“Een arts heeft me ondervraagd en ik heb verschillende onderzoeken moeten ondergaan. Er bleek dat ik te veel cholesterol had en een te hoge bloeddruk, 17/9. De arts legde me de risico’s uit: zonder behandeling zou ik een beroerte kunnen krijgen met ditmaal blijvende restletsels, zoals een verlamming. Hij zei ook dat mijn hypertensie het risico op een beroerte verviervoudigde.
Er is snel een medicamenteuze behandeling gestart met twee geneesmiddelen in een lage dosering. De behandeling was zeer snel doeltreffend. Ik heb ook bepaalde gewoontes moeten veranderen: meer bewegen en gezond eten. Ik heb ook geprobeerd om stress op het werk te vermijden, maar daar ben ik niet in geslaagd. Maar ik heb de indruk dat de stress niet veel invloed heeft op mijn bloeddruk.”
Voor de behandeling van hoge bloeddruk worden vooral de volgende vier grote groepen van bloeddrukverlagende middelen gecombineerd:
Al deze geneesmiddelen verlagen de bloeddruk en verkleinen zo het risico op hart- en vaataandoeningen zoals hartinfarcten, cerebrovasculaire accidenten en hart- en nierfalen.
Het gros van de patiënten met hoge bloeddruk heeft twee tot drie verschillende stoffen nodig om de bloeddruk goed onder controle te krijgen. Door deze geneesmiddelen te combineren versterkt de werking ervan (men noemt dat het synergisch effect) en wordt het therapeutisch doel (het verlagen van de bloeddruk) sneller bereikt. Alleen is het zo dat zo gauw patiënten meerdere geneesmiddelen moeten innemen, de therapietrouw (het blijven volgen van de door de arts voorgeschreven behandeling) drastisch vermindert. Verschillende geneesmiddelen nemen - zonder ze te vergeten - is nooit eenvoudig.
Om dat probleem te verhelpen, bestaan er sinds enkele jaren zogenaamde vaste combinaties van stoffen of combinatiepreparaten. De grote groepen van bloeddrukverlagende stoffen worden samengevoegd in de gunstigste combinaties en in plaats van twee of drie losse geneesmiddelen in te nemen, neemt de patiënt nog slechts één tablet in.
Twee of drie stoffen in één enkel tablet combineren, betekent dat de patiënt minder pillen moet innemen. Anders stapelen ze zich maar op in het pillendoosje, waardoor hij misschien ontmoedigd raakt en zich niet correct aan de behandeling houdt. Door de behandeling te vereenvoudigen, verhogen deze vaste combinaties de therapietrouw en kan hypertensie optimaal worden aangepakt.
Toch niet. Onze oorspronkelijke vrees rond deze combinatiepreparaten was onder meer dat er vaker bijwerkingen zouden optreden en dat de stof die daarvoor verantwoordelijk was niet makkelijk te identificeren zou zijn. In de praktijk is het evenwel zo dat de bijwerkingen van elke groep van geneesmiddelen sterk van elkaar verschillen. Als er een bijwerking optreedt, weten we dus altijd welke stof aan de basis van dat probleem ligt en hoe de medicatie kan worden aangepast.
Soms gebeurt het zelfs dat de bijwerkingen elkaar neutraliseren. Zo worden bepaalde stoffen die als bijwerking een mogelijk risico op tachycardie hebben (abnormaal verhoogde hartslag), gecombineerd met geneesmiddelen die de hartslag vertragen. Andere stoffen die lichte oedemen (vocht ophouden) kunnen veroorzaken, worden dan weer samengevoegd met stoffen die waterophoping verminderen.
Het bloeddrukverlangend middel moet op maat gesneden zijn van de patiënt. We proberen dus de beste combinatie van stoffen te vinden en kijken daarvoor naar de medische voorgeschiedenis van de patiënt, welke therapieën hij eventueel al volgt of heeft gevolgd, wat hij wel en niet verdraagt enz. De bedoeling is om de grootst mogelijke tolerantie en doeltreffendheid te verkrijgen zodat de patiënt zijn behandeling correct volgt. Dat is erg belangrijk als je weet dat hoge bloeddruk bijna altijd een chronische en ongeneeslijke ziekte is en dat een hogebloeddruklijder levenslang medicatie moet innemen.
Het positieve aan het verhaal is dat een optimale behandeling met medicatie in combinatie met maatregelen rond hygiëne en voeding (zoutarm dieet, mijden van bloeddrukverhogende stoffen en lichaamsbeweging) de kans vergroot dat de bloeddruk onder controle blijft.
Gepubliceerd op 12/8/2014.
Ik heb sclerodermie, een ontstekingsziekte die de huid en andere weefsels aantast. Daardoor heb ik een jaar geleden mijn beroepsactiviteiten moeten stopzetten. In december vorig jaar werd ik abnormaal kortademig en moe. Ik heb dat bij een controleraadpleging gemeld aan mijn reumatoloog. Die heeft mij naar een cardioloog gestuurd voor een echografie van het hart.
De echocardiografie toonde een verhoogde druk in de longslagaders. Ik heb daarna een hartkatheterisatie moeten ondergaan. Dat is een onderzoek waarbij de arts een katheter tot in het hart voert om er de drukken te meten. De hartkatheterisatie bevestigde de diagnose van pulmonale arteriële hypertensie. De artsen hebben snel een medicamenteuze behandeling voorgeschreven. Sindsdien is mijn toestand stabiel gebleven.
Ik ben gedurende meer dan dertig jaar kantoorbediende geweest. Ik ben ook geboeid door autosport, maar dan vooral op tv. Ik beweeg heel weinig. Het verwonderde mij dan ook niet dat ik kortademig werd toen ik gras maaide. Ik heb dat zelfs gemeld aan mijn huisarts, maar die schreef de kortademigheid toe aan een slechte fysieke conditie. Maar de kortademigheid nam toe. Mijn arts heeft me uiteindelijk de raad gegeven om een longarts te raadplegen. Ik heb een reeks onderzoeken ondergaan, maar uit de resultaten daarvan kon geen conclusie worden getrokken. De pneumoloog heeft me dan naar een cardioloog verwezen, die nog enkele onderzoeken heeft laten uitvoeren. Uiteindelijk wees een echocardiografie op pulmonale arteriële hypertensie. De diagnose werd bevestigd door een hartkatheterisatie. Jammer genoeg is er lange tijd geen acht geslagen op mijn kortademigheid. Nu is de pulmonale arteriële hypertensie al vrij ver gevorderd.
Ik dacht dat de ideale systolische bloeddruk, het eerste cijfer, gelijk was aan 100 plus de leeftijd. Mijn bloeddruk was 180/80 en ik maakte me dus geen zorgen. De arts die me heeft onderzocht, zei me dat 140/90 nu de limiet was. Hij vroeg me of ik enige symptomen had opgemerkt, wat niet het geval was. Hij stelde me ook vragen over mijn levensgewoonten. Ik ben sinds 10 jaar gepensioneerd en ik doe sindsdien nogal veel aan sport, vooral fietsen. Ik ben dan niet kortademig en krijg ook geen andere symptomen. Ik rook ook niet.
De arts vond dat ik enkele kilo’s moest afvallen. Hij gaf me een paar tips zoals meer fruit en groenten eten. Ik ben een paar kilo’s vermagerd, maar dat volstond niet om de bloeddruk te normaliseren. Daarom is een medicamenteuze behandeling gestart. We zijn begonnen met een vrij lage dosering. De arts vroeg me om een bloeddrukmeter te kopen. Zo kon ik zelf mijn bloeddruk meten. In het begin moest ik de bloeddruk op vaste tijdstippen meten, driemaal per dag. Twee weken later was de bloeddruk nog niet veranderd. De arts verhoogde de dosering en ik bleef mijn bloeddruk regelmatig meten. De bloeddruk daalde daarop tot 14/9 cmHg en bleef op dat niveau. Sindsdien meet ik de bloeddruk minder vaak, eenmaal per week. Ik noteer de waarden in een boekje. Dat laat ik aan de arts zien als ik op visite ga, ongeveer om de drie maanden.”
Ook al blijft medicatie met voorsprong de beste manier om een te hoge bloeddruk (meer dan 14/9 cm/Hg) aan te pakken, toch zijn andere oplossingen evengoed nuttig. Het in...
Lees verderSommige geneesmiddelen, zoals die voor hoge bloeddruk, moeten nauwgezet worden genomen. Een pil vergeten, er een overslaan of er twee nemen omdat u de vorige vergeten ben...
Lees verderCertains traitements, comme celui contre l’hypertension, doivent être pris avec beaucoup de vigilance… Pas question d’oublier un comprimé, d’en sauter un, voire d’en pren...
Lees verderEen hoog fitnessniveau kan het risico van overlijden aan hart- en vaatziekten bij mannen met een hoge bloeddruk verminderen, zo blijkt uit een 29-jarige studie in de Euro...
Lees verderDat blijkt uit een grootschalige studie van KU Leuven, die zopas gepubliceerd werd in het gezaghebbende tijdschrift Environmental Health Perspectives. De studie bracht he...
Lees verderDr. Jean-Philippe Lengelé, nefroloog (Cliniques universitaires Saint-Luc, Grand Hôpital de Charleroi)
Christine, 53 jaar
Georges, 75 jaar
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen