De injectie wordt onderaan in de buikstreek gegeven. Zoek een flinke buikplooi, neem die vast tussen duim en wijsvinger en steek de naald loodrecht in de huid. Spuit de vloeistof erin. Laat de huid pas los als u de naald er hebt uitgetrokken. Na enkele seconden kunt u een droog propje watten op de behandelde zone aanbrengen. Druk het lichtjes aan, maar masseer de plek niet.
Absoluut. U moet er alleen voor zorgen dat de luchtbel in de vooraf met HLMG gevulde spuit in de zuiger blijft zitten. Niet ontluchten dus! Spuit ook niet twee keer na elkaar op dezelfde plaats, aan dezelfde kant van de buik.
Als de injectie juist wordt toegediend, doet het geen pijn. Maar als u bang bent en er stress van krijgt of als u echt niet weet hoe u eraan moet beginnen, laat u zich beter helpen door een verpleegkundige (thuisverpleging). Die kan de toestand van uw been volgen en zal een eventuele flebitis of trombose ook opmerken.
In januari 2011 had ik een skiongeluk waarbij ik mijn kruisbanden scheurde. Ik zat dus een poos op non-actief, letterlijk. De eerste drie weken moest ik preventief een antistollingsmiddel nemen. Maar de vierde week vond mijn toenmalige arts dat het niet meer nodig was. Drie dagen nadat ik met de antistollingsmiddelen gestopt was, voelde ik een felle pijn in een van mijn kuiten. Het was net of iemand hard kneep in mijn spier. Ik had een diepe veneuze trombose.
Ik had maar liefst drie klonters in mijn been, een ervan zat boven mijn knie. Ik liep dus groot gevaar op een longembolie. De laatste klonter is pas midden juli verdwenen. Ik heb zes maanden antistollingsmiddelen genomen, kine gevolgd en verschillende keren per week bloed laten afnemen.
Die tegenslag heeft een hoge tol geëist, op verschillende domeinen. Ik was nog maar net aangenomen, of ik moest mijn werk stopzetten. Mijn sociale leven, de avondjes uit, mijn vakantieplannen enz. moest ik laten varen. Ook mijn relatie heeft eronder geleden. Door het risico op embolie brak angstzweet bij me uit. Kortom, aan die zes maanden heb ik heus geen plezier beleefd. Nu gaat alles weer goed, maar ik vind het jammer dat ik toen niet meer wist over diepe veneuze trombose. Dan had ik het misschien kunnen voorkomen.
Voortaan neem ik bij elke risicosituatie een preventieve dosis antistollingsmiddelen en hou ik elk teken van veneuze trombose in de gaten. Bovendien heb ik ook mijn anticonceptiemiddel veranderd: ik heb nu een spiraaltje laten inbrengen.
Cédric Hermans: Omdat dat invloed heeft op de duur van de behandeling en de preventie van recidieven. Een voorbeeld: een jonge vrouw van 25 jaar neemt de pil en krijgt in die context een trombose. In haar geval is de behandeling simpel: ze krijgt enkele dagen injecties met een antistollingsmiddel (heparine) en eventueel ook een oraal in te nemen bloedverdunner of antistollingsmiddel tot alles weer in orde is. En vooral: ze krijgt het advies definitief te stoppen met de pil. Daarmee is de factor die aan de basis lag van de diepe veneuze trombose uitgeschakeld. Normaal zal ze geen problemen meer krijgen. Maar stel dat een man van veertig aan een erfelijke bloedafwijking lijdt die het risico op een beentrombose verhoogt, of dat een andere man zomaar een trombose krijgt zonder dat er een aantoonbare bevorderende factor aanwezig is, dan hebben beide mannen een permanente risicofactor. De behandeling met het antistollingsmiddel zal dan langer moeten duren.
Mensen krijgen het vaakst een diepe veneuze trombose als gevolg van tijdelijke risico’s, in een specifieke context. Langdurige immobiliteit na een operatie of een beenbreuk is daar een typisch voorbeeld van. Bij vrouwen zijn specifieke hormonale contexten - zoals een zwangerschap of de inname van voorbehoedsmiddelen op basis van oestrogenen - almaar vaker voorkomende oorzaken van een diepe veneuze trombose. Ook kanker vergroot het risico op een trombose en longembolie.
Maar de belangrijkste risicofactor voor diepe veneuze tromboses is er al eens een gehad hebben! Mensen die in dat geval zijn, moeten dus zo goed mogelijk beschermd worden tegen recidieven en risicosituaties, zoals een lange reis met het vliegtuig of immobiliteit door een ongeval of een ziekenhuisverblijf. Die preventie gebeurt op mechanische wijze (dragen van drukkousen) en/of door geneesmiddelen (antistollingsmiddelen).
Een diepe veneuze trombose is niet altijd makkelijk vast te stellen. De symptomen zijn soms meer, soms minder zichtbaar, ze manifesteren zich plots of heel sluipend en ongemerkt. Meestal komt een beentrombose maar aan één kant van het lichaam voor. Dat kan pijn in het been veroorzaken, zoals een kramp, een gezwollen en/of rood ziend been.
De diagnose van longembolie is nog moeilijker te stellen. Het gaat van gewoon hinder in de borststreek die verergert bij diep inademen over onverklaarbare hoest of ademnood, tot plotselinge sterfte.
Het is in ieder geval belangrijk om alert te zijn voor de bekende risicofactoren en eventuele symptomen te signaleren aan de huisarts. Als het inderdaad om een diepe veneuze trombose blijkt te gaan, komt het erop aan de oorzaken te achterhalen. Zo kan de arts de beste behandeling, de juiste duur ervan en de meest geschikte preventieve maatregelen bepalen.
Prof. Cédric Hermans, diensthoofd hematologie in het Universitaire Ziekenhuis Saint-Luc
Gilberte Deltour, voormalig voorzitster van de Franstalige Vereniging van Zelfstandige Verpleegkundigen
Tanja, 29 jaar
Chronische myeloïde leukemie
Covid-19
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD)
Maagkanker
Melanoom
Oogontsteking, oogirritatie of droge ogen
Overactieve blaas
Transplantatie van organen