Gepubliceerd op 25/11/2015 à 14:06
Verzadigde vetten verhogen de ‘slechte’ cholesterol en zijn dus te vermijden. Onverzadigde vetten zijn daarentegen ‘goede’ vetten en daar zouden we best wat meer van mogen eten.
Slechte vetten zijn meestal van dierlijke oorsprong, terwijl goede vetten meestal van plantaardige oorsprong zijn. Niet alle plantaardige vetten zijn evenwel goed te noemen: kokosvet en palmolie bijvoorbeeld zijn uitzonderingen.
Te veel verzadigde vetten eten verhoogt de slechte cholesterolwaarden, de LDL-cholesterol. Deze cholesterol zet zich vast op de bloedvatwand en veroorzaakt zo een vernauwing van het bloedvat. Het bloed vloeit bijgevolg minder gemakkelijk door deze vernauwing. Soms is de bevloeiing zelfs onvoldoende om bepaalde organen van voldoende zuurstof en voedingsstoffen te voorzien.
Na verloop van tijd kan de doorgang in een bloedvat zo nauw worden, dat het bloed er bijna niet meer door kan. Dan stolt het bloed (trombose) waardoor het bloedvat volledig afgesloten wordt. Als dat in de kransslagaders van het hart gebeurt, volgt een hartinfarct; in de hersenen spreekt men van een herseninfarct of beroerte.
De aanbeveling luidt dat we slechts 30% van onze totale energie-inname uit vetten mogen halen, waarvan een derde uit verzadigd vet en twee derde uit mono- en poly-onverzadigde vetten.
Smeer-en bereidingsvetten die in de koelkast hard worden, zoals de traditionele boter, bevatten verzadigd vet. Wat zacht en smeerbaar blijft in de koelkast, bevat meer onverzadigd vet.
Transvetten zijn dan wel onverzadigde vetten, hun structuur is echter gewijzigd bij het omzetten van vloeibaar naar vast, waardoor ze nog slechter zijn voor de gezondheid dan verzadigde vetten. Ze verhogen namelijk ook de slechte cholesterol.
In de eigen keuken kunnen transvetten worden gevormd door oververhitting en langdurig gebruik van frituurolie.
Dankzij nieuwe productietechnieken is de hoeveelheid transvet in bijvoorbeeld smeer- en bereidingsvetten de laatste jaren al aanzienlijk gedaald. Zoek op de verpakking naar producten met minder dan 1 g transvet per 100 g.
In gefrituurde snacks en industrieel gebak kan de hoeveelheid nog steeds vrij groot zijn. Het is niet gemakkelijk na te gaan of zo’n product transvet bevat. Soms staat dit niet in de voedingswaardetabel, maar let vooral op de aanwezigheid van ‘plantaardig vet, gedeeltelijk gehard’ of ‘gehydrogeneerd vet’ in de ingrediëntenlijst.
Consumptie van een grotere hoeveelheid onverzadigd vet in de plaats van verzadigd vet vermindert het risico op hart- en vaatziekten. Onderzoek heeft uitgewezen dat door de hoeveelheid poly-onverzadigd vet op te drijven tot 15% van de totale energietoevoer (in plaats van 5% wat bij de meeste mensen gebruikelijk is), het risico op hart- en vaatziekten met maar liefst 20% daalt. En hoe langer men dit hoger percentage volhoudt, hoe beter voor de gezondheid van uw hart, benadrukken de onderzoekers nog.1
Dr Michelle Cooreman
Deel en print dit artikel
"Cholesterol is een vet dat in het bloed circuleert, in de vorm van verschillende deeltjes en vooral LDL-lipoproteïnen", legt prof. Olivier Descamps, endocrinoloog in het...
Lees verderWaarom plantensterolen?
Plantensterolen blokkeren de opname van cholesterol in de darm naar het bloed gedeeltelijk, waardoor de hoeveelheid cholesterol in het bloed da...
Lees verderSlechte vetten zijn meestal van dierlijke oorsprong, terwijl goede vetten meestal van plantaardige oorsprong zijn. Niet alle plantaardige vetten zijn evenwel goed te n...
Lees verderDr. Marcel Twickler, dienst Endocrinologie, Diabetologie en Metabole ziekten, Universitair ziekenhuis Antwerpen
Louis, 59 jaar
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen