Bij myelodysplasie met laag of intermediair risico 1 is de kans op evolutie naar leukemie veel kleiner. De behandeling heeft vooral tot doel het te lage aantal bloedcellen te corrigeren, en voornamelijk het aantal rode bloedcellen.
In de groep met hoog risico en met intermediair risico 2 is de kans op evolutie naar leukemie groot. Het hoofddoel van de behandelingen is deze evolutie te voorkomen of vertragen.
De genetische afwijking die het vaakste voorkomt bij myelodysplastisch syndroom is het verlies van een deel van chromosoom 5. Deze genetische afwijking komt voor bij 10 tot 15% van de mensen met myelodysplastisch syndroom. De behandeling van deze bijzondere vorm van myelodysplastisch syndroom heeft als doel het aantal transfusies en de bijwerkingen die ermee gepaard gaan, te beperken.
Dr. Christophe Ravoet, oncoloog aan het Hôpital de Jolimont
Martina, 75 jaar
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen