Focus op het procedurele en het declaratieve geheugen

- Het langetermijngeheugen bestaat uit verschillende deelstructuren. Zo moet er een onderscheid gemaakt worden tussen het procedureel en het declaratief geheugen. Cognitieve en motorische vaardigheden zoals fietsen, zwemmen, autorijden… zijn opgeslagen in het procedurele geheugen. We roepen deze aangeleerde vaardigheden niet bewust op. Zo kan je een trap afrennen zonder je op de precieze beweging van je voeten te concentreren. Om die reden wordt het procedurele geheugen ook wel het impliciet geheugen genoemd.
- In tegenstelling tot het procedureel geheugen, vraagt het declaratief geheugen, ook wel expliciet geheugen genoemd, een zekere mate van bewuste psychische inspanning. Dat zie je soms aan de frons op het voorhoofd, die verschijnt wanneer mensen gegevens uit dit geheugen moeten opvissen.
In feite zijn ze dan bezig met de twee onderafdelingen van het declaratief geheugen te doorlopen:
- In het episodisch geheugen ligt persoonlijke informatie opgeslagen: herinneringen aan specifieke gebeurtenissen of ervaringen, zoals bijvoorbeeld je vorige verjaardag.
- Het semantisch geheugen is te vergelijken met een encyclopedie. Alle woorden, concepten en feiten die je kent, zijn hierin opgeslagen (namen, grammaticaregels, religieuze opvattingen enz.) . Je raadpleegt dit geheugen als iemand vraagt: ‘Wat is de hoofdstad van Rome?’ of ‘Uit welke twee deelstructuren bestaat het declaratief geheugen?’.