Gepubliceerd op 23/02/2011 à 23:05
Nierinsufficiëntie heeft aanvankelijk slechts vage symptomen, zoals vermoeidheid of gebrek aan eetlust. Hoe kunt u dan met zekerheid weten of er sprake is van nierfunctiestoornissen? Wanneer moet u een arts raadplegen? Wanneer is een opsporingstest nodig? Ziehier een bondig antwoord op enkele essentiële vragen...
Nierinsufficiëntie is het onherstelbare verlies van de nierfuncties, waarbij de nefronen geleidelijk vernietigd worden. De ziekte manifesteert zich wanneer nog slechts één derde van de nefronen werkt. Vóór die fase zijn de symptomen zeldzaam of vaag, en is het moeilijk om uit te maken of het nu al dan niet gaat om nierinsufficiëntie. Toch volstaat een eenvoudige bloedanalyse om de ziekte op te sporen.
Risicogroepen zoals diabeten, patiënten met hoge bloeddruk en mensen met urinewegproblemen worden meestal goed gevolgd en regelmatig getest op nierinsufficiëntie. Maar hoe zit het met de anderen? Wanneer hebben zij een opsporingstest nodig?
Sommige symptomen kunnen u naar een arts doen stappen
• De patiënt krijgt geleidelijk last van vermoeidheid bij inspanningen, heeft weinig eetlust en moet vaker urineren dan normaal.
• Soms krijgt hij hoge bloeddruk of ontstaan er oedemen.
Soms brengt een urineteststrookje albumine aan het licht. Aanwezigheid van een eiwit als albumine in de urine is abnormaal. Het is een signaal dat een bloedanalyse vereist, om eventuele nierinsufficiëntie op te sporen. Deze onderzoeken waren vroeger courant in het leger en worden nog altijd vaak uitgevoerd in de scholen.
Vanaf 60 jaar is het aan te raden om zich te laten testen op nierinsufficiëntie. Aangezien het om een gewone bloedafname gaat, kan die test samen gebeuren met de meting van het cholesterol- en het bloedsuikergehalte, tests die veel vaker gebeuren. Daarbij wordt de concentratie creatinine in het bloed gemeten. Normaal gezien wordt creatinine uitgescheiden in de urine, maar bij nierinsufficiëntie gebeurt dat trager dan normaal, waardoor het creatininegehalte stijgt. Als het te hoog is, zijn bijkomende bloed- en urineonderzoeken nodig.
Als nierinsufficiëntie tijdig opgespoord wordt, kan er een behandeling opgestart worden om de resterende nierfunctie zo lang mogelijk te behouden. Er bestaan een reeks maatregelen om de dialyse uit te stellen, met name nierbeschermende geneesmiddelen en een specifiek dieet dat strikt gevolgd moet worden.
Judith Lachterman.
Deel en print dit artikel
Lithiumzouten worden als "uiterst doeltreffend" beschouwd tegen manisch-depressieve stoornissen. Helaas ten koste van de nieren. Een verhoogd urinevolume en dorstgevoel z...
Zogenaamde "essentiële" of primaire (zonder bekende oorzaak) arteriële hypertensie komt bijzonder veel voor bij de algemene bevolking. Zo hebben 4 op de 10 personen op hu...
In België zijn de meeste donoren hersendood. Toch kunnen naasten van patiënten met nierinsufficiëntie al tijdens hun leven een nier afstaan. Dit...Twee soorten donoren
Condition sine qua non: enkele maanden vooraf contact opnemen met een plaatselijk dialysecentrum (u vindt in elk dialysecentrum een gids...Hemodialyse in Marbella: het kan!
Jan Donck, nefroloog in het AZ Sint-Lucas Gent
Bruno Woitrin, voorzitter van AIRG België
Tatiana Diakun is verpleegster en gespecialiseerd in peritoneale dialyse
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen