van de chemotherapie en/of radiotherapie worden de stamcellen opnieuw ingebracht bij de patiënt, via een intraveneus infuus. Als alles goed gaat, kan het beenmerg dan na twee tot drie weken opnieuw voldoende bloedcellen aanmaken.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met prof. Dominique Bron, hematoloog aan het Bordetinstituut.
Chemotherapie geeft vandaag zeer goede resultaten bij hodgkinlymfoom. Haaruitval en vermoeidheid zijn altijd bijwerkingen hiervan, maar misselijkheid en braken worden zeldzamer. Tegen die symptomen bestaan tegenwoordig immers zeer doeltreffende behandelingen. Bovendien veroorzaken veel chemotherapieschema’s vandaag geen onvruchtbaarheid meer.
Wanneer nodig wordt overgegaan tot cryopreservatie (afname en invriezing) van sperma bij jonge mannen, en indien mogelijk, van de eierstokken bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Radiotherapie kan eveneens noodzakelijk zijn. Wegens de bijwerkingen op lange termijn hiervan, wordt het slechts in bepaalde gevallen toegepast.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met prof. Dominique Bron, hematoloog aan het Bordetinstituut.
De behandeling van non-hodgkinlymfomen verschilt zeer sterk van het ene lymfoom tot het andere. Bij een oudere patiënt met een vorm die op korte termijn niet levensbedreigend is, zal geopteerd worden voor een weinig agressieve behandeling met weinig bijwerkingen. Soms wordt orale chemotherapie gebruikt, of de recente biologische behandelingen. Bij een jonge patiënt met een agressief lymfoom is de therapeutische strategie anders.
Bij de behandeling van non-hodgkinlymfoom wordt vandaag zeer vaak gebruikgemaakt van immunochemotherapie, dit is de combinatie van chemotherapie met een biologische behandeling (monoklonale antistoffen). Monoklonale antistoffen zijn antistoffen die zijn verkregen door gentechnologie. Ze worden ’biologisch’ genoemd omdat ze de werking van onze natuurlijke antistoffen nabootsen. Monoklonale antistoffen kunnen één enkel antigeen aanvallen dat aanwezig is op het celoppervlak. Het gaat dus om echte projectielen tegen de tumor gericht. De komst van dit type geneesmiddel heeft de behandeling van non-hodgkinlymfomen drastisch veranderd. Door deze behandelingen te combineren met chemotherapie is de prognose van lymfomen aanzienlijk verbeterd, vooral die van agressieve lymfomen. Vandaag geneest ongeveer 70% van de patiënten met een dergelijk lymfoom. In bepaalde gevallen kan ook gebruikgemaakt worden van radiotherapie.
Om terugval te vermijden, kan een onderhoudsbehandeling overwogen worden voor patiënten die aanvankelijk behandeld werden met immunochemotherapie. In dat geval wordt alleen nog de immunotherapie voortgezet en wordt de chemotherapie stopgezet. Een recente studie heeft aangetoond dat patiënten die deze onderhoudsbehandeling om de twee maanden voortzetten gedurende twee jaar, twee keer meer kans maken om in remissie te blijven dan patiënten die stoppen met de behandeling.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met prof. Dominique Bron, hematoloog aan het Bordetinstituut.
“In de vroege ziektestadia is 90 tot 95% van de hodgkinpatiënten na vijf jaar nog in leven. Als de ziekte meer gevorderd is, ligt die overleving nog steeds rond de 85 à 9...
Lees verderHet zorgpad gaat van start bij de eerste aanmelding van de patiënt in het ziekenhuis. “De taken van iedereen, zowel medische als psychosociale zorgverleners, moeten van h...
Lees verderDe klachten waarmee patiënten te maken krijgen na afloop van de behandeling hangen nauw samen met de therapie die ze hebben ondergaan. Wanneer het l...
Lees verderImmunochemotherapie is een combinatie van twee verschillende behandelingen: immunotherapie en chemotherapie.
Lees verderOm een lymfoom te kunnen diagnosticeren, moeten we de ziekte eerst lokaliseren. Er zijn diverse onderzoeken mogelijk: echografie, radiografie of PET-scan.
Lees verderAction Lymphome Wallonie Bruxelles (ALWB), een patiëntenvereniging, heeft op 16 september 2023 een ‘Dag van de Patiënten’ georganiseerd om patiënten, hun naasten en zorgv...
Lees verderAction Lymphome Wallonie Bruxelles, een patiëntenvereniging, heeft op 16 september 2023 een ‘Dag van de Patiënten’ georganiseerd om patiënten, hun naasten en zorgverlener...
Lees verderDe Caring Hat werd ontworpen door Fabienne Delvigne. Dit initiatief biedt hoeden aan als alternatieve oplossing voor pruiken en mutsen, bijvoorbeeld voor wie lijdt aan haaruitval ten gevolge van een kankerbehandeling.
Dr. Florence Van Obbergh, hematoloog in het ziekenhuis van Jolimont, geeft een update over de evolutie van de levenskwaliteit na een transplantatie.
Professor Virginie De Wilde, hoofd van de dienst Hematologie in het Erasmusziekenhuis/Universitair Ziekenhuis van Brussel, heeft deelgenomen aan de oprichting van de vereniging Action Lymphome Wallonie-Bruxelles (ALWB).
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen