Bij 15 tot 20% van de vrouwen met borstkanker heeft het eiwit HER2 een belangrijke impact op de regeling van de celproliferatie. Gevolg is dat het gezwel sneller groeit en groter is.
Uit de analyse van het weefsel dat met een biopsie wordt weggenomen, weten artsen of de tumor al dan niet HER2-positief is. De opsporing van de HER2-receptor maakt deel uit van de diagnose van borstkanker. Maar er moet worden onderzocht of de kanker terugkomt met metastasen, want HER2-receptoren kunnen zich parallel aan de ziekte ontwikkelen.
Het type HER2-positief wordt op dezelfde manier behandeld als andere borstkankers, maar de behandeling wordt aangevuld met bijkomende therapieën specifiek voor dit type kanker.
Sinds 2005 worden nieuwe behandelingen gebruikt bij borstkanker met HER2 overexpressie en dit aanvullend na heelkunde. Meer bepaald blokkeren de behandelingen het eiwit HER2 zodat de prognose van deze soort kanker verbetert. In combinatie met chemotherapie vermindert de sterfte dankzij deze behandelingen met een derde, en het risico op hervallen met de helft.
Net als kanker van het type HER2 zijn ook de kankers zonder ‘receptoren’ agressiever. Onderzoek is aan de gang om na te gaan hoe deze zogeheten triple negatieve borstkankers, zonder receptoren, kunnen worden behandeld.
Voor meer informatie over de doelgerichte behandelingen bij HER2-positieve borstkanker: klik hier.
In samenwerking met dr. Véronique D'Hondt en dr. Martine Piccart (Bordet Instituut).
Een van de kenmerken van kanker is dat die zich kan uitbreiden naar andere delen van het lichaam. Kankercellen kunnen zich verspreiden via de bloedsomloop en het lymfestelsel. Zo kunnen ze zich elders vasthechten en zich daar gaan vermenigvuldigen waarbij er een nieuw gezwel ontstaat. Een dergelijke nieuwe tumorhaard heet een uitzaaiing (metastase). Uitzaaiingen kunnen zich vormen in het skelet, de lever, de hersenen, de longen...
Chemotherapie wordt soms gebruikt als aanvulling op een heelkundige ingreep. De bedoeling van deze aanvullende of adjuvante behandeling is mogelijke kankercellen te vernietigen die het gebied van de borstklier zouden hebben verlaten zonder dat ze al echte uitzaaiingen hebben gevormd.
In sommige gevallen kan chemotherapie worden toegediend voor de operatie. Daarmee kan de grootte van het gezwel significant worden verminderd, zodat het gemakkelijker kan worden verwijderd. Dergelijke neo-adjuvante chemotherapie wordt enkel gegeven aan patiënten bij wie ook chemotherapie voorzien zou zijn na de operatie.
Chemotherapie is gericht tegen cellen die zich snel vermenigvuldigen. Dat zijn dus kankercellen, maar ook andere cellen in ons lichaam (spijsverteringsstelsel, haren) worden massaal vernietigd. Dat veroorzaakt talrijke bijwerkingen zoals haaruitval, vermoeidheid, bloedarmoede, misselijkheid... Oncologen hebben echter heel wat vooruitgang geboekt in het voorkomen en behandelen van deze bijwerkingen.
In samenwerking met dr. Véronique D'Hondt en dr. Martine Piccart (Bordet Instituut).
Om een volledige borstamputatie te vermijden, geven artsen de voorkeur aan een tumorectomie of conservatieve heelkunde. Daarbij wordt enkel het gezwel heelkundig verwijderd met een marge van 1 cm rond het gezwel. Die marge dient om zeker alle kankercellen te verwijderen, terwijl de borst toch gespaard blijft.
Spijtig genoeg moet in 30% van de gevallen de borst volledig verwijderd worden. Dan is er sprake van een mastectomie of borstamputatie. Deze operatie is onvermijdelijk als het gezwel groter is dan 5 cm, of als de huid van de borst ook aangetast is door kanker.
In samenwerking met dr. Véronique D'Hondt en dr. Martine Piccart (Bordet Instituut).
Radiotherapie (bestraling) wordt gebruikt na een tumorectomie, en in bepaalde gevallen na een mastectomie. De borstklier wordt met zeer nauwkeurige, ioniserende stralenbundels bestraald om kankercellen te vernietigen die eventueel nog aanwezig zijn.
Radiotherapie kan plaatselijk bijwerkingen veroorzaken: pijn of zwelling van de borst, brandwonde... Deze bijwerkingen zijn echter snel omkeerbaar.
In samenwerking met dr. Véronique D'Hondt en dr. Martine Piccart (Bordet Instituut).
Lymfeklieren zijn aanwezig in heel het lichaam. Ze vormen de 'knopen' van het lymfestelsel. De lymfe uit de borstklieren passeert via de lymfeklieren in de oksels.
Deze lymfeklieren dienen als referentie om de uitgebreidheid van de borstkanker te evalueren, en om na te gaan of de kanker zich uitbreidt in de rest van het lichaam. Kankers, en borstkanker in het bijzonder, kunnen zich in het lichaam uitbreiden via de bloedvaten of via het lymfestelsel. De oncoloog of kankerspecialist kijkt de lymfeklier na die als eerste station de aangetaste zone van de borst draineert: de schildwachtklier. Indien er veel kankercellen aanwezig zijn, worden chirurgisch een tiental lymfeklieren uit de oksel verwijderd (uitruiming van de oksel).
Via de lymfeklieren kan de lymfe wegvloeien. Als alle oksellymfeklieren zijn verwijderd, kan er een zwelling van en pijn in de arm ontstaan. Een dergelijke 'dikke arm' is een gevolg van de opstapeling van lymfevocht in de arm.
In samenwerking met dr. Véronique D'Hondt en dr. Martine Piccart (Bordet Instituut).
De behandeling van borstkanker bestaat meestal uit een combinatie van verschillende behandelingsvormen:
Lokale behandelingen zoals chirurgie en radiotherapie worden gebruikt om kankercellen te verwijderen of te vernietigen ter hoogte van de borst zelf.
Behandelingen zoals chemotherapie en hormoontherapie hebben daarentegen als doel borstkankercellen overal in het lichaam te vernietigen of te controleren.
Een multidisciplinair team (gynaecoloog of chirurg, radiotherapeut, oncoloog, plastisch chirurg …) bepaalt de behandeling.
De keuze van de behandeling hangt af van tal van factoren:
In samenwerking met dr. Véronique D'Hondt en dr. Martine Piccart (Bordet Instituut).
De angiogenesis (vorming van nieuwe bloedvaten) wordt beschouwd als een sleutelproces in de uitbreiding van borstkanker in het algemeen, en van borstkanker in het bijzonder. Om te overleven en zich te ontwikkelen, dient het gezwel zich te voeden. Het gaat daarom vanuit naburige cellen nieuwe bloedvaten doen vormen die het vervolgens bevloeien en voeden. Dat mechanisme wordt angiogenesis genoemd.
Een klasse geneesmiddelen houdt dat proces tegen. De anti-angiogenesis middelen verhinderen het ontwikkelen van bloedvaten zodat het gezwel niet gevoed wordt.
In samenwerking met dr. Véronique D'Hondt en dr. Martine Piccart (Bordet Instituut).
Ongeveer twee derde van de borstkankers is gevoelig voor oestrogenen. Bij deze soort hormoongevoelige kanker stimuleert blootstelling aan vrouwelijke hormonen de groei van het gezwel. Voor hormoongevoelige bestaan efficiënte behandelingen die de aanmaak of de werking van oestrogeen verminderen.
Hormoontherapie kan de aanmaak van vrouwelijke hormonen verminderen, of de hormonale receptoren van de kankercellen blokkeren. Zo wordt de vermenigvuldiging van de kankercellen afgeremd. Dankzij de hormoontherapie daalt de sterfte, en kan in bepaalde gevallen het risico op hervallen met 50% afnemen.
In samenwerking met dr. Véronique D'Hondt en dr. Martine Piccart (Bordet Instituut).
Het relatieve overlevingspercentage bij borstkanker op 5 jaar bedraagt 75 tot 80%. Remissie mag hierbij niet verward worden met genezing. Remissie betekent dat er geen enkel spoor van kanker meer is na behandeling. Maar er bestaat nog altijd een risico op herval van kanker, of op het voorkomen van metastasen. We spreken van genezing als er geen herval is opgetreden verschillende jaren na het einde van de behandeling. Dat aantal jaren verschilt naargelang van de soort kanker en bedraagt minstens 15 jaar in geval van borstkanker.
Omwille van het risico op herval worden na het einde van de behandeling geregeld controleonderzoeken uitgevoerd. De patiënte dient op follow-up bezoek bij haar oncoloog te gaan. Dat gebeurt om de zes maanden tot aan het vijfde jaar, en daarna jaarlijks. Ook wordt jaarlijks een mammografie uitgevoerd.
In samenwerking met dr. Véronique D'Hondt en dr. Martine Piccart (Bordet Instituut).
Eerst hebben ze neoantigenen geïdentificeerd, d.w.z. specifieke eiwitten die verschijnen als normale cellen kwaadaardig worden als gevolg van genetische mutaties. De vors...
Lees verderOncologen hebben het in The Guardian over eenvoudige, uitvoerbare, dagelijkse dingen die ze doen om kanker te voorkomen.
"Laat dat vechten over aan dokters en onderzoekers. Patiënten hebben vooral steun en troost nodig”, aldus de hoofdredacteur op VRT NWS. "Vechten tegen kanker, het is ook...
Lees verderDe mRNA-technologie... Een baanbrekend stukje technologie, dat volgens Klinisch biologe Isabel Reloux-Roels (UZ Gent) bij eventuele toekomstige pandemieën opnieuw kan ing...
Lees verderProf. Hans Wildiers, medisch oncoloog gespecialiseerd in borstkanker in UZ Leuven
Sabine Ortmans, projectcoördinator van Rekanto
Marika Csergo en Viviane Martin, diëtisten in het Jules Bordet Instituut.
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen