Baarmoederhalskanker wordt door bepaalde papillomavirusstammen veroorzaakt. Daarom kan de kanker gedeeltelijk vermeden worden door een vaccin. Twee belangrijke vaccins worden voor het ogenblik gebruikt: Gardasil en Cervarix.
Cervarix is een vaccin dat op twee papillomavirussen inwerkt: het HPV 16 en het HPV 18, maar ook op verwante types. Zij vertegenwoordigen 80% van de gevallen van baarmoederhalskanker.Gardasil is een vaccin dat beschermt tegen de stammen 16, 18, 6 en 11. Het HPV 6 en het HPV 11 zijn verantwoordelijk voor 90% van de genitale wratten (niet kwaadaardig).Geen enkele van deze vaccins beschermen dus voor 100% tegen baarmoederhalskanker, maar ze verlagen het risico aanzienlijk.
Op welke leeftijd vaccineren?Voor optimale doeltreffendheid is het aangeraden voor de eerste seksuele contacten tegen HPV gevaccineerd te worden, dit wil zeggen bij het begin van de adolescentie. Voor jonge meisjes is het aan te bevelen zich te laten vaccineren rond de leeftijd van 12 jaar. Bovendien reageert het immuunsysteem van kinderen en adolescenten doeltreffender op vaccins dan dat van volwassenen: de bescherming is meestal beter en van langere duur. Tot op de leeftijd van 25 jaar kunnen jonge vrouwen zich eveneens laten vaccineren. De bescherming zal echter kleiner zijn omdat zij reeds hun eerste seksuele contacten hebben gehad.
In België is de vaccinatie tegen HPV opgenomen in de schoolgeneeskunde. Ze wordt dus aan alle jonge meisjes voorgesteld bij het begin van het secundair onderwijs. Deze vaccinatie is gratis, maar niet verplicht.
Vaccinatie in de praktijkVoor de vaccinatie tegen HPV zijn drie intramusculaire injecties nodig:
Voor het vaccin Cervarix geldt het schema 0-1-6 maandVoor het vaccin Gardasil geldt het schema 0-2-6 maandDe duur van de bescherming door deze vaccins werd tot nu toe gecontroleerd over periodes van zeven tot negen jaar. Er zijn echter nog geen gegevens beschikbaar over hun doeltreffendheid op lange termijn. Studies zullen in de toekomst moeten uitwijzen of één of meerdere herhalingen nodig zijn.
Moet baarmoederhalskanker dan nog opgespoord worden?Vaccinatie beschermt enkel tegen de belangrijkste papillomavirusstammen, het HPV 16 en het HPV 18, verantwoordelijk voor 70 à 80% van de baarmoederhalskankers. Zelfs als ze gevaccineerd is, kan een vrouw een HPV oplopen die kankerverwekkend is. Het is dus noodzakelijk om regelmatig een uitstrijkje te laten uitvoeren, vooral vanaf de leeftijd van 25 jaar en dit minstens elke drie jaar.
Julie Luong
De experten evalueerden de afgelopen jaren het bewijs dat een eenmalige dosis een vergelijkbare doeltreffendheid biedt als de twee- of driedoseringsschema's. Dit zou een doorbraak...
Lees verderBaarmoederhalskanker opsporen gebeurde tot voor kort enkel op basis van een uitstrijkje dat tijdens een gynaecologisch onderzoek werd genomen. Het uitstrijkje werd daarna onder de...
Lees verderBaarmoederhalskanker wordt door bepaalde papillomavirusstammen veroorzaakt. Daarom kan de kanker gedeeltelijk vermeden worden door een vaccin. Twee belangri...
Lees verderDankzij de opsporing via een uitstrijkje kan de ziekte nog in een precancereus stadium behandeld worden, dus vooraleer ze evolueert tot baarmoederhalsk...
Lees verderBaarmoederhalskanker ontwikkelt zich dikwijls over een vrij lange periode. Tussen de eerste letsels en de werkelijke kanker kan er 10 tot 15 jaar voorbij g...
Lees verderBaarmoederhalskanker wordt veroorzaakt door bepaalde papillomavirusstammen die bij seksuele betrekkingen overgedragen worden. Deze frequente HPV’s veroorzaken echter niet bij alle...
Lees verderEr bestaan meerdere soorten papillomavirussen of HPV (Human Papillomavirus). Onder de 120 papillomavirussen die vandaag geïdentificeerd zijn, houden 18 gen...
Lees verderDr. Christine Gennigens, medisch oncoloog aan het CHU in Luik.
Prof. Philippe Simon, diensthoofd van de afdeling gynaecologie in het Erasmusziekenhuis
Angst voor het vaccin
Artrose
Baarmoederhalskanker
Buikgriep
Chronische bronchitis
Covid-19
Covid-19 en fake news
Diabetes
Hemofilie
Hoge bloeddruk
Lactose-intolerantie
Longkanker
Lysosomaal zure lipase deficiëntie
Melanoom
Multipel myeloom
Prostaatkanker