“Als ik eenmaal moet spuiten, heb ik echt diabetes”, of “als je insuline spuit, heb je ergere diabetes dan wanneer je tabletten slikt.” Deze twee voorbeelden zijn onzin natuurlijk. De wijze van toediening zegt niets over de ernst van de aandoening. Diabetes heb je niet een beetje of heel erg, je hebt de ziekte of je hebt ze niet. De glucosecontrole zal uiteindelijk bepalen of het verhogen van de hypoglykemiërende medicatie, of het starten van insuline-injecties nodig is. Als orale medicatie niet volstaat, dringt insuline zich op.
Ze zijn het gevolg van te weinig voorlichting van patiënten. De derdelijnszorg (academische ziekenhuizen, Diabetes Liga enz., nvdr) heeft de voorbije jaren daarop hard ingezet op het beter informeren van de eerste lijn (huisartsen, thuisverpleegkundigen… nvdr), meestal toch het eerste aanspreekpunt van patiënten. Maar er is nog een lange weg te gaan.
Insulinetherapie biedt heel wat voordelen. Zo kan je de insulinedosis aanpassen in functie van je voeding, van sportinspanningen en van je bloedsuikerwaarde. Deze aanpassing van de behandeling aan het dagelijks leven verloopt veel moeilijker met tabletten dan met insuline.
Van insuline spuiten kan je gemiddeld twee tot drie kilo zwaarder worden, omdat je minder glucose verliest via de urine. Daarnaast neemt de kans op hypo’s toe (te lage bloedsuikerspiegel, nvdr), dat voor ongemakken kan zorgen gaande tot bewustzijnsverlies. Ten slotte hebben sommigen mensen een echte fobie voor naalden. Juist vanwege deze nadelen zien vele diabetici op tegen de overstap naar insuline. Maar die zijn zeker niet onoverkomelijk.
Aan die gewichtstoename bijvoorbeeld is met de hulp van een diëtiste en extra lichaamsbeweging gemakkelijk iets aan te doen. En hypo’s kunnen vermeden worden door de juiste insulinedosis te leren berekenen op basis van je maaltijd, fysieke inspanningen, je bloedsuikerwaarde op het moment... De diabetoloog en diabetesverpleegkundige of -educator begeleiden de patiënt bij die taak. Het spuiten wordt snel routine. Wat de fobie voor naalden betreft, die wordt meestal snel overwonnen. En de naalden die je daarvoor moet gebruiken, zijn vandaag de dag zo kort dat je nauwelijks nog pijn voelt.
"Ik heb de aanleg tot suikerziekte en mijn ronde silhouet geërfd van mijn moeder. Toen ik 15 jaar was, woog ik al 75 kg voor 160 cm. Pas jaren later ben ik naar een arts gegaan. Hij heeft mij ervan overtuigd om te vermageren en heeft me daarbij geholpen. Met succes, want ik ben 20 kg afgevallen. Maar na de menopauze zijn die kilo's er weer bijgekomen."
"Ik moet toegeven dat ik het moeilijk had om de gevraagde inspanningen vol te houden. Ik voelde niets en had het moeilijk om gemotiveerd te blijven. Maar toen ik 60 jaar oud was, begon mijn zicht te verminderen, sliepen mijn voeten en deden ze overal pijn. Vervolgens kreeg ik een hartinfarct. De diagnose van de artsen sloeg in als een bom: onbehandelde diabetes. Ik heb toen beslist om het spel correct te spelen. Ik wilde niet meer doen alsof mijn gewicht normaal was en of mijn suikerziekte niet bestond. Ik ben zelfs gaan sporten en ik let weer op mijn voeding. Uiteraard moet ik geneesmiddelen innemen, maar ik verdraag ze goed."
"Naar aanleiding van een kleine check-up heb ik toevallig vernomen dat ik deel uitmaakte van de grote familie van diabetespatiënten. Uit schrik ben ik onmiddellijk op mijn voeding gaan letten. Maar omdat ik zeer graag eet, is er van mijn mooie voornemens niet veel in huis gekomen. Mijn huisarts, die me al heel lang kent, heeft me daarop de risico's uitgelegd: verergering van de diabetes en optreden van complicaties."
"Ik heb dan ook gezonde gewoontes aangenomen, die eigenlijk vrij goed te doen zijn. Ik heb ook een passie gekregen voor wandelen. Dat motiveert me. Over twee jaar trek ik te voet naar Santiago de Compostella. Dankzij het wandelen hoef ik nog altijd geen geneesmiddelen in te nemen. Dat komt later pas."
We moeten een onderscheid maken tussen diabetes van het type 1 en van het type 2. Het eerste type treedt meestal op in de kindertijd of de puberteit en wordt vaak tijdens een spoedopname in het ziekenhuis vastgesteld. Het nieuws komt dan ook vrij onverwacht. Als ouder te horen krijgen dat je kind aan een chronische en ongeneeslijke ziekte lijdt, komt hard aan. Het kind van zijn kant moet op korte tijd een hoop informatie verwerken die cruciaal is voor zijn gezondheid, zoals insulinespuitjes, nieuwe eetgewoonten enz. Dat brengt soms verwarring teweeg, want er rijzen veel vragen over de toekomst, de levensverwachting en zo meer. Het verzorgend personeel staat echter klaar om de gezinnen in deze moeilijke momenten op te vangen en te begeleiden.
Dat is anders. In de meeste gevallen is de patiënt al de veertig voorbij. De diagnose wordt vaak toevallig gesteld, via een onderzoek naar aanleiding van een bloedafname of een gezondheidsprobleem. Het nieuws dat men diabetes heeft, komt dan ook minder hard aan. Toch hebben veel mensen het er moeilijk mee dat ze voor de rest van hun leven het etiket ‘diabeteslijder’ dragen. Ze maken zich ook zorgen over de veranderingen die hen zullen worden opgelegd, want ze beseffen dat ze hun eet- leefgewoonten zullen moeten aanpassen, dat sommige dingen verboden zullen worden enz.
Eerst en vooral, stel alle vragen die u tijdens en na de diagnose te binnen schieten. De arts en het verzorgend personeel zijn er om naar u te luisteren en zullen u informatie kunnen geven en u begeleiden. Aarzel niet om alles wat u bezighoudt of bang maakt, uit te spreken. Het is ook belangrijk dat de geheimzinnigheid rond de technische handelingen van de diabetesbehandeling wordt weggenomen. Er is bijvoorbeeld niets beschamends aan om uzelf een insulinespuit te zetten. Stop u er niet voor weg, het kan uw leven redden! En tot slot: informeer u en zoek zo veel mogelijk contact met andere diabetespatiënten. Veel informatie over de ziekte is vrij en makkelijk te vinden. Er bestaan ook veel diabetesverenigingen, zoals de Vlaamse Diabetes Vereniging (VDV), maar ook diabetesdagen en forums over diabetes. Al die dingen zullen u helpen om comfortabel te leven en de ziekte onder controle te krijgen.
Geschreven door Cindya Izzarelli.
Artikel gepubliceerd op 13/06/14.
Iedereen weet dat overgewicht leidt tot een verhoogd risico op diabetes type 2. Hoe groter het overgewicht, hoe groter het risico. Deze verhouding is echter geen eenricht...
Lees verderKamelen werden al ruim 3000 à 4000 jaar geleden gedomesticeerd en werken zeker niet alleen als lastdieren. Bovendien dient hun melk als basisvoedsel voor de autochtone be...
Lees verderWat is diabetes? Wat is het verschil tussen diabetes type 1 en type 2? Wat zijn de complicaties op lange termijn? Hoe moet ik mijn diabetes controleren? Hoe ziet de behan...
Lees verderDiabetes wordt gekenmerkt door een te hoge suikerspiegel in het bloed. Die verhoogde suikerspiegel moet omlaag; dat kan met bloedglucoseverlagende geneesmiddelen of insul...
Lees verderIn een studie bij 206 615 Amerikaanse gezondheidswerkers die gedurende 36 jaar werden gevolgd, was het risico op ontwikkeling van type 2-diabetes 26% hoger bij de deeln...
Lees verderDiabetesexperts roepen nu op tot wandelvriendelijke steden en gemeenten, betere huisvesting en toegang tot gezondheidszorg en betere voeding, vooral in minderheidsgemeens...
Lees verderDr. Régis Radermecker, diabetoloog in het CHU van Luik
Christophe De Block, prof. Diabetologie, Endocrinologie en Metabole ziekten aan het UZA, Voorzitter Diabetes Liga
Johan, 45 jaar
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen