Bij vermoeden van myelodysplasie wordt een volledig bloedonderzoek (volledige telling van de bloedcellen) uitgevoerd. Als dit onderzoek bevestigt dat het aantal rode bloedcellen en/of witte bloedcellen en/of bloedplaatjes gedaald is, wordt er een beenmergpunctie gedaan.
Bij een beenmergpunctie (myelogram), uitgevoerd onder lokale verdoving, wordt een naald in een bot ingebracht. Dat gebeurt meestal in het borstbeen (in het midden van de borstkas) of in de heupkam (uitstekend deel van de heup). Er wordt een kleine hoeveelheid beenmerg opgezogen. Vervolgens wordt dit staal onderzocht onder de microscoop om tekens van dysplasie (abnormaal celaspect) op te sporen en het percentage blasten (onrijpe cellen) te bepalen. Bij een beenmergpunctie kan ook een cytogenetische analyse gebeuren (karyotype), zodat eventuele chromosoomafwijkingen in de beenmergcellen kunnen worden opgespoord. Deze gegevens helpen om de diagnose te verfijnen, de prognose te bepalen en de behandeling te oriënteren.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met dr. Christophe Ravoet, oncoloog in het Hôpital de Jolimont.
Dr. Christophe Ravoet, oncoloog aan het Hôpital de Jolimont
Martina, 75 jaar
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen