Leven met

Evenwichtige voeding

Mensen die kampen met een slechte spijsvertering slagen er niet meer in om de energie en de voedingsstoffen uit hun voedsel optimaal te gebruiken. Een evenwichtige voeding is voor hen dus van cruciaal belang; anders lopen ze kans op ondervoeding. Bij tekorten zal de arts eventueel supplementen van vitamine A, D, E, K, foliumzuur, zink en/of ijzer voorschrijven.

Enkele tips voor het dagelijks leven

• Het is niet raadzaam om de vetopname te verminderen. Beter is om de therapie en de dosis van de geneesmiddelen aan te passen aan het vetgehalte (lipiden) van de maaltijden.
• Kleine maaltijden gespreid over de dag verteren beter en worden beter verdragen dan grote hoeveelheden voedsel in één keer. Ideaal is drie hoofdmaaltijden en twee of drie lichte maaltijden per dag.

Om de behandeling van een slechte spijsvertering optimaal te laten werken en de best mogelijke levenskwaliteit te behouden, mijdt u best:

• alcohol: drinken verergert de slechte spijsvertering, omdat de pancreasfunctie er nog meer door wordt aangetast en er dus nog minder spijsverteringsenzymen worden afgescheiden. Dat maakt de opname van de voedingsstoffen nog moeilijker. Stoppen met drinken helpt bovendien de pijn te verminderen, omdat alcohol chronische pancreatitis (ontsteking van de pancreas) kan doen ontstaan en de ontsteking nog kan verergeren,
• roken: roken versnelt de progressie van chronische pancreatitis en exocriene pancreasinsufficiëntie,
• sedentair leven (te weinig beweging): sporten verbetert de werking van het hart- en ademhalingsstelsel, helpt de spiermassa in stand houden en vermindert stress.

De behandeling van een slechte spijsvertering door pancreasinsufficiëntie gebeurt multidisciplinair: de huisarts, de maag- en darmarts, de diëtist en, eventueel als laatste hulpmiddel, de chirurg worden erbij betrokken.

Een goede follow-up van de ziekte is essentieel om de behandeling precies af te stellen en complicaties door een slechte spijsvertering te voorkomen. De klinische symptomen (pijn, steatorree en gewichtsverlies) moeten nauwgezet worden opgevolgd. Regelmatige controle van de parameters van malabsorptie wordt aanbevolen (om de 6 tot 12 maanden een bloedafname). Ook de stofwisselingsproblemen die gepaard gaan met een slechte spijsvertering (zoals osteoporose) moeten worden opgespoord en indien nodig behandeld.