Om te besluiten dat iemand een te hoge cholesterol of hypercholesterolemie heeft, is meer dan één meting in het bloed nodig. Bovendien is de algemene term ’te hoge cholesterol’ misleidend, want daarin zit ook de goede cholesterol. En een verhoging van de goede cholesterol is net gunstig.
Het risico op hart- en vaatziekten is verhoogd als de totaal cholesterol hoog, de LDL-cholesterol (slechte cholesterol) hoog en de HDL-cholesterol (goede cholesterol) laag zijn.
Hypercholesterolemie mag nooit los gezien worden van de andere risicofactoren voor hart- en vaatziekten, zoals hoge bloeddruk, overgewicht, roken, diabetes … Hoe meer risicofactoren tegelijkertijd aanwezig zijn, hoe lager het streefdoel voor LDL-cholesterol zal zijn.
In België tellen we zeven miljoen personen ouder dan 15 jaar met een te hoge cholesterolconcentratie1.
Dit artikel kwam tot stand met medewerking van dr. Marcel Twickler, dienst Endocrinologie, Diabetologie en Metabole ziekten, Universitair ziekenhuis Antwerpen.
Cholesterol is een vet of lipide en op zich niet oplosbaar in bloed. Om oplosbaar te worden, moet het zich binden aan eiwitten of proteïnen. Zo ontstaan lipoproteïnen, die instaan voor het transport van cholesterol in de bloedbaan. Naargelang de soort proteïne waaraan de cholesterol zich bindt, onderscheiden we 'goede' en 'slechte' cholesterol.
LDL-cholesterol is de 'slechte' cholesterol. LDL staat voor lipoproteïne van lage densiteit. Omdat de densiteit van LDL hoger is dan van bloed, slaat LDL-cholesterol neer in de wand van de slagaders. Gevolg: vet stapelt zich op. Dat is de eerste stap naar atherosclerose (aderverkalking). De slagaderwand wordt minder soepel, en er kunnen scheurtjes ontstaan. Tegelijkertijd wordt de wand ook dikker, de holte van de slagader vernauwt en kan gedeeltelijk of helemaal verstopt geraken (trombus). Dit fenomeen van atherosclerose kan zich voordoen in alle slagaders: in het hart, de hersenen, de benen … en zelfs in de penis. 60 tot 70% van de totale cholesterol in het bloed circuleert onder de vorm van LDL-cholesterol.
Wanneer de cholesterol zich echter bindt aan proteïnen van hoge densiteit, ontstaat HDL-cholesterol. Dit lipoproteïne slaat niet neer in de wand van de slagaders maar voert de cholesterol mee naar de lever voor recyclage. De overtollige cholesterol wordt, via de gal onder de vorm van galzuren, in de stoelgang uitgescheiden. HDL-cholesterol werkt dus atherosclerosevorming tegen en beschermt de slagaders. Vandaar zijn omschrijving als 'goede' cholesterol.
Dit artikel kwam tot stand met medewerking van dr. Marcel Twickler, dienst Endocrinologie, Diabetologie en Metabole ziekten, Universitair ziekenhuis Antwerpen.
Cholesterol maakt deel uit van de familie van de sterolen en een vetachtige stof zonder dewelke het leven onmogelijk is.
De celmembraan van alle lichaamscellen bestaat uit cholesterol. Ook hormonen, zoals vrouwelijke en mannelijke hormonen, en cortisol, evenals bepaalde vitamines (onder andere vitamine D) gebruiken cholesterol als bouwstenen. Galzuren bevatten cholesterol en zijn nodig voor de spijsvertering.
De lever maakt drie vierden van de cholesterol aan; het overblijvende vierde halen we uit onze voeding. Met name dierlijke producten, zoals vlees, gevogelte, schaaldieren, kaas, room, boter en eierdooiers bevatten cholesterol. Fruit, groenten, granen en plantaardige oliën bevatten geen cholesterol.
Aangezien 75% van onze cholesterol aangemaakt wordt door de lever, is het duidelijk dat een dieet alleen nooit de cholesterolspiegels met de helft zal kunnen doen dalen.
Dit artikel kwam tot stand met medewerking van dr. Marcel Twickler, dienst Endocrinologie, Diabetologie en Metabole ziekten, Universitair ziekenhuis Antwerpen.
Een andere soort lipiden of vetten in het bloed zijn de triglyceriden. Zij bevinden zich eerder in het vetweefsel (bijvoorbeeld in buikvet) waar ze dienst doen als vetreserve.
Triglyceriden komen deels uit de voeding en worden deels aangemaakt in het lichaam op basis van suikers en alcohol. Wie te veel suiker eet of te veel alcohol drinkt, vergroot dus zijn vetreserve onder de vorm van triglyceriden.
Net als cholesterol zijn triglyceriden levensnoodzakelijk. Maar te veel triglyceriden bevordert atherosclerose, en zeker als de 'goede' cholesterol laag is.
Normaal hoort het triglyceridengehalte lager dan 150 mg/dl te zijn.
Dit artikel kwam tot stand met medewerking van dr. Marcel Twickler, dienst Endocrinologie, Diabetologie en Metabole ziekten, Universitair ziekenhuis Antwerpen.
Ideale cholesterolspiegels zijn maxima waaronder het risico op een hart- en vaatziekte (bijvoorbeeld een hartinfarct of een herseninfarct) niet extra verhoogd is. De streefwaarden van cholesterol bij gezonde personen zijn:
Voor personen die al een coronaire hartziekte, een vaatziekte of diabetes hebben, liggen de maximale cholesterolspiegels lager:
De streefwaarde voor HDL-cholesterol (goede cholesterol) verschilt naargelang het geslacht:
Dit artikel kwam tot stand met medewerking van dr. Marcel Twickler, dienst Endocrinologie, Diabetologie en Metabole ziekten, Universitair ziekenhuis Antwerpen.
Is uw ‘slechte’ cholesterol (LDL) te hoog? De strijd tegen dit slechte vet in ons bloed verloopt ook via de voeding. Een derde van de cholesterol in ons lichaam komt name...
Lees verderDr. Marcel Twickler, dienst Endocrinologie, Diabetologie en Metabole ziekten, Universitair ziekenhuis Antwerpen
Louis, 59 jaar
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen