Screening van darmkanker: welke onderzoeken?
- Het opsporen van bloed in de stoelgang met een hemoccult®-test is de aanbevolen methode voor screening op grote schaal. Dankzij deze methode is het aantal sterfgevallen als gevolg van darmkanker gedaald. Het onderzoek is goedkoop, betrouwbaar en gemakkelijk uit te voeren. Mannen en vrouwen tussen 50 en 74 jaar wordt aangeraden dit onderzoek om de 2 jaar te laten uitvoeren. De huisarts bezorgt de test aan de patiënt en legt uit hoe hij de test moet uitvoeren. De test wordt thuis uitgevoerd, waarna de stalen in een laboratorium worden onderzocht. De huisarts ontvangt het resultaat, dat hij nadien met de patiënt bespreekt.
- Coloscopie: eerstelijnsmethode met een hoog rendement voor bevolkingsgroepen met een verhoogd tot sterk verhoogd risico, op voorwaarde dat ze volledig gebeurt (totale coloscopie). Tijdens een coloscopie kunnen tegelijkertijd poliepen worden verwijderd (exerese), die potentiële voorlopers van kanker zijn. Een colografie met een scan of colo-scan wordt vandaag als een valabel alternatief beschouwd, maar met dit onderzoek kunnen geen poliepen worden weggenomen. Recent onderzoek toont aan dat een videopil – een pil die patiënten inslikken en die het spijsverteringsstelsel filmt – ook nuttig zou kunnen zijn om een eventuele darmkanker op te sporen. Deze pillen worden echter nog niet standaard gebruikt bij de diagnose van darmkanker.
- Genetische screening: genetisch advies richt zich tot risicofamilies (polyposesyndroom, erfelijke kanker). De screening gebeurt in combinatie met de opsporing van specifieke mutaties in het bloed. Door de oprichting van DNA-banken kunnen almaar meer genen onderzocht worden die een rol spelen bij erfelijke en familiale vormen van colonkanker.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met dr. Jean-Luc Van Laethem, Kliniekhoofd van de dienst gastro-enterologie en diensthoofd van de afdeling oncologie van het Erasmusziekenhuis in Brussel.