Osteoporose voorkomen

Mijn moeder had gewrichtsreuma. Toen ze mijn leeftijd had, brak ze haar heup. Mijn huisarts vertelde toen dat haar reuma osteoporose in de hand had gewerkt. Ik werkte toen als secretaresse in een groot bedrijf. Veel tijd om te sporten had ik al lang niet meer, maar ik heb altijd van melkproducten gehouden. Toen ik jong was, dronk ik veel melk en met vier kleine kinderen in huis moesten er elke week liters melk aangekocht worden. Nu verkies ik yoghurt en platte kaas. Ik heb trouwens altijd bewust gekozen voor meer vis, fruit en groenten op tafel.

Botdensitometrie spoort osteoporose op

Enkele jaren geleden raadde mijn gynaecoloog aan om een botdensiteitsmeting te laten doen. Gelukkig waren mijn botten nog gezond. Ik blijf een dieet volgen met veel melkproducten, vis, fruit en groenten. Als het nodig is, neem ik extra calcium- en vitamine D- supplementen. Ik heb mij trouwens ook ingeschreven in de lokale wandelclub. Binnenkort wordt mijn eerste kleindochter geboren. Ik zal er alles voor doen opdat zij ook sterke botten heeft op mijn leeftijd.

Welke taak heeft de arts in de opvolging van osteoporose?

Zoals bij veel chronische ziekten is de therapietrouw (het trouw opvolgen van de aanbevelingen van de arts) ook bij fractuurpreventie laag. Het is aangetoond dat opvolging door de arts de therapietrouw kan verbeteren. Als er bij een opvolging problemen worden vastgesteld, kunnen er bovendien alternatieven worden gezocht. Het is daarom aanbevolen om patiënten die medicatie tegen osteoporose innemen, goed voor te lichten. Bij vragen, twijfel of intolerantie voor medicatie zijn alternatieven beschikbaar, zowel in frequentie van toediening (eenmaal per dag, week, maand, drie maanden, zes maanden, 12 maanden) als in toedieningsvorm (oraal, intraveneus, onderhuids).

Wat als een fractuur optreedt onder behandeling?

Indien tijdens de behandeling een fractuur optreedt, is een nieuw consult bij de arts aangewezen. Deze zal nagaan of de behandeling juist wordt toegepast. Als hij het nodig acht, zal hij de behandeling aanpassen. Hij zal ook nakijken of er geen andere problemen zijn die een rol spelen, zoals onderliggende ziekten.

Na vijf jaar behandeling (na 18 maanden voor PTH) is een nieuwe, volledige evaluatie aangeraden. Dan kan beslist worden om de medicatie te stoppen of voort te zetten.