In september 2011 keurde Europa het gebruik van de proteaseremmers (telaprevir en boceprevir) goed bij de behandeling van hepatitis C. Deze geneesmiddelen blokkeren een enzym, een protease, waardoor het virus zich niet kan repliceren. Ze kunnen elk worden toegediend in combinatie met de bestaande standaardtherapie van hepatitis C (peginterferon alfa met ribavirine). Beide geneesmiddelen zouden de effectiviteit van de behandeling verhogen tot ongeveer 70% voor hepatitis C genotype 1, en de behandelingsduur met de helft kunnen inkorten bij een deel van de patiënten.
Heel recent werden nieuwe proteaseremmers (meer bepaald asunaprevir, daclatasvir, dasabuvir, ledipasvir, ombitasvir, simeprevir en sofosbuvir) uitgetest bij patiënten met hepatitis C, met of zonder interferon. De eerste studies wijzen op een grote doeltreffendheid van die nieuwe behandelingen (> 90% uitroeiing van het virus) voor een laag risico op ongewenste bijwerkingen en wisselwerkingen met andere geneesmiddelen. Een aantal van die middelen bevindt zich nog in de fase van ontwikkeling. In België zijn op dit moment alleen sofosbuvir en simeprevir verkrijgbaar in de handel. Sinds 1 januari 2015 worden die behandelingen onder bepaalde voorwaarden terugbetaald bij een ziekenhuisopname.
De nieuwe proteaseremmers zouden de effectiviteit van de huidige standaardbehandeling verhogen. Jammer genoeg neemt ook de kans op bijwerkingen toe. Zo verhoogt telaprevi...
Lees verderDe behandeling met peginterferon alfa en ribavirine kan enkele vervelende bijwerkingen veroorzaken:
Prof. dr. Peter Michielsen, Universitair Ziekenhuis Antwerpen
Jos Vandegoor, 62 jaar
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen