Endometriose is een ziekte waarbij endometriumweefsel (het slijmvlies dat de binnenzijde van de baarmoeder bekleedt) buiten de baarmoeder wordt gevonden: op de eierstokken of de eileiders of verderop, bijvoorbeeld op de longen.
Wat het verband tussen endometriose en onvruchtbaarheid juist is, weten we nog niet. Onvruchtbaarheid is één van de mogelijke gevolgen van ernstige endometriose, maar dat is niet altijd zo. Niet alle patiënten met endometriose zijn onvruchtbaar. We vermoeden dat endometrioseletsels tot gevolg hebben dat de baarmoeder zich minder goed leent voor inplanting van het embryo. Endometriose kan immers worden beschouwd als een plaatselijke ontstekingsziekte. Endometriose kan ook mechanische problemen veroorzaken. Zo kunnen endometrioseletsels de verschillende voortplantingsorganen, zoals de eileiders en de eierstokken, aan elkaar doen kleven. Dat kan het bevruchtingsproces belemmeren.
Endometriose kan bij alle vrouwen voorkomen, vanaf de puberteit tot de menopauze. Er zijn zeker genetische factoren: als de moeder endometriose heeft, lopen haar dochters zes tot zeven keer meer kans om ook endometriose te krijgen. Endometriose blijkt ook samen te hangen met luchtvervuiling. De specifieke vervuilende factoren zijn niet met zekerheid bekend, maar de frequentie van endometriose is bijzonder hoog in landen waar de lucht zeer vervuild is, zoals België.
Je moet letten op alarmsignalen: zeer pijnlijke menstruaties, pijn bij het vrijen, pijn bij de stoelgang, onverklaarde steriliteit … Chirurgie is de enige behandeling om endometriose te genezen. Maar chirurgie is niet zonder risico en daarom moet je bij elke patiënte afzonderlijk nagaan of chirurgie raadzaam is. Ook kan je een hormonale behandeling geven. De menstruatie wordt in gang gezet door de daling van geslachtshormonen (oestrogenen en progesteron) in het bloed. Die hormonale schommelingen kunnen ook een invloed hebben op de endometrioseletsels buiten de baarmoeder. Die weefsels gaan ook bloeden bij de menstruatie, ook als ze zich op de eierstokken of in de longen bevinden.
Voor mijn huwelijk had ik me nooit vragen gesteld over mijn vruchtbaarheid. Na ons huwelijk wilden we aan kinderen beginnen. Maar na drie jaar was ik nog altijd niet zwanger. We hebben dan medische onderzoeken laten uitvoeren. De diagnose werd snel gesteld: een niet-gediagnosticeerde chlamydia-infectie had mijn eileiders beschadigd zodat die niet meer normaal werkten. Dat was voor mij een schok. Alsof mij een natuurlijk recht werd ontzegd.
Ik heb dan een operatie ondergaan in een poging om de eileiders weer doorgankelijk te maken en daarna heb ik driemaal een IVF ondergaan, telkens zonder succes. Mijn man heeft me enorm gesteund. Samen hebben we het wachten, de angst en de herhaalde mislukkingen het hoofd geboden. Het onbegrip van mensen rondom mij was stuitend en hun opmerkingen waren kwetsend. Mijn zussen hadden intussen al kinderen gekregen en begrepen niet dat ik wat afstand nam, om niet te lijden. Mijn gynaecoloog heeft me gelukkig verwezen naar een psycholoog, die ons op die moeilijke momenten heeft begeleid. Hij heeft ons zeer goed bijgestaan.
De behandelingen werken vaak goed, maar bij mij hebben ze niets gegeven. We hebben dan gedacht aan adoptie, maar we voelden niets voor een nieuwe lijdensweg van verwachtingen en hoop die misschien niet zouden worden ingelost. We hebben daar lang onder geleden, maar onze psycholoog heeft ons geholpen om de moeilijkheden te boven te komen. We hebben stilaan het idee van ouderschap laten varen en hebben elders een uitlaatklep gevonden. Ik geniet van ons huwelijk, mijn werk en mijn passie voor schilderen. En ik vind het ook leuk om mijn neven en nichten te zien opgroeien met wie ik zeer close ben.
“Koppels komen meestal op advies van hun huisarts of gynaecoloog naar ons centrum voor begeleide voortplanting. Voor de eerste raadpleging bij de gynaecoloog van het centrum zijn best beide partners aanwezig, omdat de oorzaak van de vruchtbaarheidsproblemen bij de vrouw, de man of bij beiden kan liggen. Tijdens de raadpleging wordt eerst een volledige anamnese afgenomen. Daarbij verzamelen we alle gegevens over de algemene medische voorgeschiedenis van het koppel, de gynaecologische antecedenten en de menstruatiecyclus van de vrouw, de frequentie van de geslachtsbetrekkingen, de leefgewoonten van elk van beide partners enz. Daarna volgt een klinisch onderzoek.
“In de tweede fase doen we aanvullende onderzoeken bij de vrouw en de man om de oorzaak van de vruchtbaarheidsproblemen te achterhalen. Bij beide partners wordt een volledig bloedonderzoek gedaan. Ze worden daarmee gescreend op de verschillende overdraagbare ziektes of ziektes die een impact hebben op de vruchtbaarheid. Ook de schildklierhormoonspiegel in het bloed wordt gemeten (schildklierstoornissen kunnen problemen geven om zwanger te worden). Bij de vrouw onderzoekt men daarnaast ook de verschillende preconceptuele parameters, zoals de immuniteit voor het cytomegalovirus, rodehond en toxoplasmose. Verder wordt ook de concentratie van bepaalde hormonen gemeten om zo de ovariële reserve te bepalen. Dat is het vermogen van de eierstokken om goede eicellen voort te brengen. Aanvullend is er ook een echografie. Bij de man voeren we een spermiogram uit om de parameters van het sperma te beoordelen. Afhankelijk van de uitslag wordt er meteen een behandeling opgestart of vraagt de arts nog bijkomende onderzoeken aan, zoals genetische tests.”
“De voortplantingsgeneeskunde biedt een waaier aan mogelijkheden aan. De strategie wordt op maat van de individuele koppels uitgestippeld.
“De behandeling van vruchtbaarheidsproblemen is multidisciplinair. De gynaecologen nemen een centrale plaats in, maar rond de koppels die op consult komen is een heel team van zorgverstrekkers actief: psychologen, voedingsdeskundigen, specialisten in de functionele geneeskunde van de vruchtbaarheid enz. De verpleegkundigen staan permanent in contact met de patiënten. We doen de bloedafnames en leren de patiënten hoe ze thuis de dagelijkse injecties moeten toedienen. Maar we zien hen ook om de andere dag op consult om bloed af te nemen en de evolutie van hun cyclus te volgen. Als er een punctie van een eicel moet gebeuren, bellen we de patiënte op om de punctie te plannen. We vangen de patiënte en haar partner ook op; ze kunnen bij ons terecht met hun angsten en hun persoonlijke verhaal. We voeren ook de zwangerschapstests uit en brengen hen telefonisch op de hoogte van de uitslag. We kennen de koppels en de vragen en zorgen waarmee ze zitten goed. Ze praten er met ons vrij makkelijk over en we nemen ook de tijd om naar hen te luisteren. We hebben ook een telefonische permanentie; via die lijn kunnen ze ons op elk moment bellen. Het koppel is onze eerste prioriteit en we hebben allemaal een opleiding in therapeutische communicatie en hypnose gevolgd om onze hulprelatie te verbeteren.”
Artikel geschreven door Kathleen Mentrop, gezondheidsjournaliste. Gepubliceerd op 7 maart 2017.
Sperma heeft geen buitengewone voedingswaarde, al is het niet schadelijk om het in te slikken. Dat zegt professor Herman Tournaye in "Zijn er nog vragen?" na verschillend...
Lees verder"De zaadkwaliteit van mannen gaat erop achteruit", vertelt Frauke Vanden Meerschaut (UZ Gent) in "De wereld vandaag" op Radio 1. Zo'n 17,5 procent van alle volwassenen, o...
Lees verderOvariële stimulatie is een medicamenteuze behandeling om de productie van rijpe follikels door de eierstokken te bevorderen en zodoende een...
Lees verderDe ovariële reserve komt overeen met het aantal eicellen in de primordiale follikels die zich op een specifiek levensmoment in de eierstokken bevinden. De follikels zijn...
Lees verderEr bestaan veel apps die ons vertellen wanneer we het best onder de lakens duiken om meer kans te maken op een zwangerschap. Het is natuurlijk wel interessant om meer inz...
Lees verderCatherine Rousseau, verpleegkundige in het Centrum voor Medisch Begeleide Voortplanting van de Cliniques universitaires Saint-Luc
Anne-Marie, 42 jaar
Prof. A. Delbaere, kliniekhoofd van de vruchtbaarheidskliniek van het Erasmusziekenhuis.
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen