Symptomen

Een kwaadaardige kanker kan uitzaaiien en/of metastaseren. In geval van uitzaaiingen (of metastasen), kunnen er symptomen en klachten optreden in andere delen van het lichaam dan de longen, en dat afhankelijk van de plaats van uitzaaiing:

• Bij uitzaaiing naar de hersenen, kunnen hoofdpijn en verwarring optreden.
• Bij uitzaaiing naar het bot, kan botpijn optreden zowel in de rug als in de armen en de benen.
• Bij uitzaaiing naar de lever, kan de patiënt een gele huidskleur krijgen.

Bepaalde symptomen zijn meer typisch voor longkanker, hoewel ze ook nog bij andere aandoeningen kunnen voorkomen:

• Hoesten: meestal gaat het om een vervelende prikkelhoest die al enkele weken aanhoudt. Ook kan de dagelijkse rokershoest die vooral 's morgens optreedt, veranderen in een chronische prikkelende of scherpere hoest die de hele dag duurt. Het is ook mogelijk dat het opgehoeste slijm wat bloed bevat.
• Een ontsteking van de luchtwegen die blijft duren en niet geneest, ook niet met antibiotica.
• Het optreden van of een toename van kortademigheid.
• Pijn ter hoogte van de borstkas.
• Heesheid die zonder duidelijke reden ontstaat en bijvoorbeeld niet werd voorafgegaan door een verkoudheid of keelpijn.
• Opzwelling van het gelaat of de nek wanneer de lymfeklieren reeds aangetast zijn door kankercellen.
• Hormonale of bloedstoornissen veroorzaakt door de afgifte van bepaalde stoffen uit de tumorcellen, bijvoorbeeld stoffen die het calcium- of natriumgehalte in het bloed veranderen.

In het begin is de longkanker nog te klein om waarneembare symptomen te geven. Soms wordt de tumor dan ook bij toeval ontdekt, bijvoorbeeld bij een controleonderzoek waarbij een radiografie van de borstkas wordt genomen.

Een aantal vage symptomen kunnen toch wijzen op het bestaan van longkanker, zoals aanhoudende vermoeidheid, verminderde eetlust of gewichtsverlies. Deze symptomen komen bij vele ziekten voor, maar kunnen risicopersonen ertoe aanzetten hun arts te raadplegen. Deze zal hen dan een radiologisch onderzoek voorschrijven. Hoe eerder de longkanker opgespoord wordt, hoe groter de kans op genezing.