Het gebeurt heel zelden dat iemand beslist om te stoppen met roken en daar in zijn eentje ook in slaagt. Roken is eigenlijk een chronische ziekte en moet ook als dusdanig worden behandeld. Tabak maakt personen zowel lichamelijk als psychisch afhankelijk. Lichamelijk zijn rokers vooral afhankelijk van de nicotine in de sigaret. Psychisch is de verslaving veel complexer om aan te pakken en ongedaan te maken. Roken is bij rokers gewoon een manier van leven.
Die dubbele afhankelijkheid wordt het best bestreden met een combinatie van medicatie en psychologische ondersteuning. Bij de geneesmiddelen die de artsen mogen voorschrijven, horen onder meer nicotinevervangers (kauwgom, pleisters), geneesmiddelen, zoals Varenicline (werken in op het gevoel van gemis en genot) en zelfs, maar zeldzamer, antidepressiva.
Wie wil stoppen met roken, kan zelf kiezen met wie hij het liefst werkt: met zijn huisarts, een tabakoloog, een longarts of een psycholoog. Die laatste mag wel geen geneesmiddelen voorschrijven. In de vier gevallen betaalt de sociale zekerheid acht hulpsessies voor rookontwenning terug. De patiënt mag die over twee jaar spreiden. De eerste raadpleging duurt lang (45 minuten). De begeleider schat de afhankelijkheidsgraad in, de motivatie om te stoppen, maar ook wat de patiënt ertoe zou kunnen brengen om door te gaan met roken. Het doel is om de behandeling zo persoonlijk te maken, dat de patiënt ook mee in het proces gaat investeren. De andere sessies zijn korter (30 minuten) en zijn bedoeld om de behandeling bij te sturen, om maatregelen te nemen bij eventuele gewichtstoename of om inzicht te krijgen in een eventuele mislukking Belangrijk om te weten is dat iemand vaak pas na vier of vijf pogingen definitief stopt met roken. Er is dus geen reden om ontmoedigd te raken.
"Ik heb mijn hele leven gerookt. Vanaf mijn zestiende – toen ik van school ging – had ik altijd mijn pakje op zak. In die tijd werd er nog niet zo gewezen op de gevaren van roken. Alleen tijdens mijn twee zwangerschappen ben ik ermee gestopt. Maar daarna begon ik al snel opnieuw. Iets voor mijn veertigste ben ik beginnen hoesten en moest ik regelmatig slijmen opgeven. De blik van de mensen op straat tijdens zo’n hoestbui met een sigaret in uw hand, is niet echt fijn. Ze wijzen u bijna met de vinger."
"Ik ben gewoon blijven hoesten en heb mijn hoofd in het zand gestoken. Maar op mijn drieënveertigste, putje winter, werd mijn hoest plots erger en kreeg ik felle koorts. Ik zei tegen mezelf dat ik een kou gevat had. Tien dagen heb ik het bed moeten houden. Ik was tot niets in staat en had ook moeite met ademen. Toen ik weer beter was, heeft mijn huisarts me uitgelegd dat ik chronische bronchitis had met een beginnende COPD. Die zogeheten crisis was eigenlijk een superinfectie. Een van mijn dochters was erbij toen ik de diagnose te horen kreeg. Ze zei me dat het zo niet verder kon. Ze heeft me verplicht om mijn lot in handen te nemen."
Stoppen met roken: herboren worden
"Mijn huisarts heeft me doen inzien welke plaats roken in mijn leven had. Hij gaf me de wapens om er komaf mee te maken. Een tijd lang heb ik nicotinevervangers gebruikt.
Nu krijg ik een basisbehandeling voor mijn COPD. Ik gebruik een puffer om beter te kunnen ademen en slijmverdunners om het slijm te kunnen ophoesten. Vandaag hoest ik bijna niet meer. Ik voel me als herboren. Ik ben er trots op dat mijn kleinzoon me nu ziet als een jonge, fitte oma."
Mensen met chronische bronchitis zijn gevoeliger voor infecties. Daarom krijgen ze de raad om zich preventief te laten inenten tegen griep (influenza) en longontstek...
Lees verderProf. Pierre Bartsch, pneumoloog en tabakoloog in het CHU van Luik
Claire, 52 jaar
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen